Op zondag 26 december 2004 vond een zeer zware zeebeving plaats in de Indische Oceaan, die een vloedgolf veroorzaakte die zich in verschillende richtingen over de Indische Oceaan verplaatste met ongeveer 230.000 doden als gevolg. De catastrofe wordt gezien als een van de ergste natuurrampen in de recente geschiedenis.
- De vermoedelijke eerste: 6000 à 6200 v. Chr. De eerste tsunami waarvan sporen zijn teruggevonden, sloeg toe aan de oostkust van Schotland, zuidwest-Noorwegen en op de Shetland-eilanden. Oorzaak was een onderzeese aardverschuiving in het Storegga-gebied, 100 kilometer uit de kust van zuidwest-Noorwegen.
Het is een van de grootste rampen van de afgelopen 20 jaar: de tsunami in Zuidoost-Azië. Op tweede kerstdag 2004 veroorzaakte een zeebeving een verwoestende vloedgolf. Ruim 227.000 mensen kwamen om.
De eerste man die een tsunami waarnam was John Scott Russel. Toen een boot die door paarden werd getrokken was er een raar verschijnsel. Er was één enkele golf die zich met grote snelheid voortbewoog en niet van vorm veranderde. John Scott Russel ging erachter aan met zijn paard.
Ontstaan en werking
Veruit de meeste tsunami's ontstaan als direct gevolg van een aardbeving in een oceaan. Voor de Stille Oceaan zijn aardbevingen de oorzaak van ruim 82% van de tsunami's van de afgelopen 2000 jaar, ook al veroorzaakt slechts 1-2% van de aardbevingen een tsunami.
Tsunami's hebben een veel grotere periode (in de orde van een kwartier à een half uur) en een veel grotere lengte (de tsunami van 26 december 2004 had golflengten in de grootte-orde van ongeveer 150 kilometer). Als windgolven de kust naderen en in ondieper water komen, worden ze – net als tsunami's – hoger.
Tsunami's komen het meest voor rondom de Grote Oceaan, omdat langs alle randen van deze oceaan door platentektoniek veelvuldig aardbevingen plaatsvinden.
Twee: tsunami's komen in Nederland niet voor. De Noordzee is te ondiep. Dat constateerde Rijkswaterstaat namelijk in 1993.
Door een zeebeving ontstond op 26 december 2004 voor het Indonesische eiland Sumatra een enorme vloedgolf, een tsunami. Die trof grote delen van de kusten van Azië en Oost-Afrika.
De grootste uitbarsting die ooit beschreven is, was die van de Indonesische vulkaan Tambora in 1815. Niet alleen de uitbarsting was enorm, ook de gevolgen waren wereldwijd merkbaar. Grote vulkaanuitbarstingen hebben vaak wereldwijde invloed. Dat gold ook voor de vulkaan in Tonga die in januari 2022 uitbarstte.
Een kleine tsunami van naar schatting 50 cm hoog bereikte de kust van Japan zonder enige schade aan te richten.
De kans dat een tsunami in Nederland voorkomt, is gelukkig heel erg klein. Voor een tsunami heb je naast een ondergrondse zeebeving namelijk ook veel zeewater nodig. De Noordzee is voor een zee erg ondiep.
De kans dat Nederland getroffen wordt door een tsunami is uiterst klein. Een zware aardbeving in de Noordzee is zeer onwaarschijnlijk. Mocht die toch plaatsvinden dan is de Noordzee te ondiep om een hoge tsunami te laten ontstaan. Waarschijnlijk is een halve meter het maximum.
De tsunami had volgens de Japanse krant Yomiuri Shimbun op basis van onderzoek van het Port and Airport Research Institute bij de Sanriku-kust een hoogte van meer dan 15 meter en bereikte eenmaal aan land op sommige plaatsen door opstuwing een hoogte tot 21,1 meter. Er werd ruim 400 km² land overspoeld.
Valdivia-aardbeving (9,5)
De heftigste aardbeving ooit gemeten vond plaats op 22 mei 1960 in Chili en had een magnitude van 9,5. Het epicentrum lag in de buurt van het dorp Lumaco, ongeveer 560 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Santiago.
De beving veroorzaakte in totaal drie grote golven, waarvan de eerste zo'n 12 meter hoog was.De laatste was iets meer dan 6 meter hoog. > Een half uur na de beving bereikte de eerste golf de kust van Indonesië, Thailand en Maleisië, wat later ook Myanmar en Bangladesh.
Landen die na Japan kunnen rekenen op een tsunami, zijn onder meer Rusland, Taiwan, de Filipijnen, Indonesië, Hawaï, Mexico, Australië, Nicaragua, Peru, Antarctica en Chili. Een tsunami kan bestaan uit verschillende golven, waar tot wel een uur tijd tussen kan zitten.
De golven die daarbij ontstaan -tsunami's of havengolven- kunnen een lengte van meer dan 100 kilometer bereiken. Het kan dan een uur duren voor de volgende golf arriveert. Ter vergelijking: de wind maakt golven van amper 150 meter, die elkaar binnen tientallen seconden opvolgen.
Een sterke aardbeving is ook een waarschuwing dat er misschien een tsunami op komst kan zijn. En als de zee zich terug trekt, betekent dit dat er een grote golf aan komt. Veel mensen werden verrast door het water omdat ze niet wisten wat een tsunami was. Behalve een waarschuwingssysteem is dus ook voorlichting nodig.
Nederlanders collecteerden ruim 208 miljoen euro voor hulp aan slachtoffers. Dankzij uw bijdragen aan Giro555 kregen 3 miljoen mensen hulp.
Ondiep water
Steeds neemt de snelheid af tot enkele tientallen kilometers per uur (figuur 6) en neemt de golfhoogte toe (figuur 5). Daardoor kan een tsunami op volle zee niet opgemerkt zijn en toch bij de kust een hoogte bereiken van enkele tientallen meters.
Lopen we gevaar? Langs de Nederlandse kust van de Noordzee zullen gelukkig geen hoog oprijzende tsunami's optreden, omdat zeer zware zeebevingen in de Atlantische Oceaan onwaarschijnlijk zijn.
Op volle zee is een tsunami nauwelijks waarneembaar, want vanwege zijn golflengte van enkele honderden kilometers is de golf zelden meer dan een halve meter hoog. Met ongeveer 1000 km/h raast de vloedgolf op het land af.
In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere.