In de dunne darm worden eiwitten en koolhydraten onder invloed van sappen uit de alvleesklier, en vetten onder invloed van gal uit de lever, gespleten. Een belangrijk verschil met de vertering van de mens is dat paarden geen galblaas hebben. Gal komt dus rechtstreeks uit de lever.
Het gal komt direct de dunne darm in doordat paarden minimaal 16 uur per dag aan eten zijn. Het is voor het lijf dus niet nuttig om het gal tijdelijk op te slaan, want het moet het overgrote gedeelte van de dag beschikbaar zijn. Zodoende is de galblaas overbodig en heeft een paard deze dus ook niet.
Het voorkomen van een lege maag is ook van belang omdat bij een paard de galblaas ontbreekt, waardoor verteringssappen de hele dag door de dunne darm inlopen.
Het heeft als functie om voedsel te verwerken, voedingsstoffen op te nemen en vervolgens afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Een paard is een éénmagige herbivoor, wat betekent dat een planteneter is en één maag heeft. Anders dan een koe, die ook van gras leeft. Die heeft wel vier magen!
Plantaardige olie bevat vetten. Vetten geven namelijk veel energie en het paardenlichaam is zeer adequaat in het verteren en gebruiken van plantaardige vetten. De vetten worden verteert in de maag en in de dunne darm.
Antwoord VoerVergelijk. Het eten van mest, ook wel coprofagie genoemd, wordt vaker gezien bij paarden. Vooral bij veulens komt dit regelmatig voor en het heeft een functie. Door het eten van de mest van de merrie, ontwikkelen veulens een gezonde bacterieflora in de blinde en dikke darm.
VERSTOPPINGSKOLIEK DUURT SOMS ENKELE DAGEN
Bij een gezond paard kan het al 18 uur duren voordat het opgenomen voedsel er aan de achter kant weer uit komt. Als de darmen trager werken en bijna stil liggen duurt het nog langer. Een verstoppingskoliek kan zo soms meerdere dagen aanhouden.
Voorbeelden van herkauwers zijn: de geit, het schaap, het rund, de antilope, het hert en de giraffe.
Bij volwassen paarden duidt het eten van mest meestal op een dieperliggend probleem, zoals tekorten in het rantsoen, stress of verveling. Als er geen sprake van een wormbesmetting is, kan het eten van mest op zich geen kwaad, maar het is wel belangrijk dat je de precieze oorzaak gaat achterhalen.
Een zeer ernstig beeld, aangezien een paard normaal gesproken niet kan boeren of braken. Dit heeft te maken met de krachtige spier-overgang tussen slokdarm en maag. Ook de scherpe hoek tussen slokdarm en maag maakt braken bijna onmogelijk.
Joden die de spijswetten eerbiedigen, mogen geen paardenvlees eten, het is niet koosjer. Vroeger was in tijden van oorlog het slachten van paarden strikt verboden omdat het paard een essentieel deel was van de oorlogsuitrusting. Ook rooms-katholieken mogen het niet vanwege een decreet van paus Gregorius III in 732.
Anatomisch gezien hebben paarden en mensen bijna allemaal dezelfde botten en dezelfde volgorde in het lichaam alleen zijn sommige botten bij ons minder belangrijk dan bij de paarden. Het tongbeen is verbonden met de oren bij het paard bij ons niet.
Vaak kun je dit zien aan eczeem, jeuk of uitslag. De huid is het grootste orgaan (qua oppervlakte) van een paard. De huid beschermt hem tegen invloeden van buitenaf.
Als de galblaas weg is, maakt de lever nog steeds gal aan. De gal wordt nu alleen niet meer opgeslagen in de galblaas, maar gaat direct naar de darm toe. Dat kan, vooral vlak na de operatie, diarreeklachten geven. Bij diarree is het belangrijk dat je veel vezels eet en dat je voldoende drinkt.
De galblaas
Gal is zeer belangrijk voor de vertering van vetten. Zodra er voedsel in de darm komt, vooral vet voedsel, perst de galblaas gal naar de dunne darm via een afvoerbuis. Wanneer de galblaas verwijderd is, nemen de lever en de galgangen deze taak over.
Zo gaat de galvloeistof via de galwegen naar de dunne darm om de vetten af te breken en te verbranden. Omdat de gal door de lever wordt aangemaakt kan je goed leven zonder galblaas. Na verwijdering van de galblaas stroomt de galvloeistof meteen door naar de dunne darm.
Merries (en ruinen) ruiken aan de mest van groepsgenoten, blijven daar staan en ontlasten zich. In de praktijk valt de nieuwe mest dan net een metertje verder op de grond. Als de mestballen niet regelmatig worden opgeruimd, wordt het mestgebied steeds groter.
Laat een paard niet langer dan zes uur zonder voer staan.
Met vers, smakelijk stro in de stal mag dit wel langer zijn (acht uur), maar veel stro eten kan bij gevoelige paarden leiden tot verstoppingskoliek. Bij geen krachtvoer in het rantsoen is een supplement nodig voor de aanvulling van mineralen en vitaminen.
Wel is bekend dat na vier uur zonder ruwvoer de kans op maagzweren zeer groot wordt. Daarom raden wij aan je paard/pony maximaal 2 tot 3 uur je paard zonder ruwvoer te laten staan.
Kieskeurig is een woestijnvos niet. Hij eet insecten, knaagdieren, vogels, eieren maar ook fruit en plantenwortels. Water krijgt de alleseter via zijn voedsel binnen. Hij kan daardoor lange tijd zonder drinken.
De dwergspitsmuis
Die vindt hij tussen de bladerlaag, in de begroeiing of in ondergrondse gangetjes. Dit kleine diertje kan niet langer dan drie uur zonder voedsel omdat hij een zodanig snelle stofwisseling en geen vetreserves heeft. Hij eet dus meerdere keren per dag.
De maag van de vinvis is zo groot als een auto. Er past meer dan 1000 kilo krill in. In het maagzuur laat de harde huid van de garnaaltjes snel los. Het zachte vlees kan de vinvis dan verder verteren in zijn darmen.
Rollen wordt gerekend tot zelfverzorgend gedrag, ofwel gedrag om de vacht en huid in goede conditie te houden. Als bijkomend voordeel masseert een paard zijn rug- en halsspieren tijdens een stevige rolbeurt en dus neemt je paard er even uitgebreid de tijd voor.
Ook moet je altijd alert zijn op de kwaliteit van de voeding. Hooi of kuil wat bedorven is kan ook koliek veroorzaken. Het is daarnaast belangrijk dat wordt voorkomen dat het paard zich gaat vervelen of honger krijgt.
Over het algemeen ziet men een paard dat de 15 jaar is gepasseerd als een paard van oudere leeftijd. Is het paard ouder dan 20 jaar dan noemt men dit paard bejaard. Er zijn gevallen bekend van paarden die de leeftijd van 40 jaar bereikt hebben, gemiddeld gezien wordt een paard ongeveer tussen de 20 en 25 jaar oud.