De Valanalyse is voor ouderen van 65 jaar en ouder, en wordt uitgevoerd door eerstelijns zorgverleners zoals praktijkondersteuners van huisartsen, wijkverpleegkundigen, ergotherapeuten en fysiotherapeuten.
Het hoofddoel van de Valanalyse 65+ is: betere opsporing van ouderen van 65 jaar en ouder met een verhoogd valrisico en advies op maat aan deze ouderen zodat meer zelfstandig wonende ouderen voor hen relevante valpreventieve maatregelen nemen en daarmee het risico op een val verminderen.
Waarom is valpreventie belangrijk? Valpreventie bij ouderen is een van de meest gelezen onderwerp op BeterOud. Een val veroorzaakt veel leed en leidt vaak tot een achteruitgang van de kwaliteit van leven van een oudere. Lichamelijk, door kneuzingen of een breuk, maar ook geestelijk.
3. Welke medicijnen verhogen het valrisico? De belangrijkste groepen valrisicoverhogende medicijnen zijn psychotrope en cardiovasculaire medicijnen. Binnen de psychotrope medicijnen zijn vooral benzodiazepines, antipsychotica en antidepressiva gerelateerd aan een verhoogd valrisico.
De Valanalyse is voor ouderen van 65 jaar en ouder, en wordt uitgevoerd door eerstelijns zorgverleners zoals praktijkondersteuners van huisartsen, wijkverpleegkundigen, ergotherapeuten en fysiotherapeuten.
Wie doet de melding? Bij een incident doet de betrokken zorgverlener een melding bij de zorgaanbieder.
Als je een medicatiefout opmerkt, moet hiervan een melding gemaakt worden. In veel organisaties heet dit een MIC melding (melding incident cliënt). De meeste organisaties hebben afspraken over hoe die melding gedaan wordt en hoe je eventueel de collega erbij betrekt die de fout maakte.
De meest voorkomende oorzaken van valpartijen zijn lichamelijke klachten zoals duizeligheid, slechtziendheid en weinig spierkracht. Maar er kunnen ook mentale obstakels in de weg zitten. Iemand kan bijvoorbeeld bang zijn om te vallen of weinig zelfvertrouwen hebben in eigen kunnen.
We spreken van valangst als iemand blijvend bang is om te vallen en voor de gevolgen die dit kan hebben voor zijn leven. Iemand vermijdt hierdoor (gewone, dagelijkse) activiteiten die hij wel in staat is te doen.
Het doel van de Valagenda is om inzicht te krijgen in de valfrequentie, de omstandigheden waaronder de valincidenten plaatsvinden en de mogelijke oorzaken ervan. Er bestaat voor deze agenda geen algemene score die iets zegt over de kans op vallen en dergelijke.
Bij diverse studies en meta-analyses bij thuiswonende ouderen en mensen in een verpleeg- of verzorgingshuis is aangetoond dat valrisico verhoogd is wanneer zij moeite hebben met activiteiten uit het algemeen dagelijks leven (ADL) of daarbij hulp nodig hebben, bijvoorbeeld een loophulpmiddel (CBO, 2004; NICE, 2013; AGS/ ...
Hierbij speelt bedlegerigheid ook een belangrijke rol. Dit kan leiden tot een snelle afname van de spiermassa met als gevolg een hoger valrisico. Het is daarom belangrijk dat het valrisico gedurende de opname regelmatig opnieuw beoordeeld wordt.
Binnen ZGR worden per kwartaal verschillende meldingen verzameld en geanalyseerd. Het gaat om meldingen incidenten cliënten (MIC) en meldingen incidenten medewerkers (MIM).
Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.
Een MIM melding is een melding incident medewerkers. Het betreft melding van incidenten die zich hebben voorgedaan in of op het terrein van de instelling en die tot een schadelijk gevolg voor medewerkers of mensen die in de instelling werkzaam zijn, hebben geleid of hadden kunnen leiden.
Langwerkende benzodiazepinen, ook wel slaapmiddelen genoemd, werken spierontspannend, rustgevend en maken suf. Ze werken vrij lang en worden vooral gebruikt om door te slapen. Van deze middelen kunt u ook overdag nog suf zijn. Voorbeelden zijn diazepam, flurazepam, lorazepam, lormetazepam, nitrazepam en oxazepam.
Uw bloeddruk verhogen kan onder andere met de volgende medicijnen: Fludrocortison, Pyridostigmine en Domperidon. Fludrocortison en Domperidon worden vooral gebruikt bij een bepaalde vorm van lage bloeddruk genaamd “orthostatische hypotensie”.
Veel ouderen zijn bang om te vallen. Ook als u niet eerder bent gevallen kan u hiervoor angst hebben. Door die angst kunt u in een vicieuze cirkel terechtkomen: u gaat minder bewegen, waardoor uw spierkracht en evenwicht afnemen. Hierdoor neemt de kans op vallen toe.
Parkinson-patiënten vallen vaak, meestal door intrinsieke factoren. Preventie van deze intrinsieke valincidenten vergt behandeling van de onderliggende houdingsinstabiliteit. Indien mogelijk moet het gebruik van benzodiazepinen worden vermeden.
Neem een arm van de zorgvrager en help hem/haar in zithouding. Laat nu de zorgvrager zijn benen optrekken, zodat de voeten plat op de grond staan. Ga dan tegenover de zorgvrager op je hurken zitten, met jouw voeten tegen die van de zorgvrager aan en neem elkaars bovenarmen beet.
Mentale veranderingen.
Iemand kan na een val een angst ontwikkelen om weer te vallen en zijn zelfvertrouwen verliezen. Hierdoor wordt hij minder zelfstandig, waardoor er een extra beroep moet worden gedaan op hulp. Tegelijkertijd vinden ouderen het vaak moeilijk om hulp te vragen.