Oorspronkelijk was de onvoltooid verleden tijd zoude/soude. De uitgang -de is bij het enkelvoud weggesleten, net zoals bij enkele andere oorspronkelijk geheel zwakke werkwoorden. Zullen kan uitsluitend hulpwerkwoord zijn; vandaar dat een voltooid deelwoord ontbreekt.
Wil je bondiger schrijven, vermijd dan de werkwoorden zullen en gaan. Deze maken een tekst vaak omslachtiger dan nodig is. Als je weleens feedback krijgt dat je tekst zo lang of moeilijk leesbaar is, kan het zeker lonen om eens te kijken hoe je deze werkwoorden gebruikt.
zullen – je zult – zul je. Deze vormen zijn ook correct, maar ze zijn nogal informeel.
Tijdig is een synoniem van op tijd.
Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord. We kunnen veel schade voorkomen door op tijd maatregelen te nemen. Elke heeft haar aanvraag niet op tijd ingediend.
Het werkwoord zullen is een bijzonder werkwoord.Het is een zogenoemd 'modaal werkwoord', wat inhoudt dat het vooral iets zegt over de intentie van de zin. Andere modale werkwoorden zijn hoeven, kunnen, moeten, mogen en willen.
Het woord zullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
We gaan straks naar huis
Bovendien gebruiken we het werkwoord zullen regelmatig voor voorspellingen, voornemens en denkbeeldige situaties: “Het zal je maar gebeuren”, “Je zult ervan lusten” en “We zullen er alles aan doen.” Ons advies is om het hulpwerkwoord van de toekomende tijd, zullen, waar mogelijk te schrappen.
tijdig (bw) : vroeg, vroegtijdig, op tijd, bijtijds.
Bijwoord wanneer: 'op welk tijdstip'
Je kunt het gebruiken als bijwoord in de betekenissen 'op welk tijdstip/moment', 'op welke datum', 'in welk jaar': Wanneer komt de intercity aan?
1. a. : de gemeten of meetbare periode waarin een handeling, proces of toestand bestaat of voortduurt : duur. b. : een niet-ruimtelijk continuüm dat wordt gemeten in termen van gebeurtenissen die elkaar opvolgen van verleden via heden naar toekomst.
We gebruiken zullen als hulpwerkwoord voor de toekomende tijd (de toekomst). Dit betekent dat het altijd een ander werkwoord ondersteunt. Als een voltooid deelwoord als hulpwerkwoord dient voor een ander werkwoord, verandert het in een infinitief.
Standaardtaal in het hele taalgebied is zullen of de tegenwoordige tijd. Hij gaat / zal zeker op de vergadering aanwezig zijn.
(zal, zou, zoude). als trefwoord met bijbehorende synoniemen: zullen (ww) : mogen, moeten, dienen, hebben.
Als je iemand belooft om iets (voor diegene) te doen, gebruik je in die belofte ook vaak het woord zullen. Enkele voorbeelden: Ik heb het koud – Ik zal de verwarming hoger zetten. Er is vanavond een goede film op televisie – Ik zal hem opnemen.
Het woord koffiedrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Beide varianten voor televisie zijn goed.
Wanneer een meerwoordzin als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, gebruik je koppeltekens om de woorden aan elkaar te verbinden. Anders niet. Wij leveren op tijd . Wij leveren het op tijd.
De woorden van en tevoren zijn niet tot één woord samengesmolten en worden daarom los geschreven.
bijtijds bijwoord Uitspraak: [ bɛiˈtɛits ] Afbreekpatroon: bij·tijds op tijd Voorbeeld: 'bijtijds waarschuwen' Synoniem: tijdig Synoniemen: op tijd stipt tijdig Vroegtijdig 4 definities...
zullen werkw. Uitspraak: [ ˈzʏlə(n) ] Afbreekpatroon: zul·len Vervoegingen: zou (verl. tijd enkelv.) 1) <met dit woord geef je aan dat iets in de toekomst gebeurt> Voorbeeld: 'Er zullen meer mensen komen dan vorig jaar.
Als gaan niet mogelijk is, gebruiken we in de standaardtaal zullen of de tegenwoordige tijd om naar de toekomst te verwijzen. ' Ook de Algemene Nederlandse Spraakkunst benadrukt dat het 'futurale gaan meer in gesproken dan in geschreven taal voorkomt'.
Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In gesproken taal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.