Het skelet van een slang bestaat uit wel 400 botjes. Het skelet bestaat uit: ribben , ruggegraat en de schedel.De botten van een slang zijn broos en zeer kwetsbaar.
Het skelet van een slang is sterk gespeciliseerd en bestaat uit een schedel en een ruggengraat met zeer veel wervels; ongeveer 160 tot meer dan 400, afhankelijk van de soort.
Het aantal botten in een slang ligt rond de 300-400 . Hoewel er zoveel botten in een slang zitten, zijn ze nog steeds erg flexibel omdat al deze botten beweging mogelijk maken. Het skelet van slangen bestaat uit wervels waaraan de ribben zijn verbonden, samen met de schedel en de kaak.
Alle botten, vlees en organen worden verteerd en gebruikt. Een groot deel van de schubben en de tanden poept de slang weer uit, in de twee of drie weken na de vangst. Dingen met keratine en glazuur zijn onverteerbaar, dus die komen er gewoon weer uit.
Opvallend aan het slangenskelet is de grote hoeveel wervels en ribben: ze hebben ongeveer tussen de 125 en 400 wervels. Daarnaast kent het skelet nog de delica- te schedelbeenderen. Het is dan ook niet gek dat de wervels de meest voorkomende fossielen van slangen zijn.
De linker- en rechterhelft van de onderkaak zijn aan de voorkant verbonden door een dun, elastisch ligament, waardoor adders hun mond ver genoeg kunnen openen om grote prooien in hun geheel door te slikken.
Hij kan met grote snelheid vooruit en achteruit kruipen, kronkelend als een paling.
Slangen verteren weefsel en botten , maar geen vacht, veren of schubben. Bewijs van hun dieet kan dus gevonden worden in hun uitwerpselen, als mensen maar willen kijken!
Bij vogels, reptielen, amfibieën en vissen is het veel moeilijker om pijn direct te herkennen, simpelweg omdat ze geen uitgebreide gezichtsbespiering hebben waarop we kunnen terugvallen.
Giga-giftig
Freek stond in de Indonesische jungle oog in oog met deze recordhouder. Hij moest wel goed uitkijken. Deze slang kan met één beet een olifant doden!
Hebben slangen botten? Omdat slangen zo flexibel zijn , is het misschien verleidelijk om te denken dat slangen geen botten hebben. Slangen hebben echter wel degelijk botten. Sterker nog, ze hebben er honderden – zelfs meer dan wij mensen.
Ze bijten een mens alleen als ze zich bedreigd voelen en spuiten dan in een schrikreactie hun gif in de huid. Er zijn maar enkele slangen echt heel gevaarlijk voor de mens: bijvoorbeeld de Afrikaanse cobra, mamba, reuzenadder, de Aziatische cobra en kraits en de Amerikaanse koraal- en ratelslang.
Het is gewoon een lege ballon voor niets anders dan alleen lucht vasthouden. Dus als een slang gaat sissen, zal hij zijn ribben uitzetten, diep ademhalen en dan gewoon heel lang uitademen. Het sissende geluid is het resultaat van die snel bewegende lucht die door de glottis gaat.
Een slang perst, net als een mens, een drol door een gat. Niet alleen kak, maar ook urine en eieren gaan via die opening naar buiten. Je vindt het gat bij het begin van zijn staart. De meeste slangen draaien om de paar dagen een hoop, maar sommige soorten kakken soms een jaar niet!
Alle gewervelde dieren hebben rood bloed. Hetzelfde geldt voor zoogdieren, vogels, reptielen en vissen. Maar bij de ongewervelde dieren zijn er soorten die geen rood bloed hebben, zoals wormen en inktvissen. Dat komt doordat deze dieren andere eiwitten dan hemoglobine gebruiken voor het transporteren van zuurstof.
Volgens onze reptielenexpert Sterrin Smalbrugge waren de duikers veilig voor de anaconda. ''Zo'n slang kan een mens eten, maar het gebeurt eigenlijk nooit. Slangen zijn te klein om mensen als prooi te zien. Je moet wel opletten dat je ze genoeg ruimte geeft en niet irriteert.
Gewervelde dieren zoals honden, katten, vissen en vogels hebben bijvoorbeeld hersenen, maar ook krabben, insecten, ringwormen en inktvissen. Maar een paar dieren, zoals sponzen en anemonen, hebben geen hersenen.
Slangen en hagedissen zijn vaak agressief en zullen proberen te bijten en toe te slaan - variërend van periodes van rusteloosheid tot periodes van inactiviteit. Schildpadden zullen vaak met hun hoofd naar buiten liggen, waarbij het hoofd en de nek op de grond rusten (Figuur 15). Ze zijn vaak erg inactief en bewegen niet.
Jawel, je leest het goed: een slang mag dan geen uitwendige ooropeningen hebben, en zelfs geen middenoor of trommelvlies, toch kan ze je 'horen' naderen dankzij het gehoorbeentje of columella auris in haar kaak. Ze kan er wel enkel geluidstrillingen met een lage frequentie (100 tot 500 Hz) mee waarnemen.
Een zieke slang kan verschillende symptomen vertonen die van invloed zijn op zijn eetlust. Zo kan hij lethargisch worden en zich terugtrekken in zijn schuilplaats. Hij kan ook beginnen met braken, diarree hebben of zijn huid kan er slechter uitzien dan normaal.
De slang kan het grootste deel van de dieren die hij eet, verteren, inclusief de botten.
Braakballen worden het vaakst aangetroffen bij sauropsiden, met name bij vogels, maar gepubliceerde gegevens geven aan dat de vorming van braakballen ook voorkomt bij de tweede groep sauropsiden, dat wil zeggen bij niet-vliegende reptielen, waaronder hagedissen en slangen (Myhrvold 2012).
Slangen kruipen normaal gesproken niet achteruit , maar gespecialiseerde spieren stellen hen in staat om de binnenkant van de muurholte vast te grijpen en van richting te veranderen om zich terug te trekken. We willen dat u weet dat slangen scheuren in funderingen of huilopeningen binnendringen om toegang te krijgen tot kelders, kruipruimtes en muurholtes.
Daar ontdekten ze dat de slang wel maar één hart heeft. Zulke bijzondere dieren worden vaak niet zo oud. De reptielen-deskundige blijft het dier in de gaten houden en zoekt een plek waar het dier goed kan leven.
Als je toch gebeten wordt door een slang, probeer dan kalm te blijven en zoek zo snel mogelijk medische hulp. Probeer de beet niet uit te zuigen en leg geen tourniquet aan, aangezien dat er juist voor kan zorgen dat het gif geconcentreerd blijft en meer schade aanricht dan wanneer het zich verspreidt.