In het dagelijks leven heb je weinig wiskunde nodig. Het is wel handig om te kunnen rekenen en vergelijkingen te kunnen maken. Wiskunde is voor de maatschappij wel heel erg belangrijk voor de ontwikkeling van allerlei dingen, al zijn er maar weinig mensen die dit voor hun werk doen.
Wiskunde is de taal van de getallen
Zo werken we bij wiskunde niet alleen met getallen, maar ook met letters zodat we formules (en vergelijkingen) kunnen maken. Met deze formules kunnen we verbanden makkelijker verwoorden. Een voorbeeld: Je gaat op vakantie waar je een auto wilt huren.
Of je nou sociologie, psychologie, natuurkunde, biologie of economie wilt studeren, wiskunde is er een belangrijk onderdeel van. Je zult verschillende wiskundige problemen moeten oplossen tijdens je studie of werk. Veel studenten en volwassenen denken dat ze de wiskunde die ze leren nooit hoeven toe te passen.
Iedereen kan wiskunde leren! Methodiek is ook enorm belangrijk en iets dat we allemaal kunnen verbeteren om zo onze relatie met wiskunde een beetje meer liefdevol te maken. De lesmethode is de manier van lesgeven, die moet aansluiten op de leerstijl van een leerling, wat de manier is waarop iemand iets leert.
Wiskunde is abstract
De meeste leerlingen vinden wiskunde vooral moeilijk omdat het abstract is. Het is onzichtbaar, er bestaan eenmaal geen werkelijke wiskundige objecten. Leerlingen die veel visualiseren zullen wiskunde daarom ook moeilijker vinden. Zij kunnen dan niet een goed beeld krijgen en snappen zij het niet.
Van boodschappen doen tot douchen, van koken tot een ritje met de auto maken, van de rekening betalen tot muziek draaien – wiskunde is onlosmakelijk verbonden met de wereld om ons heen! Op het moment dat je dat zelf gaat inzien, zul je ook inzien hoe leuk wiskunde is!
Het is onmogelijk om goed wiskunde te leren door alleen maar te lezen en te luisteren. Om wiskunde te leren moet je de mouwen opstropen en aan de slag gaan met het studeren. Het is dan ook een vak waarbij je genoeg tijd moet stoppen in het actief leren om het onder de knie te krijgen.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Wiskunde is overal! Dit boek laat zien wat je met getallen, vormen, logica en kansberekening kunt doen. Uitgelegd in heldere taal en met kleurrijke illustraties.
Rekenen voor kinderen: essentiële vaardigheden
Gedurende ons leven moeten we beslissingen nemen op basis van wiskundig redeneren. Het is daarom essentieel dat kinderen de mogelijkheid hebben om de verbanden te zien tussen de belangrijkste onderwerpen die een solide basis vormen voor het opbouwen van hun kennis.
Wiskunde bestaat lang niet alleen uit getallen. Ook grafieken, tabellen, modellen en figuren horen bij wiskunde. Aangezien wiskunde zo'n groot geheel is, wordt het onderverdeeld in verschillende delen. Voorbeelden hiervan zijn rekenen, statistiek, meetkunde en algebra.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Wiskunde leer je vooral tijdens de les, dus luister goed naar de uitleg! Je leraar geeft vaak handige tips. Maak aantekeningen, zodat je de uitleg achteraf nog kunt teruglezen. Doe actief mee aan de klassikale oefeningen.
Zonder de kernvakkenregeling kan een leerling op het examen in principe twee onvoldoendes halen, het maakt niet uit bij welke vakken. Met de toevoeging van deze regeling maakt het wel uit bij welke vakken er onvoldoendes staan.
Schrijf per dag op hoeveel uur je beschikbaar hebt om te leren. Zorg er wel voor dat je niet teveel uren op een dag inplant en zorg er ook voor dat je vrije tijd inplant. Niemand kan uren achter elkaar leren. Voor de meeste mensen is het zo dat ze zich ongeveer 30 tot 45 minuten goed kunnen focussen.
reken dan uit hoeveel dagen je denkt nodig te hebben om alles te leren voor de toets. Stel je moet 3 blokken leren reken dan uit dat je 4 dagen voor de toets begint.