Autisme bij vrouwen op latere leeftijd
Je kunt dit bijvoorbeeld merken doordat kinderen met autisme weinig tot geen oogcontact maken en in sommige gevallen onverschilligheid tonen tegen hun ouders. In grote lijnen gaan autismesymptomen gepaard met problemen met sociale interactie en gedragsproblemen.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
Moeite met sociaal of persoonlijk contact. Bijvoorbeeld moeilijk vriendschappen kunnen sluiten en onderhouden. De manier van contact maken met anderen is opvallend anders. Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht.
Vrouwen ervaren meer druk om hun autistische trekjes te verbergen op grond van maatschappelijke rolverwachtingen. Ze rapporteren vaak gevoelens van eenzaamheid en afwijzing door hun sociale omgeving, waardoor ze hun omgeving gaan imiteren om sociaal geaccepteerd te worden.
Het niet goed kunnen aanvoelen van anderen. Moeite om gesprekken te voeren en ze opgang te houden.Moeite om je iets te verbeelden.Meegaan in fantasiespelen vind je lastig.
Daarnaast kunnen autistische volwassenen inderdaad een bijkomende narcistische persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, hoewel narcisme onder autisten een van de minst voorkomende persoonlijkheidsstoornissen lijkt te zijn.
Problemen uiten zich vaak vooral in communicatie, sociale contacten, flexibiliteit en verbeelding. Belangrijke kenmerken van de communicatiestijl van mensen met autisme is dat ze heel concreet zijn, weinig beeldspraak gebruiken en beeldspraak van anderen vaak niet begrijpen.
Vrouwen en mannen met Asperger blijken vaak grote moeite te hebben om spreekwoorden en gezegden (worden letterlijk genomen of verkeerd begrepen) als ook gelaatsuitdrukkingen goed te interpreteren en daar dan passend op te reageren. De interesse van vrouwen en mannen met Asperger is opvallend beperkt.
Ook het bestuderen en vervolgens imiteren van het sociale gedrag van anderen is een veel voorkomende vorm van camouflage. Zeker bij vrouwen met autisme die hier opvallend goed in kunnen worden. Bijvoorbeeld het regelmatig maken van oogcontact tijdens een gesprek omdat anderen dat nu eenmaal ook doen.
Symptomen van autisme
Je vindt het moeilijk om contact te maken en te onderhouden. Je hebt meer dan anderen moeite met praten en communiceren. Je vindt het lastig om je dingen die er niet zijn, voor te stellen. Je hebt geen fantasie, of juist een te grote fantasie.
Vermijd beeldspraak.
Mensen met autisme nemen woorden vaak letterlijk. 'Een knoop in je maag hebben' zegt iemand met autisme niet zo veel. Zeg precies wat je bedoelt, dat doen zij ook.
Autisme is aangeboren en kan niet worden genezen. Over het algemeen worden de eerste symptomen in de vroege kindertijd zichtbaar. Een betrouwbare diagnose kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is.
PDD-NOS. Dit is een mildere variant van autisme. PPD-NOS heeft verschillende kenmerken, maar je hebt bij deze vorm van autisme vooral moeite met spreken, schrijven en lezen.
'Die versnelde veroudering hebben we niet gevonden', vertelt Geurts. 'Autisme heeft in die zin dus geen impact op ouder worden, en andersom. Mensen blijken op oudere leeftijd soms zelfs beter in staat met hun autisme om te gaan.
Autisme staat geluk in de liefde soms in de weg. Als je jezelf niet kunt accepteren zoals je bent, zijn dates en relaties immers lastig.Ook te veel nadenken, bijvoorbeeld over wat er mis kan gaan, werkt belemmerend.
Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Overprikkeling wordt vaak gezien als iets wat nou eenmaal bij autisme hoort, maar slechts weinig mensen realiseren zich dat ernstige overprikkeling een staat van psychisch lijden is die vergelijkbaar is met continue heftige pijn en dat het even ontregelend is als migraine, barenspijn of zenuwpijn. Je kunt niets meer.
Omgaan met autisme – tips voor anderen
Gebruik in een gesprek met iemand met autisme duidelijke taal. Beeldspraak en spreekwoorden zijn verwarrend en nemen mensen met autisme zeer letterlijk. Maak bij het plannen van activiteiten duidelijke afspraken en zorg dat plaats en tijd helder zijn. Praat daarbij ook rustig.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Volwassenen met autisme hebben regelmatig last van woedeaanvallen. Hun woedeaanvallen worden opgewekt door algemene situaties, zoals irritatie in het verkeer, maar ook door specifiek aan autisme gerelateerde situaties, zoals overprikkeling en communicatieproblemen.
Veel volwassenen met autisme ervaren problemen bij het omgaan met boosheid en frustratie. Dit kan leiden tot conflicten, woedebuien, wraakgedachtes, agressie, relatieproblemen en het vastlopen op het werk of in de privésituatie.
In een vergelijkende studie naar gedeelde humor bij kleuters met autisme en kleuters met Down Syndroom concluderen Britse onderzoekers op basis van observaties dat de autistische kinderen gemiddeld evenveel lachen als de kinderen met Down Syndroom.
Het is goed om te weten dat kinderen met autisme aanrakingen anders ervaren. Hun huid kan extreem gevoelig op aanrakingen reageren. Een aai over de bol of een knuffel kan voor hen zeer onaangenaam zijn. Wanneer je merkt dat je kind dit niet prettig vindt, is het verstandig dit niet te doen.