Samen spelen is een goede manier om veel met elkaar te praten. Ook spelletjes waarbij je doet alsof, zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Verder zijn er veel spelletjes waarbij je kind woorden leert en leert nadenken en onthouden, zoals lotto en memory. Laat je kind ook veel met andere kinderen spelen.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Kijk je kind hierbij aan en geef hem de tijd om wat terug te 'zeggen'. Reageert je baby door te brabbelen of geluidjes te maken, laat hem dan merken dat je naar hem luistert. Let wel op dat je niet in babytaal praat à la 'ga-ga-boe-boe'. Gebruik gewone woorden en zinnen.
De echte eerste woordjes
Gemiddeld gebeurt dit vocale wonder van je kindje op de leeftijd van 12 maanden tot 18 maanden. Het kan per kind dus erg verschillen. Er zijn ook kinderen die vóór hun eerste verjaardag al met hun eerste woordjes komen.
Baby's leren vooral praten van hun ouders. Hoe meer ze jou horen praten, hoe sneller ze zelf leren praten. Daarom is het goed om veel tegen je kind te praten tijdens de dagelijkse bezigheden. Benoem de dingen die je kind ziet en vertel tegen je kind wat je doet.
Let op: de meest voorkomende oorzaak voor een vertraagde taalontwikkeling is 'slecht horen'. Je ziet dat bijvoorbeeld bij kinderen die veel oorontstekingen hebben, en bij kinderen met buisjes. Dus als uw kind naar uw idee (te) laat is met praten, dan is het gehoor het eerste wat gecontroleerd moet worden.
De meeste kinderen leren lopen aan de hand tussen 8 en 15 maanden. Gemiddeld zet een kind zijn of haar eerste losse stapjes rond 14 à 15 maanden. De leeftijd waarop een kind zelfstandig begint te stappen, verschilt enorm. Het is niet abnormaal als je kind pas alleen loopt als hij of zij 18 maanden is.
Eigenlijk helemaal niet. Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft – in de meeste talen – namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Een reden waarom baby's als eerst 'papa' zeggen, is omdat het makkelijker voor ze is. In de meeste talen zijn de klanken van het woord papa makkelijker voor baby's uit te spreken dan de klanken van het woord mama. Dit is een reden waarom je een kind eerder 'papa' zult horen zeggen dan 'mama'.
Als jouw kind van 2 of 3 jaar nog niet praat, dan kun je jouw zorgen uitspreken op het consultatiebureau. Zij kunnen het dan samen met jou in de gaten houden. Bij elke afspraak zal aan je gevraagd worden welke woordjes je kind zegt en wat je kind al begrijpt.
Dit kan jouw baby met 9 maanden
reageert op zijn naam. Zegt 'mama' of 'dada'. herkent een paar woordjes. Kan voorwerpen pakken tussen duim en wijsvinger en wijst dingen aan.
Kinderen zeggen gemiddeld per dag 378 keer het woord ”MAMA” als ze iets nodig hebben, iets willen of als ze verdrietig zijn en dit tegen de 78 keer “PAPA” per dag. We gooien er natuurlijk even een disclaimer tegenaan, want dit geldt niet voor ieder gezin, er zijn een hele hoop uitzonderingen.
Taalontwikkeling tussen zes maanden en een jaar
Je kind luistert steeds beter wanneer mensen praten en probeert klanken van anderen na te doen. Op de leeftijd van zeven à acht maanden begint de brabbelfase. Je baby gaat verschillende klanken achter elkaar zeggen, zoals dada, baba, gaga met ook al wisselende toonhoogte.
Baby's komen in principe enkel in uitzonderlijke gevallen in aanmerking voor de logopedist (bijvoorbeeld bij ernstige aangeboren gehoorstoornissen of kinderen met hersenverlamming). Omdat in dat geval een arts je dan zeker doorverwijst, beginnen we meteen met de leeftijd van ongeveer 1 jaar oud.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Een baby hoort je wel praten, maar verstaat het nog niet. Hij leert wel geleidelijk aan de betekenis van de woorden te begrijpen. Zo zal een baby bijvoorbeeld wenen als hij honger heeft omdat hij het nog niet kan zeggen in woorden (dus op een non-verbale manier) .
De meeste baby's gebruiken 'mama' of 'dada' als naam voor hun ouder rond de leeftijd van 7 tot 12 maanden. De eerste woordjes (anders dan 'mama' of 'dada') zeggen veel baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kind 2 jaar is, zegt hij zinnen van 2 tot 4 woorden.
Jonge baby's communiceren al heel veel. Dat doen zij met hun ogen, mimiek en bewegen. Ook met stemgeluidjes zoals kraaien en brabbelen proberen ze dingen duidelijk te maken. Wanneer ze zes weken oud zijn kunnen ze al hun eerste lachje laten zien.
Door op je knieën voor je baby te gaan zitten en je handen uit te steken wordt je baby gestimuleerd naar je toe te lopen. Forceer dit niet en doe dit als je baby er klaar voor is. In het begin kan je zijn beide handen vasthouden als hij naar je toe loopt. Later één hand en daarna zonder handen.
Er is sprake van hoogdbegaafheid als een kind een IQ hoger dan 130 heeft. Vaak zijn ze ook creatiever in hun denkwijze en hebben ze veel doorzettingsvermogen. Er is wel een verschil tussen hoogbegaafdheid en een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen die voorlopen in hun ontwikkeling, hebben een ontwikkelingsvoorsprong.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Soms heeft een kind een probleem in het taalsysteem. Dit kan dysfasie zijn. Dysfasie is een neurologische stoornis in de spraak-taalontwikkeling: het kind begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen.
Selectief mutisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij een kind/jongere in sommige situaties niet 'kan' praten, terwijl hij of zij dat in andere situaties heel goed kan.