In de economisch zuiverste vorm wordt een prijs van een goed bepaald door het vraag-en-aanbodmodel. Hierbij bestaat er een groep aanbieders van een goed en een groep afnemers van een goed (volledige mededinging).
Kostprijs voor een behandeling
Het makkelijkste is om je kostprijs per minuut uit te rekenen. Hierdoor kan je makkelijk doorrekenen naar de tijd die je nodig hebt voor een behandeling. Reken eerst uit wat je totale vaste kosten zijn. Deel dit hierop door het aantal behandelingsuren dat je kan maken op jaarbasis.
Voor de kostprijs heb je de vaste kosten per product nodig. Dit bereken je door de totale vaste kosten te delen door de hoeveelheid producten.
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Als de inkoopprijs € 100 bedraagt en je hanteert een winstmarge van 30% van de verkoopprijs, moet de verkoopprijs € 142,90 zijn. (100 x 10/7). Als je nu 30% korting geeft, speel je quitte. Dit rekent niet alleen makkelijker, maar jouw marge is ook groter en leidt tot een hogere omzet.
Een psychologische prijs, ook wel bekend als psychologische prijsstelling, is een prijs die op zo'n manier is bepaald en weergegeven dat het inspeelt op de werking van de hersenen om zo overtuigend mogelijk over te komen op de klant. De hersenen zijn niet zo slim als ze soms denken dat ze zijn.
Je kan de kostprijs berekenen op verschillende manieren. De meest gebruikte manieren zijn de integrale kostprijscalculatie, de kostenplaats-berekening en Activity Based Costing (ABC). De makkelijkste methode is de integrale kostprijscalculatie.
De kostprijs bestaat uit de totale kosten die je per product maakt voor het produceren of leveren van een product of dienst. Dat zijn directe kosten, zoals materialen of ingrediënten, maar ook indirecte kosten zoals loonkosten of gebruik van machines.
In het kostprijsmodel staan de kostprijsfactoren die Profit in de prijsafspraak toepast om de kostprijs en verkoopprijs op basis van de nominale marge te berekenen. De gegevens uit een prijsafspraak zijn uit verschillende bronnen afkomstig. In de klantovereenkomst kun je terugzien welke bronnen dat precies zijn.
Bij het berekenen van de kostprijs worden zowel de directe kosten als indirecte kosten meegerekend. De directe kosten zijn de kosten die direct met het product te maken hebben, zoals de inkoopprijs van het product, de halffabricaat of grondstoffen en de invoerrechten.
Je maakt de calculatie door al de kosten bij elkaar op te tellen. Het eindresultaat van de calculatie is een totaalbedrag wat je vraagt aan de klant die door jou de opdracht uit wil laten voeren.
De totstandkoming van de marktprijs hangt af van het samenspel van vraag en aanbod; hoe hoger de prijs, hoe minder producten de consumenten bereid zijn te kopen. Hoe lager de prijs, hoe meer ze willen kopen. De vraagcurve heeft daarom een dalend verloop.
De prijs wordt altijd bepaalt met als uitgangspunt de inkoop- of fabricagekosten plus een percentage algemene kosten welke bestaan uit verkoopkosten, kantoorkosten e.d. daarnaast een winstopslag die gewenst is. Deze is mede afhankelijk van de prijzen van de concurrentie om jezelf niet uit de markt te prijzen.
De prijsperceptie is niet alleen korter, maar ook goedkoper. Hoe meer tekens er staan hoe meer inspanning ons brein moet doen om de prijs te verwerken. En hoe groter de inspanning van ons brein, hoe groter ook de prijsperceptie.
Bij de kosten georiënteerde prijszetting wordt er gekeken vanuit het bedrijf in plaats van de consument. Hierbij wordt gekeken wat de kosten zijn om het product of de dienst te vervaardigen. Vervolgens wordt er gekeken welke prijs er gekozen moet worden om alle kosten te dekken.
Het prijzen op 99 cent zorgt volgens Gedenk en Sattler bij winkeliers voor minder onzekerheid. Wanneer zij uitgaan van een prijsdrempel die niet blijkt te bestaan, verliezen zij maar één cent op de verkoop.
Duurder is niet altijd beter, maar vaak wel
Toch betekent dit niet dat je altijd voor de goedkoopste keuze moet gaan. Het klopt in de praktijk vaak dat een duurder product van betere kwaliteit is dan een goedkopere keuze. Wel is het belangrijk om goed na te gaan waar dit verschil precies in zit.
Meubels en matrassen De winstmarges zijn 80% en meer. Koop ze alleen tijdens de uitverkoop of onderhandel. Zoek op internet, als je de fabricagenummers, weet naar lagere prijzen. Cosmetica De meeste cosmetica zijn gemaakt van olie en nog wat goedkope ingrediënten.
Bij de kostprijsplus methode wordt de hoogte van je prijs berekend door bovenop je productiekosten een bepaalde winstmarge te rekenen. Zolang je de zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van de afzet gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst.
De winstmarge bereken je met de volgende rekensom: trek de kosten af van de omzet. Het bedrag dat uit deze rekensom komt deel je door de omzet. Dat cijfer doe je maal 100%.