Ja, de Crassula is licht giftig wanneer deze gegeten wordt. Wanneer uw kind of huisdier dit toch binnen heeft gekregen kunt u het best meteen naar een huisarts. De Crassula behoort tot de vetplanten en is geen cactus zoals soms gedacht wordt. Cactussen zijn wel vetplanten, maar niet alle vetplanten zijn ook een cactus.
De Crassula is giftig voor mensen en dieren. Zet deze kamerplant dus liever niet op een plek waar huisdieren en kleine kinderen bij kunnen. De Crassula is een makkelijke plant en wordt ook wel Jadeplant of Geldboom genoemd.
De Crassula groeit redelijk langzaam en is van nature een plant leeft op een voedselarme grond. Bijvoeden mag enkel in het voorjaar en de zomer. Let hierbij wel op dat je dit niet te vaak doet, want dit zal de plant doen schaden. Afhankelijk van de dosering is maximaal 1 maal per 1 á 2 maanden is aan te bevelen.
De Crassula verbruikt heel weinig water en slaat daarnaast een voorraad water op in zijn blad, dus zijn waterbehoefte is zeer klein. Geef daarom alleen water als de grond weer is ingedroogd. In de lente en zomer zal dit neerkomen op zo'n 1 keer per maand en 's winters 1 keer in de 2 maanden water geven.
De Crassula Ovata is een ijzersterke vetplant. Deze planten hebben een lange levensduur en worden dan ook vaak doorgegeven binnen families. Je ziet ze vooral als kleine kamerplant, maar ze kunnen wel een meter hoog worden!
Jadeplant (crassula ovata). De bladeren zijn giftig. Dieffenbachia (dieffenbachia). De gehele plant is giftig.
Neem een takje van ongeveer vijf centimeter en verwijder wat van de onderste bladeren. Zet de miniboompjes in potgrond gemengd met zand en laat de aarde opdrogen tussen het water geven door. De moederplant zal met meerdere nieuwe takjes uitlopen en wordt op deze manier een vollere plant.
Standplaats: Verlangt veel zonlicht In de zomer kan de plant naar buiten, maar let op voor volle zon waardoor zonnebrand kan ontstaan. In de winter de temp. niet onder 5 à 7°C laten zakken, vermijd ook de combinatie van hoge temperaturen met weinig licht, omdat dit de planten verzwakt.
Wortelrot kun je herkennen aan gele vlekken op de bladeren, bladeren die afvallen of slap hangen of, bij een cactus of vetplant; een snotterige stam of stengel. Wortelrot kun je natuurlijk beter voorkomen dan dat je het moet oplossen. Let er daarom altijd op dat je niet teveel water aan je plant geeft.
Op een te donkere standplaats groeit de geldboom minder goed, er komen geen kleine bloemen aan en de bladeren verliezen hun krachtige jadeachtige kleur. In de zomer kan de plant ook buiten staan. De eerste dagen het beste op een plek in de halfschaduw daarna beetje voor beetje aan de volle zon laten wennen.
Dit plantje kun je stekken door een stengel af te knippen. Deze laat je een poosje drogen waarna je haar in de grond zet en wacht tot zij begint te groeien.
De Pachira wijkt af in verzorging, ten opzichte van veel andere kamerplanten. Deze plant heeft eens in de 3 weken een flinke scheut water nodig. Omdat de Pachira water opslaat in de stam moet de grond uitgedroogd zijn, voordat er opnieuw water wordt gegeven. In de zomer mag de plant meer water krijgen dan in de winter.
Het stekken van een vetplantje is erg eenvoudig. U kunt met een scherp mes of een klein schaartje één van de blaadjes aan de buitenkant van het vetplantje, zo dicht mogelijk bij de kern, wegsnijden of wegknippen. Laat het blaadje daarna ongeveer een week drogen en leg het vervolgens in een potje met aarde.
Jade is te herkennen aan het vettige oppervlak, de typerende tint groen, en de zwarte vlekjes. De steen heeft bovendien een vezelige structuur, wat verwerking lastig maakt. De meest gewaardeerde en dure soort jade is smaragdgroen, en heet wel Imperial jade. De bekendste leden van de jadefamilie zijn jadeïet en nefriet.
Jade kost momenteel slechts 0,81 USD per gram. Verwerkt in statussymbolen en juwelen, wordt het echter steeds aantrekkelijker als investering. s Werelds grootste jadesteen is maar liefst 170 miljoen dollar waard. Hij weegt 210 ton en komt uit Myanmar (het vroegere Birma).
Reiniging, bescherming en voorspoed. Jade is een reinigende en beschermende steen (met name tegen lichamelijk letsel). Het zorgt voor harmonie en evenwicht en trekt voorspoed, geluk en welvaart aan. De steen bevordert zelfverwezenlijking en zelfredzaamheid en helpt om negatieve emoties en irritatie los te laten.
Wortelrot treedt op als je kamerplant, cactus of vetplant te veel water heeft gehad. Hierdoor kunnen de wortels geen zuurstof opnemen en verrotten ze. Dit kan je verhelpen door de plant te verpotten en de oude verrotte wortels weg te snijden.
De wortels van een plant zijn essentieel voor het opnemen van water en voedingsstoffen. Gezonde wortels bij planten zijn wittig of bruinig van kleur. Gezonde wortels horen stevig aan te voelen. Zijn ze juist een extreem bruine kleur, voelen ze slijmerig of gek aan en stinken ze?
Doordat de bladeren van planten vaak zacht zijn, kan de Phytophthora bladeren makkelijk besmetten.
Wanneer jouw vetplant gaat woekeren, kan je hem snoeien. Met een scherp mes snijd je voorzichtig lange of lelijke vertakkingen weg. Let op, je veroorzaak zo wel een wond op de plant. Deze wond droogt vanzelf op, maar het sap kan giftig zijn.
De Aloë vera heeft zonlicht nodig om goed te groeien. Al krijgt hij te weinig licht, dan gaat de Aloë vera verkeerd/raar groeien. Voor optimale Aloë vera verzorging zet je de Aloë vera dus op een lichte standplaats en geef je hem eens per week een klein slokje water. Het werkt eigenlijk net als met mensen.
Vulcastrat is een substraat dat een vergelijkbare werking heeft als kattengrind; het absorbeert namelijk vocht. Het bestaat uit vulkanisch gesteente dat zeer poreus is. Deze eigenschappen maken vulcastrat zeer geschikt voor een professionele verzorging van jouw kamerplanten.
Met een plek in volle zon en een goede drainage zijn de meeste vetplanten al tevreden. Plant ze in potgrond voor cactussen of meng twee derden universele potgrond met een derde grof zand of grind. Zet ze in een terracotta pot of schaal met drainagegaten, zodat het regenwater snel weg kan.
Deze plant stek je met de frisgroene uitlopers. Soms verschijnen deze onderaan de stam, die kun je dicht bij de stam afsnijden. Je kunt ook een topstek maken, door een deel van een uitloper net boven het volgende blad af te snijden. Maak deze stekken niet te lang, een stek met twee bladstelen is voldoende.