Radioactief afval bevat stoffen die ioniserende straling uitzenden. Die straling is bijzonder energierijk. Ze kan veranderingen aanbrengen in de materie waarin ze doordringt. Daardoor kan ze levende weefsels beschadigen en is ze gevaarlijk voor mens en milieu.
Wanneer radon wordt ingeademd, kan het de longen bereiken en het weefsel beschadigen. Radon dringt de longen binnen met de lucht die we inademen. Eens in de longen bestraalt radon en zijn vervalproducten het longweefsel, waardoor dit kan worden beschadigd en er kanker kan ontstaan.
Nucleair afval ontstaat bij de productie van kernenergie, bij nucleair onderzoek en bij medische toepassingen. Ook kan het soms vrijkomen uit natuurlijke materialen, zoals bij sommige ertsen. Radioactief afval kan honderden tot soms vele duizenden jaren gevaarlijk blijven. Daarom wordt het zorgvuldig opgeslagen.
Het afval kan van heel verschillende aard zijn: vaste stoffen zoals gebruikte splijtstofstaven, filters, gereedschappen, verontreinigde grond en kleding, maar ook vloeistoffen zoals koelwater of oplosmiddel die radioactieve stoffen bevatten.
Eén van de grootste problemen van kernenergie is het kernafval dat in de kerncentrale ontstaat. Dit afval is levensgevaarlijk en raakt pas na 240.000 jaar zijn radioactiviteit kwijt. Al die tijd blijft het afval schadelijk voor mens en milieu en moet het weggeborgen worden en bewaakt blijven.
In vergelijking met afval uit kerncentrales is de hoeveelheid reststoffen veel groter. Het gaat echter om maar een heel klein deel van de totale radioactiviteit. Deze reststoffen zijn mogelijk geschikt te maken voor veilig hergebruik. Onder andere als onderlaag in wegen of als mengstof in bijvoorbeeld beton.
Vast brandbaar radioactief afval wordt bij een temperatuur van 900°C verbrand en tot as verwerkt in een industriële verbrandingsoven. De rookgassen worden gefilterd en geloosd.
Na 15 jaar actievoeren door Greenpeace kwam er in 1993 een internationaal verdrag dat het dumpen van radioactief afval in zee verbiedt. De vaten die in zee zijn gedumpt, zijn echter nooit opgeruimd en liggen nog steeds op de zeebodem.
Voor hun laag- en middelactieve kortlevende afval kiezen Europese landen voor een berging aan de oppervlakte of ondergronds. Voor hoogactief en/of langlevend afval bestaat de consensus dat een berging diep onder de grond de enige veilige eindbestemming is.
De Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) heeft de wettelijke taak om in ons land al het radioactieve afval te verzamelen, te verwerken en op te slaan. Niet alleen het radioactief afval van de kerncentrale gaat naar COVRA, maar ook radioactief ziekenhuisafval en radioactief afval uit de procesindustrie.
De straling van radioactief materiaal kan het DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid) in het menselijk lichaam beschadigen. Meestal repareren eiwitten deze beschadigingen, maar soms gebeurt dat niet of niet goed. Als de reparatie van beschadigd DNA niet goed lukt, kan dat jaren later kanker veroorzaken.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen.Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes.De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
De radioactieve stof die bij de meeste onderzoeken gebruikt wordt, is Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere zes uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof ook via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Ieder jaar wordt er ongeveer 3 kubieke meter zeer radioactief geproduceerd. Dat kan gesplitst worden in 1,5 kubieke meter hoog radioactief afval en 1,5 kubieke meter 'intermediate' radioactief afval, dat eveneens zeer langdurig gevaarlijk is voor de mens.
Ook is er een verhoogd risico op kanker. Vooral bij kleine kinderen en baby's is het risico daarop groter. Daarnaast bestaat een (kleine) kans op verandering van het dna in geslachtscellen, die kan leiden tot geboorteafwijkingen in de volgende generaties.
Omdat deze symptomen ook optreden bij griep wordt een diagnose vaak laat gesteld. Wanneer de dosis die van 8 Gy overschrijdt, heeft dit de dood tot gevolg. Volgens onderzoek overlijdt 99% van de mensen die 8 Gy in het beenmerg te verduren kregen aan de stralingsziekte.
Hoe langer de levensduur van het kernafval, hoe langer het opgeslagen blijft alvorens terecht te komen in de conventionele afvalstroom. Elk soort kernafval wordt op een andere manier opgeslagen. Zo wordt laag- en midden actief kernafval met een korte levensduur bovengronds of tot 30 meter diepte gestockeerd.
Aanbod en opslag radioactief afval
De huidige kerncentrale in Borssele produceert ongeveer 4,5 m3 aan hoogradioactief afval per jaar. Dat is ongeveer 1/16e van een zeecontainer. Dit afval blijft nog lange tijd gevaarlijk. Daarom moet er een manier komen om dit afval voor zeer lange tijd veilig en duurzaam op te slaan.
Hoeveel radioactief afval wordt er per jaar in Nederland geproduceerd? Bij COVRA ligt ongeveer 110 m3 aan hoogradioactief afval opgeslagen. Dat is qua volume vergelijkbaar met de inhoud van 1,5 grote zeecontainer. Jaarlijks komt er ongeveer 4,5 m3 aan hoogradioactief afval bij.
Na maximum 300 jaar (dit zijn 10 halfwaardetijden) is het kortlevend afval zo verzwakt dat de radioactiviteit de natuurlijke radioactiviteit benadert.
Geologische berging. Dit is de meest populaire 'oplossing' bij de nucleaire sector en een groot deel van de beleidsmakers. Het moet garanderen dat het afval ook na duizenden jaren buiten de levensruimte (biosfeer) van de mens blijft.
Een van die stoffen is radioactief jodium. Radioactief jodium kan door inademing in het lichaam terechtkomen en door de schildklier worden opgenomen. Dit kan op de langere termijn schildklierkanker veroorzaken bij jonge mensen.
De deeltjes stoten radioactieve straling uit. Wanneer iemand twee pakjes sigaretten per dag rookt is de straling vanuit alpha deeltjes in de longen ongeveer 1.300 milligram per jaar. De gemiddelde jaarlijkse stralingsdosis van radon is slechts 200 milligram per jaar, dus het is duidelijk een groot risico.
Op aarde zijn natuurlijke bronnen van röntgenstraling schaars. Er is een aantal radioactieve isotopen dat straling in het röntgengebied uitzendt. Wetenschappers van de Universiteit van Florida hebben ontdekt, dat bij het ontstaan van onweer niet alleen zichtbaar licht ontstaat, maar ook röntgen- en gammastraling.