Vaak wordt extreme neerslag gedefinieerd door het optreden van een neerslagsom of intensiteit boven een bepaalde drempelwaarde. In Nederland noemen we neerslag boven de 25 millimeter in één uur een hoosbui, en meer dan 50 millimeter in één dag 'een dag met zware neerslag'.
Je kunt een halve millimeter regen wel lichte neerslag noemen, maar als het binnen vijf minuten uit de hemel stort, ben je toch goed nat. Gelukkig krijg je in weerberichten een idee van hoelang het gaat regenen.
Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter. Dat is evenveel als er in een melkbus gaat.
Een simpele huis-tuin- en keuken emmer heeft over het algemeen een volume van 10 liter. Tien millimeter regen staat dus ongeveer gelijk aan één volle emmer water per vierkante meter. Vandaag viel er op de neerslagrijkste plekken nét geen 5 millimeter, een halve emmer per vierkante meter dus.
Neerslag wordt gemeten in millimeter. Eén millimeter neerslag komt overeen met 1 liter water per vierkante meter. Als één liter water wordt uitgegoten op 1 vierkante meter en dat water verdampt niet of sijpelt niet in de bodem, dan staat het 1 mm hoog.
Dit getal geeft de kans als percentage (%)aan dat iemand die zich op een willekeurige vaste plek in Nederland bevindt, op een dag (00-24 uur) neerslag krijgt. Die neerslag is meestal regen, maar kan ook sneeuw of hagel zijn. Het getal zegt dus niets over de duur van de regen: dat kan 10 minuten zijn of 24 uur.
“Wat '60% kans op neerslag' betekent is: Als jij 100 dagen lang op dezelfde willekeurige plek in Nederland gaat staan; dan zul je op 60 van die dagen een vorm van neerslag ervaren.
Riolering zijn vaak gedimensioneerd om een hoeveelheid van 20 millimeter per uur aan te kunnen. Vaak wordt als index voor een dag met extreme neerslag 50 millimeter per dag aangehouden.
Vaak wordt extreme neerslag gedefinieerd door het optreden van een neerslagsom of intensiteit boven een bepaalde drempelwaarde. In Nederland noemen we neerslag boven de 25 millimeter in één uur een hoosbui, en meer dan 50 millimeter in één dag 'een dag met zware neerslag'.
Veel bewolking. De paar spatjes regen of motregen hoeven geen belemmering te vormen voor droog weer. De grens tussen nat en droog in een weersverwachting ligt bij een regenhoeveelheid van 0.3 mm (0.3 liter per m2) per beschouwde periode, gewoonlijk van 6 of 12 uur (Tabel 2).
De hoeveelheid regenwater wordt uitgedrukt in millimeters. 1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter. Valt de neerslag in vaste vorm, bijvoorbeeld als sneeuw of ijzel, dan wordt de neerslag door een verwarmingselement in de regenmeter gesmolten.
We zeggen bijvoorbeeld: “Er viel 30 mm regen vandaag”. Dat betekent een laag van 30 mm water, op het oppervlak waar de regen viel, in een dag. In sommige landen wordt gesproken over het volume regen op een vierkante meter: 'Er viel 10 liter regen per vierkante meter vandaag.
Motregen of (lichte) regen
Er valt per uur niet meer dan 1 liter per vierkante meter. Bij regen zijn de druppels 0.5 tot 5 mm groot en als er per uur weinig valt (minder dan 1 liter per vierkante meter) wordt er gesproken over lichte regen.
De neerslagkans wordt gedefinieerd als de kans dat er in de loop van de dag op die plaats minimaal 0,3 mm neerslag valt, dat is O,3 liter per m². De neerslagkans zegt niets over de duur van de neerslag, noch over de hoeveelheid. Het kan dus gaan om een stortbui van 5 minuten of om ettelijke uren druilerige neerslag.
Meer dan 92 procent van de tijd is het droog in Nederland, maar in de overige 8 procent kun je behoorlijk nat worden. In een heel jaar valt er gemiddeld 853 millimeter regen. Dat is ruim 2 millimeter per dag.
Lokale neerslag van meer dan 25 millimeter in een uur noemen we een hoosbui. Waardes boven de 50 millimeter in een uur komen in Nederland ongeveer één keer per eeuw voor.
In droge maanden ligt het landelijk gemiddelde vaak tussen de 100 en 200 millimeter. In jaren met extreem warme en droge zomers, zoals 1976, 2018 en 2022, liep het landelijk neerslagtekort op tot 250 millimeter of hoger. Op sommige plekken in Oost-Nederland lag het tekort zelfs op tot 400 millimeter.
De Veluwe is met ruim 950 mm per jaar het gebied waar op jaarbasis de meeste regen valt, in Midden-Limburg (minder dan 750 mm per jaar) valt de minste neerslag.
Volgens het KNMI valt er gemiddeld 800 liter per m2 per jaar. Dit betekend dat een dak van 25m2 goed is voor 25 x 800 = 20.000 liter water.
Gemiddeld regent het in Nederland op 192 dagen per jaar (alleen dagen meegerekend met meer dan 0,3 millimeter neerslag op tenminste 1 van de 13 stations). Dit aantal is in de afgelopen zestig jaar niet veranderd. Het regent dus niet vaker.
Natste maand van Nederland
Die gedachte is terecht, maar ook in de zomer valt veel regen. In augustus komt gemiddeld over het land 88 millimeter neerslag naar beneden.” Daarmee is augustus dus de natste maand qua hoeveelheid regen.
De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in Nederland is in de periode 1910-2019 gelijkmatig gestegen van 692 naar 873 millimeter.
Voorbeeld: Als in jouw buurt 30% kans op regen is, is er een 30% kans dat er op de dag (in 24 uur) 0,3 liter regen per vierkante meter valt. Dus is er 70% kans dat er geen regen valt. Kortom:de kans op regen is klein. Daarentegen betekent een 80% kans op regen dat er een grote kans dat je nat wordt.
In Nederland regent, sneeuwt of hagelt het 7% van de tijd. Het merendeel van de tijd, 93 %, regent het dus niet.
Wisselende bewolking, droog. Zonnig. Zwaar bewolkt, lichte regen of motregen.