In de Nederlandse taal heeft – behalve de mens – eigenlijk alleen het paard benen. Het paard wordt als ‚edel dier' beschouwd, daarom heeft het ook een hoofd (andere dieren hebben een kop). Eventueel hebben de giraf en de zebra ook benen – terwijl een muilezel en een ezel in elk geval poten hebben.
Geen kop, maar een hoofd. En geen poten, maar benen. Dat komt, omdat een paard edel is. Maar waarom is dat eigenlijk?
Het paard geldt als een 'edel dier'. Het edele paard heeft geen kop, poten en bek, maar een hoofd, benen en mond. Dat is geen 'taalregel', maar een gewoonte onder paardenliefhebbers die veel anderen hebben overgenomen. Deze gewoonte is in de loop van de twintigste eeuw ontstaan.
De voorouders van onze huidige paarden hadden ooit drie tenen aan elke voorvoet en vier tenen aan elke achtervoet. Nu hebben paarden als enige zoogdier aan alle vier voeten slechts één teen.
Anatomie. Het paard behoort tot de onevenhoevigen (Perissodactyla) en heeft per been slechts één teen.
Mensen hebben een 'hoofd', dieren hebben een 'kop'.
Zoogdieren lopen op 3 verschillende manieren: Op de gehele zool, op de vingers/tenen of op de vingertoppen. De mens en de beer zijn zoolgangers, honden en katten zijn teengangers, koeien en paarden zijn topgangers. De mens (zoolganger) loopt op drie sets kussentjes: de hiel, bal van de voet en de teenkussentjes.
De “voet” van een koe bestaat uit twee klauwen of hoeven. Koeien zijn dus evenhoevigen, in tegenstelling tot paarden, die onevenhoevigen zijn. Een paard heeft maar één hoef. Op onze boerderij krijgen de koeien regelmatig een klauwverzorging.
Het edelhert bevat het woord edel. Echter wordt enkel een paard een edel dier genoemd. Deze naam heeft het gekregen vanwege zijn "hulp" van vroeger uit. Door deze term heeft een paard ook een "hoofd, benen en een mond" i.p.v. een kop, poten en een bek.
Een paard heeft geen kop, maar een hoofd.
Paard is een algemene soortnaam en begint dus met het lidwoord 'het'. De woorden 'merrie' en 'hengst' hebben wel het lidwoord 'de', omdat dit respectievelijk de vrouwelijke en mannelijke versie van de soortnaam 'paard' is.
Trekdieren. Voorbeelden van dieren die door domesticatie als trekdier gebruikt kunnen worden zijn: het paard (voor mennen met koetsen of het beoefenen van de mensport)
Insecten hebben altijd zes poten en dat is onder andere een reden waarom spinnen niet onder de insecten vallen: zij hebben er acht. Bijna alle insecten hebben vleugels, alhoewel ze niet door elk insect ook daadwerkelijk gebruikt worden.
Spinnen; 8 poten, 8 ogen en spintepels. Er zijn zoveel soorten spinnen, dat algemeen gezegd kan worden dat het achtpotige dieren zijn met een tweeledig lijf.
De blob kruipt dus wel degelijk, maar wie dat wil zien, zal lang naar het gele slijm moeten staren. Het diertje heeft namelijk een topsnelheid van 4 cm per uur. En dat zonder poten. 'Om te bewegen vormen de cellen uitstulpingen, waarmee ze zich voorttrekken.
Over het algemeen kun je dus zeggen dat paarden best wel slimme dieren zijn. Ze communiceren met elkaar, maar ook met mensen. Paarden kunnen heel snel nieuwe dingen leren. Met al die vaardigheden is het wel te verklaren, waarom mens en paard al eeuwen samen werken.
Het heeft vier poten en een slurf.
Een paard heeft hoeven. Om te voorkomen dat de hoeven afslijten door het lopen op straat, krijgen paarden hoefijzers aangemeten. Die worden gemaakt door de hoefsmid. Die maakt de hoefijzers op maat en spijkert ze dan in de voet van het paard.
Aan elke poot heeft het varken vier tenen maar ze lopen op de middelste twee waaraan hoeven zitten. Deze hoeven, klauwen genoemd, groeien door en moeten afslijten door op stenen te lopen, of ze moeten worden geknipt. Dit noem je bekappen.
Gezonde poten en klauwen zijn heel belangrijk voor melkkoeien. Sterke poten en hoeven zorgen voor een betere algehele gezondheid van de koe. En daar heeft de boer ook baat bij. Gezonde klauwen betekent blijere koeien én boeren.
Een hoef is een hoornen overdekking van het uiteinde van de voet. Het is in feite een vergrote en versterkte nagel. Van een hoef wordt gesproken als het de nagel is die bij het staan en lopen de grond raakt.
Panda's en mollen hebben trouwens wel zes vingers. Hun zesde vinger is eigenlijk een vergroot botje uit de hand, dat werkt als duim. Hun voeten tellen 'gewoon' vijf tenen.”
De voorvoeten van otter zijn groter dan de achtervoeten. De vorm van de tenen met de nagels is als een druppel, de nagels lijken direct uit de tenen voort te komen. De otter is een marterachtige, en heeft zowel voor als achter heeft de otter vijf tenen.
Bijvoorbeeld wat wij een poot noemen bij een hond noemen wij bij een paard gewoon een been en wat wij een kop noemen heet bij een paard een hoofd.