Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Een rechtse bootschroef draait rechtsom als de boot vooruit vaart en linksom als de boot achteruit vaart.
Hoe kun je zien of je een linkse of een rechtse schroef hebt? De meeste boten zijn uitgerust met een rechtse schroef. Je kunt zien welke schroef je hebt als je de motor in zijn achteruit zet. Gaat je kont naar bakboord, heb je een rechtse schroef.
De draairichting van de schroef bepaalt welke kant het schip op gedrukt wordt bij achteruitslaan. Bij een rechtsdraaiende schroef (deze draait met de klok mee gezien van achter naar voor), die linksom draait bij het achteruitslaan, gaat het achterschip naar bakboord; bij een linksdraaiende schroef naar stuurboord.
Het zit namelijk nogal vast, en wil nix forceren. linksom. dus tegen de klok in (=linksom)? linksom.
Oorsprong. De woorden komen waarschijnlijk uit het Oudnoors, de taal die door de Vikingen werd gesproken. Zij stuurden (stýri = stuur) hun overnaadse houten schepen met een roeiriem die altijd aan het rechterboord (borða = plank) was bevestigd. Dat was dus stuurboord.
Elke schipper wacht op zijn beurt en vaart de sluis in op volgorde van aankomst. Inhalen is verboden bij het naderen van een wachtplaats. Vaar met lage snelheid zo ver mogelijk door naar voren in de sluis en sluit goed aan op de boot voor u. Zo hoeft u in de sluis niet om elkaar heen te varen.
In principe is alle vaarwater rechts van het midden stuurboordwal. Kleine vaart moet voorrang verlenen aan grote/beroepsvaart en ruimte geven (indien mogelijk) aan een oplopend groot schip. De kleine vaart zal dichter aan stuurboordzijde van het vaarwater varen en de grote beroepsvaart zal dus meer in het midden varen.
Als je iemand tegemoet vaart, geldt net als op de weg dat je rechts moet houden. Als je niet aan de rechterkant van het water vaart, wijk dan uit naar rechts. Zit je midden op een meer, dan gelden de normale regels, dus klein wijkt voor groot, een kano wijkt voor een zeilboot en een motorboot wijkt voor een kano.
Roerdruk. De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen. Een roer heeft roerdruk nodig om te kunnen functioneren.
Een component van die kracht ligt dus in de richting waarin de boot vaart en zal die dus voortstuwen in die richting. Hoe sneller de boot gaat hoe meer weerstand die zal ondervinden van het water en als die weerstandskracht even groot wordt als de aandrijvende kracht blijft de boot met die snelheid varen.
Wanneer je langs de muur in of uitvaart wordt je door de zuiging naar de muur getrokken. Kom je de sluis binnen met een groot verval (hoogte verschil) houd dan rekening met in-en uitstromend water. Vooral bij omhoog schutten raden we aan om twee voortrossen te gebruiken.
Afhankelijk van welke instantie de sluis of brug (ook wel kunstwerken genoemd) beheert moet je een bijdrage betalen. Nog geen 10 jaar geleden moest je bij elke sluis een bijdrage in het 'klompje' doen. Nu zijn veelal de sluizen en bruggen die door de overheid worden beheert gratis.
Een stuw is een vaste of beweegbare afdamming tussen 2 wateren. Als de waterstand boven een bepaalde hoogte komt, dan loopt de stuw over, of openen de deuren. Zo blijft het water op het gewenste peil.
Net als bij een rood stoplicht geeft de rode kleur de stuurman aan dat hij geen vrije vaart heeft – een uitwijkmanoeuvre kan nodig zijn. Ziet de stuurman daarentegen een groen licht, dan kan hij met een gerust hart koers houden, want het andere schip moet voor hem uitwijken.
Als je met je neus naar de punt van het schip staat zit baKboord linKs, en stuuRboord Rechts.
Stuurboord wijkt voor bakboord. Dit betekent dat degene die zijn zeil aan bakboord heeft staan, voorrang heeft over degene die zijn zeil aan stuurboord heeft staan. Loef wijkt voor lij. Deze regel gaat op als zeilschepen elkaar kruisen en ze beiden het zeil over dezelfde boeg hebben staan.
Het gebeurt iedereen wel een keer: een schroef die dolgedraaid raakt. Een dolgedraaide schroef kan door twee dingen ontstaan: door kapot schroefdraad of een kapotte schroefkop. En in beide gevallen is de schroef nauwelijks nog fatsoenlijk los te draaien met een schroevendraaier.
Probeer eerst een kortere schroevendraaier met een dikkere kop te gebruiken. Oefen neerwaartse druk uit en probeer de schroef langzaam te verwijderen. Als dit niet werkt probeer je een schroevendraaier met een andere kop te gebruiken. Probeer een platte schroevendraaier als het om een kruiskopschroef gaat.
Als je geen platte schroevendraaier hebt, kun je eigenlijk ieder plat voorwerp gebruiken om de schroef te verwijderen. Gebruik een kaart. Probeer een plastic kaart zoals een creditcard te gebruiken om de schroef los te draaien. Zet de rand van de kaart in de groef en draai tegen de klok in om de schroef los te maken.