Strafrecht is recht dat geldt tussen de overheid en burgers en betreft het sanctioneren van bepaald gedrag, dat kan handelen zijn of nalaten te handelen. Het stellen van strafwaardige normen en de handhaving en uitvoering daarvan staan voorop.
Ieder rechtsgebied heeft andere regels. Het strafrecht en het bestuursrecht vallen onder het publieksrecht. Het civiel recht valt onder het privaatrecht.
Er zijn binnen de rechtspraak verschillende rechtsgebieden, zoals strafrecht, civiel recht, bestuursrecht, en familie- en jeugdrecht.
Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd. Onder het civiel recht vallen onder meer familie- en jeugdrecht, erfrecht, arbeidsrecht, sociaal-zekerheidsrecht, huurrecht, vermogensrecht, handelsrecht en aansprakelijkheidsrecht.
Het civiel recht wordt ook wel burgerlijk recht genoemd. Het beschrijft de regels voor de onderlinge verhoudingen tussen personen. Voorbeelden van civiel recht zijn personenrecht, familierecht, handelsrecht, huurrecht en arbeidsrecht. In het strafrecht zijn de regels vastgelegd waaraan burgers zich moeten houden.
Tot het privaatrecht behoren onder meer het burgerlijk recht en het handelsrecht (of commercieel recht). Het grondwettelijk recht of staatsrecht, het fiscaal recht of belastingrecht, het administratief recht of bestuursrecht en het strafrecht behoren tot het publiek recht.
Publiekrecht is het recht dat de verhouding regelt tussen burgers en de overheid (de 'verticale verhouding'). Daaronder vallen het bestuursrecht, staatsrecht, strafrecht en belastingrecht.
Het omvat onder andere contractenrecht, aansprakelijkheidsrecht, erfrecht en huurrecht. Het stelt regels op voor de afwikkeling van geschillen tussen particulieren, zoals bijvoorbeeld een geschil over een niet-nakoming van een contract. In Nederland wordt het civiele recht toegepast door de civiele rechter.
In het bestuursrecht staan de regels waar de overheid zich aan moet houden bij het nemen van besluiten. Bijvoorbeeld over subsidies of vergunningen. Bestuursrecht heet ook wel administratief recht.
Het burgerlijk procesrecht is met name vastgelegd in het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) en de Wet op de rechterlijke organisatie (Ro). Daarnaast hanteren de rechtbanken en de gerechtshoven (rol)reglementen, waarin de feitelijke gang van zaken rond procedures zijn vastgelegd.
Strafrecht is het geheel van regels waarin is vastgelegd:welk gedrag strafwaardig is (welke strafbare feiten zijn er?)welke straffen er worden gegeven, en:hoe de strafoplegging wordt uitgevoerd.
Het civiele recht – ook wel burgerlijk recht genoemd – regelt de rechten en plichten die burgers hebben ten opzichte van elkaar. Maar ook de juridische spelregels tussen bedrijven en tussen burgers en bedrijven vallen onder het civiele recht.
Voorbeelden van uitspraken zijn een vonnis, beschikking en arrest.
Het formele recht wordt ook wel aangeduid als het procesrecht. Vrijwel in elk rechtsgebied zijn er regels van materieel en formeel recht. Een goed voorbeeld hiervan is het strafrecht.
Grotendeels wordt het recht opgedeeld in vijf categorieën: bestuursrecht, staatsrecht, burgerlijk recht, strafrecht en internationaal recht.
Het bestuursrecht en het strafrecht ziet op de relatie tussen de overheid enerzijds en burgers en bedrijven anderzijds. Het bestuursrecht geeft aan wat bestuursorganen wel en niet mogen doen in hun omgang met burgers en bedrijven. Het strafrecht geeft aan welke gedragingen verboden zijn voor burgers en bedrijven.
Het bestuursrecht valt onder te verdelen in vele deelgebieden. Bijvoorbeeld het ambtenarenrecht, het belastingrecht, sociaal zekerheidsrecht, het milieurecht, de ruimtelijke ordening en het bouwrecht. De advocaten van Te Biesebeek hebben zich in het bijzonder toegelegd op de laatstgenoemde drie rechtsgebieden.
Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
De lijn tussen privaat- en publiekrecht is niet altijd zuiver te trekken. Zo wordt het strafrecht doorgaans als een tak van het publiekrecht gezien, maar bevat het ook privaatrechtelijke elementen.
Een politierechter is een rechter die strafzaken behandelt. Dit kan bijvoorbeeld over diefstal gaan, maar ook over belediging, mishandeling of openlijke geweldpleging. De politierechter is een alleenzittende rechter. Hij doet de zaak dus in zijn ééntje.
Onder het privaatrecht vallen onder meer familie- en jeugdrecht, erfrecht, arbeidsrecht, sociaal-zekerheidsrecht, huurrecht, vermogensrecht, handelsrecht en het aansprakelijkheidsrecht.