roept, die poep is superhandig. Via een gaatje in de mosselschelp komt zeewater naar binnen en daar halen de weekdieren voedingsstoffen uit. De stoffen die ze niet kunnen gebruiken, scheiden ze weer uit via hun ontlasting. En zo zit hun poep vol chemische stoffen, kleine deeltjes plastic en zware metalen.
Mosselen zetten algen om in organisch materiaal dat weer als voedingsstof dient voor andere organismen. Dan scheiden ze zogenaamd pseudopoep. Met deze poep vormen alle mosselen samen een slikachtig leefgebied waarin veel schelpdieren, zeeduizendpoten en kokerwormen kunnen leven.
De buitenste palpen sturen dit afgewezen materiaal naar de mantelholte als een slijmgebonden massa. Deze slijmgebonden massa's zijn de pseudofeces. Pseudofeces hopen zich op met, en lijken veel op, de werkelijke feces in de bodem van de mantelholte .
Sommige mensen zijn overgevoelig voor mosselen. Het eten van mosselen kan bij deze mensen leiden tot onder andere huidirritatie en misselijkheid. Dat komt door de hoeveelheid aan eiwit in mosselen. Met name bij het begin van het seizoen is het eiwitgehalte erg hoog.
Mosselen zijn een bron van de mineralen jodium, ijzer, fosfor en magnesium en van de vitaminen A, B2, B12, en E. Duurzaam: mosselen komen van de Hollandse (zee)bodem. Van dichtbij huis dus en er zijn nauwelijks of geen bewerkingen nodig om mosselen klaar voor consumptie te krijgen.
Maar ook andere dieren kunnen geluid waarnemen. Mosselen hebben daar een speciaal orgaan voor. Anders dan bij zeezoogdieren heeft dat orgaan geen ruimte die met lucht gevuld is. Daardoor kunnen mosselen waarschijnlijk geen veranderingen in geluidsdruk detecteren.
Op de tong staan 120 rijen van elk 16 gebogen tanden, die ongeveer een tiende millimeter lang zijn. Door het vele geschraap over stenige ondergrond slijten de tanden.
Diarree-achtige schelpdiervergiftiging
De meeste gevallen zijn het gevolg van het eten van toxine-bevattende tweekleppige weekdieren (bijv. mosselen, sint-jakobsschelpen). Symptomen treden meestal binnen 2 uur na consumptie op en omvatten buikpijn, koude rillingen, diarree, misselijkheid en braken. Symptomen verdwijnen meestal binnen 2-3 dagen.
roept, die poep is superhandig. Via een gaatje in de mosselschelp komt zeewater naar binnen en daar halen de weekdieren voedingsstoffen uit.De stoffen die ze niet kunnen gebruiken, scheiden ze weer uit via hun ontlasting. En zo zit hun poep vol chemische stoffen, kleine deeltjes plastic en zware metalen.
Af en toe ontwikkelen er zich ook giftige microalgen in het zeewater, die mogelijk door de mossel worden opgenomen. Mensen die de mosselen eten reageren op het gif van deze microalgen.Na twee uur krijg je dan diarree, buikpijn en moet je soms braken.
Kleine flapjes, palpen genaamd, trekken microscopisch plankton en vuil uit het water en duwen dat in de mond. Het voedsel wordt verteerd door de maag/spijsverteringsklier en gaat dan verder naar de darmen . Uiteindelijk wordt het vlak bij de uitgang (uitademings) sifon gedumpt, waar het wordt weggespoeld.
In het kort
Soms zie je de witte stukjes in je poep, ondergoed of beddengoed. Meestal merk je niets. De stukjes zijn wit, plat, rechthoekig, 1 of 2 centimeter lang. Ga altijd naar de huisarts als je zulke witte stukjes ziet.
Er is relatief veel zekerheid dat vissen pijn kunnen voelen; bij schaaldieren zoals kreeften is dit in mindere mate het geval. Vooral bij weekdieren zoals mosselen is er onzekerheid over hun pijnervaring – met uitzondering van koppotigen zoals octopussen.
Een glas melk drinken achteraf kan eventueel helpen. Mosselen en andere schelpdieren uit de Middellandse zee kunnen besmet zijn met het Hepatitis A-virus. Hepatitis A wordt overgedragen via menselijke ontlasting, besmet water of voedsel.
Meng in een grote kom ¼ kopje (68 g) koosjer zout met ongeveer 3 kopjes (710 ml) koud water (of hoeveel water je ook nodig hebt om de mosselen te bedekken). Klop het mengsel, voeg de mosselen toe en laat ze 15 tot 20 minuten weken. Mosselen "ademen" terwijl ze weken om vuil, zout en ander afval in hun schelpen te verdrijven.
Het groen is het resultaat van hun paaitijd en is onvermijdelijk. U kunt ook zwarte tinten tegenkomen, wat ook normaal is. De "rode vloed" heeft ook invloed op mosselen, omdat algenbloei de mosselen onveilig maakt om te eten.
In rauwe schaal- en schelpdieren kan het norovirus voorkomen. Je kunt dan last krijgen van misselijkheid, braken en diarree. Om dit risico niet te lopen, kun je mosselen en oesters beter niet rauw eten.
De mossel (Mytilidae) is een levend tweekleppig weekdier dat leeft in de zee. Weekdieren zijn een groep dieren die geen botten of beenderen hebben. De meeste weekdieren leven in het water, waarvan het grootste deel in de zee.
Ze bevatten ook weinig vetten en vooral onverzadigde vetten, die zijn gezonder dan verzadigde vetten en dragen minder bij tot je cholesterolgehalte. Bovendien zijn mosselen rijk aan mineralen, kalk, fosfor, jodium, ijzer en vitaminen. Regelmatig mosselen eten is dus gezond!
Diarrhetic Shellfish Poison (DSP) is een mariene biotoxine die wordt geproduceerd door de dinoflagellate Dinophysis, een type natuurlijk voorkomende microscopische alg . Schelpdieren eten deze algen en kunnen de toxine vasthouden.
Als hoofdgerecht reken je 1 kg mosselen per persoon. Je kunt mosselen ook gegratineerd eten of verwerken in gerechten als soep, salade of pasta.
Dichte mosselen gewoon eetbaar
Het is een misvatting dat je gesloten mosselen niet kunt eten. Sommige mosselen hebben gewoon een sterkere sluitspier, waardoor de mossel gesloten blijft. Af en toe betreft het een slikmossel. Dat is een mossel die zich heeft volgezogen met zand.
Vroeger waren mosselen alleen verkrijgbaar in de maanden met een 'r' in de naam. Dit had alles met houdbaarheid te maken. Maar sinds gekoeld vervoer beschikbaar is, zijn mosselen van juli tot april verkrijgbaar.
zoetwater mosselen en oesters zijn van gescheiden geslacht en planten zich uitsluitend geslachtelijk voort. De mannetjes hebben gelobde gonaden(geslachtorganen) in de uitstulpbare voet die uitmonden aan de uitstroomopening(sifon). Ze lozen hun zaad dan ook vrij in het water.
Andere weekdieren, zoals de mossel en de slak, hebben een heel klein brein. 'Als je al van een brein kan spreken.