Het lijkt logisch dat Inuit veel woorden hebben voor sneeuw, maar nodig is het niet. Veruit de meeste talen hebben maar één grondwoord. Voor nuances worden er samenstellingen gemaakt als papsneeuw en poedersneeuw, of er wordt een adjectief gebruikt, zoals in natte sneeuw.
De Schotten steken met 421 woorden voor 'sneeuw' ruimschoots de Inuit voorbij, die 'maar' 50 woorden zouden hebben voor het witte goedje.
Bovendien spreken ze verschillende talen. Dat gezegd hebbende: het aantal van 100 is nattevingerwerk. Net als alle andere aantallen die soms genoemd worden: 20, 50, of soms zelfs duizend(en).
Eskimoland verschijnt onder zijn oorspronkelijke titel, hoewel Eskimo als een scheldwoord geldt dat rauwvleeseter betekent. "Het is een term die van buitenaf aan de Groenlanders is opgelegd door hun zuiderburen", legt poolexpert Cunera Buijs uit. "Zelf gebruiken ze de term Inuit, wat mens betekent.
Alhoewel de Canadese Eskimo's zelf liever met hun eigen woord inuit (mensen) zouden worden aangeduid, de Groenlandse Eskimo's, die gebruikelijk ook tot de Inuit worden gerekend, zichzelf de kalaallit noemen en de aanzienlijke minderheid in Alaska en het noordoosten van het Russische Verre Oosten zichzelf yupik noemt, ...
Je hebt ook regen die ontstaat bij fronten: plekken waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen. Deze frontale regens zie je vaak bij ons, in West-Europa. Op de satellietfoto's zien we wolken bij Europa. Warme lucht uit het zuiden trekt naar het noorden en botst tegen koude lucht.
De Schotse taal bevat bijzonder veel woorden en uitdrukkingen om sneeuw aan te duiden, zo blijkt uit een nieuw naslagwerk van taalwetenschappers.
In het noordpoolgebied van Siberië, de Verenigde Staten, Canada en Groenland leven langs een 9.000 kilometer lange kuststrook verschillende inheemse bevolkingsgroepen met een gelijksoortige cultuur. Ze staan bekend als de 'Inuit', in de volksmond ook wel 'Eskimo's' genoemd.
Dat komt neer op circa 56 mm in 70 minuten en komt dicht in de buurt van een gebeurtenis van T = 100 jaar voor De Bilt (volgens het klimaat van 2014). Deze bui is geschikt om het extreem functioneren van gebieden met een beperkte omvang te toetsen.
Lokale neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui, terwijl meer dan 50 millimeter in één dag wordt aangeduid met 'een dag met zware neerslag'.
1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter. Valt de neerslag in vaste vorm, bijvoorbeeld als sneeuw of ijzel, dan wordt de neerslag door een verwarmingselement in de regenmeter gesmolten.
De oorspronkelijke bewoners van het Canadese Hoge Noorden eten veel (rauw) vlees en vis en weinig vezels en koolhydraten. Omdat er boven de poolcirkel weinig tot niets groeit eten de Inuit zeer weinig plantaardig voedsel.
Die mensen op de Noordpool, die Eskimo's, hebben een huis van ijs. Een sneeuwhut. Daar slapen ze. Zo'n hut heet een iglo.
Ze woonden bijvoorbeeld in iglo's. Maar tegenwoordig hebben ze huizen met elektriciteit. Alleen de Inuit in het Canadese noordpoolgebied leven nog in iglo's.
Ottawa l De gemiddelde Canadees sterft op zijn 79ste, maar de levensverwachting van de Inuitbewoners van Canada is niet meer 64 jaar. 'Wij worden even oud als de Canadezen in 1946.
Traditioneel geassocieerd met de Inuit - de inheemse bevolking van het verre noorden van Canada - heeft de iglo meestal de vorm van een koepel .
Naast veel vis, zeehonden en rendieren eten Inuit, ofwel Eskimo's, traditioneel ook bessen, algen en kruiden, die in hun leefgebied groeien. Uit onderzoek is gebleken dat alle voedingsstoffen ook echt ruimschoots aanwezig waren.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
Om van een dag met zware regen te spreken moet er op minstens één van de officiële weerstations 50 millimeter of meer zijn gevallen. Zulke zware buien komen vooral 's zomers voor, maar soms ook in andere jaargetijden. Een gewone zomer levert landelijk zes dagen met zware regen op.
De Veluwe is met ruim 950 mm per jaar het gebied waar op jaarbasis de meeste regen valt, in Midden-Limburg (minder dan 750 mm per jaar) valt de minste neerslag.
Bij de analyse van de neerslagreeks is een bui gedefinieerd als een aaneengesloten periode waarbinnen geen droge perioden van langer dan vijf uur voorkomen. De extreme buien zijn uit de neerslagreeks geselecteerd op grond van de maximale neerslaghoeveelheid in vijftien minuten.
In de zomer heeft Nederland vaker te maken met droge periodes, doordat er dan meer water verdampt dan dat er neerslag valt. Maar momenteel staat 2022 volgens het KNMI wel in de top-5 van droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1901.