De Tweede Kamerverkiezingen zijn rechtstreekse verkiezingen volgens het principe van evenredige vertegenwoordiging waarmee de samenstelling van de Nederlandse Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt bepaald. Volgens artikel 54 van de Nederlandse Grondwet en artikel B1 van de Kieswet worden leden rechtstreeks gekozen.
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel. = 100.000. Voor elke 100.000 behaalde stemmen krijgt een partij dan 1 zetel.
Verkiezingen. Tijdens verkiezingen voor de gemeenteraad, Europese Unie et cetera kan er ook blanco gestemd worden. Een blanco stem wordt in Nederland wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen.
Nadat de laatste kiezer heeft gestemd, worden als eerste de ongebruikte stembiljetten in een te verzegelen zak gedaan. Zo wordt voorkomen dat zij gemengd raken met de biljetten uit de stembus.
Als een stemmende persoon of organisatie voor de onthouding kiezen kan dit betekenen dat deze: Geen interesse of mening over het onderwerp heeft. Zijn mening niet vertegenwoordigd ziet in een mogelijke stemkeuze. Ambivalent is over het gestemde onderwerp.
Een gewone meerderheid van stemmen is een meerderheid die is bereikt wanneer er in een stemprocedure meer voorstemmen zijn dan tegenstemmen. Daarmee is ze te onderscheiden van een absolute meerderheid en een gekwalificeerde meerderheid.
Met een mbo-diploma op niveau 4 kunt u doorstomen naar iedere hbo-bacheloropleiding. Laat u wel goed informeren over de inhoud van de hbo-opleiding. Zeker wanneer die minder verwant is aan uw behaalde mbo-opleiding.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Nederland. In Nederland zijn lycea doorgaans scholen voor voortgezet onderwijs (voor 12- tot 18-jarigen) waar onder andere voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) gevolgd kunnen worden.
Het woord gymnasium betekent 'plaats om naakt te zijn' in het Oudgrieks (vergelijk het Nederlandse woord gymnastiek). Het is afkomstig van het Griekse woord gumnós (γυμνός: naakt): in het oude Griekenland werd de sport naakt beoefend. Men hechtte veel waarde aan lichamelijke oefening vanwege de talrijke oorlogen.
Als u uw diploma, certificaat of cijferlijst kwijt bent, kunt u een uittreksel aanvragen van uw diplomagegevens. Dit kan digitaal of op papier. U vraagt het document aan bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit kan ook als u een andere naam hebt gekregen of van geslacht bent veranderd.
Als uw kind niet meer naar school gaat, zonder goede reden, dan meldt de school dit aan de gemeente. De leerplichtambtenaar van de gemeente stelt vervolgens een onderzoek in. Samen met de leerling, school en ouders probeert de ambtenaar ervoor te zorgen dat uw kind weer terug gaat naar school.
1 jaar recht op halvering wettelijk collegegeld
Studenten die voor het eerst beginnen met studeren in het hoger onderwijs hebben 1 jaar recht op halvering van het collegegeld. Studenten die beginnen in studiejaar 2020-2021 en voldoen aan de voorwaarden, betalen € 1.071 in plaats van € 2.143.
Vóór de invoering van de bachelor-masterstructuur (BaMa) kende men in Nederland na een afgeronde vierjarige hbo-studie ook de titel van baccalaureus (bc) en tot begin jaren 1970 in het universitair onderwijs bij bepaalde vijfjarige studies die men (verkort) na 4 jaar afsloot met een zogeheten baccalaureaats-examen ( ...
De vertaling van de buitenlandse graden naar Nederlandse titels is als volgt: PhD en andere gelijkwaardige onderzoeksdoctoraten worden doctor (dr.) MSc wordt doctorandus (drs.), of ingenieur (ir.) in geval van studies van technische aard of landbouw en natuurlijke omgeving.
Gewoonlijk wordt de teloorgang van het West-Romeinse Rijk in de 4e en 5e eeuw n. Chr. en de daarmee samenvallende Grote Volksverhuizing aangenomen als de overgang van de oudheid naar de middeleeuwen.
De huizen in de stad waren gebouwd van: steen, hout, gedroogde klei of leem of van baksteen. Vaak waren de huizen van hout op een fundering van steen. Voor de rijken waren de huizen helemaal van steen. De daken waren soms belegd met leisteen of pannen, maar zeker tot 1400 veel vaker met riet.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
De titel hertog of hertogin bestaat niet langer in de Nederlandse adel.
De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
Dat wil zeggen dat de oudste zoon zich baron mag noemen. De rest is titelloos en is dus gewoon jonkheer of jonkvrouw. Deze komt vooral voor in families die tot de adelstand verheven zijn. Overgang op iedereen komt het meeste voor bij 'geslachten' die ooit ingelijfd of erkend zijn.
Sinds de afscheiding van België in 1830 komt er slechts één markies voor onder de adellijke families in Nederland: de Earl of Clancarty uit het Engelse geslacht Le Poer Trench, die de Nederlandse adellijke titel 'Markies van Heusden' voert. De koning(in) van Nederland is markies of markiezin van Veere en Vlissingen.
Freule is een aanspreekvorm voor ongetrouwde vrouwelijke edelen. Het is noch een adellijke titel, noch een adellijk predicaat. De mannelijke tegenhanger van freule is jonker.
In tegenstelling tot de Lord of the Manor titels, is de titel van Laird een erfelijke eigenschap, die expliciet aan het fysieke land is gebonden, dat wil zeggen dat de titel niet meervoudig kan worden gehouden en ook niet gekocht of verkocht kan worden zonder tegelijkertijd het land te kopen of te verkopen.
Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.