Rijke teksten zijn zowel literaire (fictie, non-fictie en poëzie) als zakelijke teksten uit heden en verleden, zowel niet-canoniek als canoniek. Ze hebben verschillende verschijningsvormen: mondeling, schriftelijk, digitaal en multimodaal. Kenmerkend voor rijke teksten zijn de rijke inhoud en de goede taalkwaliteit.
Rijke taal bevat geen traditionele verdeling in taaldomeinen, maar de hoofdstukken zijn afgestemd op het creëren van rijke contexten, het kiezen van rijke teksten en het vormgeven van actief denken over taal en interessante onderwerpen.
Kenmerken van een goede instructie bij begrijpend lezen
Noem de strategie, vaardigheid of taak; 2. Geef het doel van de strategie, vaardigheid of taak aan; 3. Leg uit wanneer de strategie of vaardigheid wordt gebruikt; 4. Leg een relatie tussen de voorkennis en wat nieuw geleerd moet worden; 5.
Een authentieke tekst is een tekst die niet bewust is aangepast om te gebruiken in een onderwijscontext. Leerlingen willen het gevoel hebben dat wat ze in de klas lezen, ook in de praktijk kan worden toegepast.
Authentiek betekent oorspronkelijk, gelijk aan het origineel, gelijk aan hoe iemand is. Een authentiek persoon is trouw aan zijn eigen persoonlijkheid.
- Een leesstrategie is een hulpmiddel om iets in een tekst beter te begrijpen. Een leesstrategie is dus geen leesdoel. Het doel van lezen is immers om iets in de tekst beter te begrijpen. - Tekstkenmerken zoals kopjes, alinea's, en dergelijke zijn ook geen leesstrategieën.
Het is belangrijk dat voldoende tijd op het rooster staat en daadwerkelijk wordt besteed aan lezen en taal. De inspectie geeft aan dat de tijd voor taal en lezen ongeveer 8 uur per week zal moeten bedragen.
Die aanleiding moet aan de taal betekenis geven, zodat de leerlingen herkennen wat de functie is van woorden, zinnen en teksten in die context. Pas dan lukt het om over die taal na te denken, variaties uit te proberen en eigen vaardigheden op dat punt te versterken.
Het verbinden van taalonderwijs, zaakvakonderwijs en eigen ervaringen is effectief. Verder leidt aandacht voor technieken die verbindingen tussen tekstelementen leggen of expliciteren tot beter onthouden. Visuele ondersteuning kan hierbij helpen. De kwaliteit van de geboden input is relevant.
Er wordt vooral getoetst wat een leerling begrijpt van een tekst. Gatenteksten worden ook wel openplaatsopgaven genoemd. In de teksten wordt op een of meerdere plekken een woord of een deel zinsdeel weggelaten. Er moet vervolgens gekozen worden wat het best past op de open plaats in de tekst.
Begrijpen wat je leest, is de essentie van lezen en leren. Tijdens het vak begrijpend lezen, leert jouw kind hoe hij leesstrategieën kan toepassen. Hierdoor leert hij bij verschillende tekstsoorten (verhalend, instructief, informatief enz.) te begrijpen waar de tekst over gaat.
De categorie A-boeken omvat boeken met niveau AVI Start (voor beginnende lezers in groep 3) tot AVI E5. B = boeken voor kinderen van 9 tot 13 jaar. Dit zijn boeken voor groep 6, 7 en 8, dus van AVI M6 tot AVI Plus niveau. Het komt overigens vaak voor dat er op kinderboeken staat: AVI-E6 en hoger.
beschikken over een zeer goede mondelinge taalvaardigheid. zien verbanden/relaties bij wat ze lezen. begrijpen complexe zaken. het beschikken over een sterke 'internal locus of control'; ze geloven dat hun goede lezen het resultaat is van hun eigen vaardigheid en gedrag.
Begeleid hardop lezen is een effectieve remediëringsmethodiek, zo blijkt uit dit onderzoek, zowel als het individueel wordt aangeboden als aan groepjes van drie leerlingen tegelijk. Bij deze methodiek leest een leerling een tekst hardop, terwijl een ervaren lezer, bijvoorbeeld een onderwijsassistent, hem begeleidt.
Modelen houdt in dat je als leerkracht aan je leerlingen voordoet welke denkstappen je maakt om een moeilijke opdracht op te lossen. Bij begrijpend lezen doe je bijvoorbeeld voor hoe je de hoofdgedachte van de tekst vindt of hoe je de tekst moet samenvatten.
Puur betekent immers dat er geen sprake is van invloeden van buitenaf. Alles wat je bent en doet komt volledig van binnenuit. Vanuit je hart en ziel, de innerlijke bronnen van goedheid voor jezelf en voor de ander. En alles wat direct uit de bron komt is immers zuiver.
Authentiek betekent echt, betrouwbaar, niet vervalst, geloofwaardig, waarachtig. Als we dat vertalen in gedrag, dan betekent het zoveel als congruent zijn in denken en doen. Een authentiek persoon is trouw aan zijn eigen persoonlijkheid.
Tekstdoelen geven aan wat jij als schrijver wilt bereiken met jouw tekst. De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren. Een tekst heeft minimaal één tekstdoel. Maar een tekst kan ook alle zeven doelen in zich hebben.
Als de tekst je ook iets wil leren, spreken we van een uiteenzetting. De eigen mening van de schrijver zal hierbij geen rol spelen. Een speciale vorm van informeren is beschouwen/opiniëren. In een beschouwing wordt een onderwerp op verschillende manieren bekeken.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.