Retoriek is de beeldspraak die gebruik maakt van clichés en bombastisch taalgebruik. Oorspronkelijk was het synoniem met retorica, maar later is het verworden tot een negatieve verwijzing naar holle frasen, waarbij breed wordt gesproken, maar weinig wordt gezegd.
Retorica is de kunst van het overtuigen. Van oudsher: de kunst van logos, ethos, en pathos – ofwel, argumenten, uitstraling, en emotie. Een virtuoze combinatie van inhoud en vorm, ratio en betovering. Dat was het voor de oude Grieken en Romeinen, en dat is het vandaag de dag.
Retorische strategie is het smeden en uitvoeren van plannen om je doelen te bereiken, met behulp van het retorisch instrumentarium. Het helpt bij het produceren van speeches, teksten, plannen en ambities.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en voor waarheid aanneemt wat de zender (spreker, schrijver) suggereert.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij iemand een vraag stelt, en daar geen antwoord op verwacht. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen roepen: [Ben je helemaal gek geworden?] De steller van de vraag verwacht hier natuurlijk geen ja of nee op, maar wil aangeven dat hij denkt dat je gek bent.
De herkomst van het woord ligt in het voorchristelijke Griekenland. In die tijd schreef Aristoteles een boek dat in het Latijn Ars Rhetorica getiteld is. Hij definieert de term als de vaardigheid 'om bij elk onderwerp na te gaan welke middelen tot overtuiging er voorhanden zijn'.
Retorica, dat uit de klassieke oudheid is voortgekomen, is daarmee de oudste westerse teksttheorie. Retorica verwijst zowel naar de retorische theorie – de leer van overtuigend spreken (en schrijven) – als naar de retorische praktijk, het in het openbaar spreken.
partitio = Term uit de retorica voor een opsomming (enumeratio) van de in het betoog te behandelen punten.
Antwoord. De enige correcte vorm is: retorisch.
Een cliché is een veelgebruikte en daardoor afgesleten uitdrukking, zegswijze, beeldspraak of vergelijking. Een ander woord ervoor is ook wel: gemeenplaats.
Retorica kamers
De rederijkers hekelden in hun spelen misstanden op elk gebied en vooral kerkelijke misbruiken werden onder vuur genomen. Evenals bij de gilden kende men bij de rederijkers de overdeken, deken, beleder en gezellen. Bovendien kende men een opperprins en een prins.
Een rede(voering) of toespraak (Engels: speech) is een voordracht door een spreker, over een bepaald onderwerp voor een bepaald publiek. De retorica is het vakgebied dat redevoeringen bestudeert en probeert te ontdekken hoe een goede redevoering is opgebouwd.
Ethos is de geloofwaardigheid van de spreker zelf; Pathos is het beroep dat een spreker doet op de emotie van het publiek; En logos tenslotte is de inhoudelijke argumentatie in zijn betoog of presentatie.
Een oxymoron is een bijzondere vorm van een tegenstelling (antithese). Het is een stijlfiguur waarbij twee elkaar uitsluitende begrippen worden gecombineerd tot één begrip. Het woord is afgeleid van het Griekse oxys (scherp) en moros (gek) en betekent `scherpzinnige onzin`.
Open vragen beginnen met: wie, wat, wanneer, waar, en ook hoe, hoe vaak, etc. Open vragen nodigen uit om je verhaal te vertellen en leveren veel informatie op. Gesloten vragen zijn 'ja'-/ 'nee'-vragen of meerkeuze vragen.
Blijf kalm
Als je in paniek raakt, kun je niet meer helder denken. En dan loop je het risico dat je een antwoord geeft waar je niet over nagedacht hebt. Haal een paar keer diep adem en zeg tegen jezelf dat de wereld niet vergaat als je een antwoord niet weet. Je moet alleen wel op zoek naar iets wat je wél kunt zeggen.
naamw. twijfelachtig •tweede betekenisomschrijving. 1) Aanvechtbaar 2) Bedenkelijk 3) Bestrijdbaar 4) Betwist 5) Betwistbaar 6) Discutabel 7) Donker 8) Duister 9) Glibberig 10) Kwestieus 11) Met veel twijfels 12) Obscuur 1...
We gebruiken beelden om iets duidelijk te maken (zoals doorweven in de vorige zin). Men heeft het over de tong van een schoen, de vleugel van een gebouw of de voet van een heuvel. Clichés zijn knooppunten in de dagelijkse communicatie. Soms wordt beeldspraak bewust gebruikt.
cli·ché [kliesjee] het; o -s; -cheetje 1 (typ) drukvorm voor platen met negatieve tekening 2 overbekende waarheid, al te vaak gebruikte uitdrukking; gemeenplaats, dooddoener , Een veelgebruikte beeldspraak, waardoor deze `afgesleten` is.???? ??????? ?? ?????? ? ????? ??? ???