De eerst bekende opgetekende Griekse verhalen over het ontstaan van hemel en aarde komen voor in de 8e eeuw v. Chr. en zijn geschreven door Hesiodos. De Griekse mythen en sagen zijn verzameld en doorgegeven door Homerus, die leefde in de 8e of 9e eeuw v.
De hoofdrol werd vertolkt door Megan Purvis. In Dante's Divina Commedia staat Medusa symbool voor de wanhoop, die men niet moet aanstaren, daar het iemand ter plekke versteent.
Zeus. Zeus is de machtigste van alle goden op Olympus. Maar ook de bekendste god. Als je de machtigste god bent ben je een oppergod.
Hera wordt vaak uitgebeeld terwijl ze op een troon zit, of gekleed in een gewaad met een kroon op haar hoofd. In haar hand heeft ze heel vaak een granaatappel, die de vruchtbaarheid symboliseert.
Bij Leto, een dochter van de Titaan Koios, kreeg Zeus twee kinderen: Apollo, de god van welvaren en ordening, beschermheer van de wet en van alles wat goed en schoon is in de natuur en bij de mensen, en Artemis, een beschermende en heilbrengende godin van de natuur.
Juno's attributen
Juno werd gewoonlijk afgebeeld met een gouden scepter in de hand en een gouden kroon op haar hoofd, om aan te duiden dat zij de koningin is van de hemelen en de aarde. Vele trekken van de Griekse Hera zijn langzamerhand op haar overgedragen.
Mercurius (in ouder Nederlands ook Merkuur) is een figuur uit de Romeinse mythologie. Hij was de god van de handel, reizigers, dieven en de winst. Reeds zijn naam duidt hem als zodanig aan, daar zijn naam waarschijnlijk is afgeleid van het Latijnse merx of mercator, wat "koopman" betekent.
Ceres is een figuur uit de Romeinse religie. Ze was de godin van de akkerbouw (in het bijzonder van het graan) en de moederliefde en heeft ook banden met de onderwereld. Later werd zij gelijkgesteld aan de Griekse godin Demeter.
Orion (afkorting Ori) is een opvallend sterrenbeeld aan de hemelequator, liggende tussen rechte klimming 4u4m en 6u35m en tussen declinatie −11° en +23°. In de Griekse mythologie was Orion een jager die de Plejaden achtervolgde.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
De afstand tussen de aarde en de maan is ongeveer 1,28 lichtseconde. Het licht doet er 8 minuten en 21 seconden over om van de zon naar de aarde te reizen (een afstand van 1,58 × 10-5lichtjaar). De dichtstbijzijnde ster na onze zon, Proxima Centauri, is 4,24 lichtjaar van ons verwijderd.
De diameter van sterren kent een nog grotere variatie dan de massa. Zo hebben de kleinste hoofdreekssterren een diameter ongeveer gelijk aan die van Jupiter (143.000 km), terwijl de grootste diameters van sterren miljarden kilometers kunnen bedragen, zoals bij de zogeheten rode hyperreuzen.
Volgens de hedendaagse kennis is het zichtbare heelal opgebouwd uit grote groepen superclusters en clusters die, samen met slierten sterrenstelsels (filamenten), een draderig netwerk vormen waartussen zich enorme superholtes bevinden.
Een blauwe lucht, de blauwe kleur van het hemelgewelf, wordt veroorzaakt door Rayleighverstrooiing van zonlicht gecombineerd met andere vormen van verstrooiing die een meer of minder witte kleur veroorzaken. Wat we zien is een verzameling strooilicht uit alle lagen van de atmosfeer met als achtergrond de zwarte ruimte.
Een pin is een speld of insigne die traditioneel op de revers van een jas of blazer gedragen wordt. Vaak draagt men pins om duidelijk te maken dat men tot een bepaalde organisatie hoort, maar ze kunnen ook om esthetische redenen gedragen worden.
Levensboom (Thuja) is een geslacht van coniferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae). Er zijn vijf soorten, waarvan er twee in Noord-Amerika en drie in Oost-Azië voorkomen.
Volgens de wet is het een beloning voor burgers, militairen en eenheden "die zich in den strijd door het bedrijven van uitstekende daden van moed, beleid en trouw hebben onderscheiden". De Orde bestaat uit vier klassen: Ridder Grootkruis, Commandeur, Ridder 3e en Ridder 4e klasse.
Nederland, België en Frankrijk kennen ook vrouwelijke ridders. In de ridderlijke orden zijn er geen vrouwelijke ridders, alleen dames.
Een ridder (een woord afgeleid van "rijder" als leenvertaling van het Oudfranse "chevalier") was in de middeleeuwen een bereden en bepantserde soldaat (ruiter).
Zij waren gespecialiseerd in vechten voor de koning of heer. Er was een persoonlijke relatie tussen de heer en zijn soldaten, de ridders. De ridders moesten de heer met 'raad en daad' bijstaan. Er waren verschillende soorten ridders, zoals speerwerpers, boogschutters en zwaardvechters.
In het eerste geval heeft ieder mannelijk lid van de betreffende adellijke familie recht op de titel. In het tweede geval wordt de titel vererfd in Salische lijn. Dat wil zeggen dat de oudste mannelijke afstammeling van de eerste drager van de titel zich ridder mag noemen. De rest is dan dus titelloos.
Een ridderslag of accolade is het verlenen door een (adellijk) heer van de ridderlijke waardigheid door middel van het leggen van diens zwaard op beide schouders van een persoon.
In de middeleeuwen was in Europa vrijwel iedereen christelijk. Nadat tijdens het Oosters Schisma (1054) de Christelijke Kerk in tweeën was gesplitst in de Rooms-Katholieke Kerk en in de Oosters-orthodoxe Kerk werden de meeste mensen in West-Europa katholiek en in Oost-Europa orthodox.
Het Middelnederlands is een voorloper van de moderne Nederlandse taal. Het werd tussen 1200 en 1500 in het huidige Nederlandse taalgebied gesproken. Middelnederlands was de opvolger van het Oudnederlands. Het Noord-Middelnederlands wordt vooral door niet-taalkundigen ook wel Diets genoemd.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In de Franse tijd wordt de oude Republiek der Nederlanden omgevormd tot een moderne eenheidsstaat. Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland.
Deze gebieden werden in de Middeleeuwen aangeduid als de 'Lage Landen' of (nog tot de 18e eeuw) onder het pars pro toto 'Vlaanderen'. Pas in de 15e eeuw, als het gebied een staatkundige eenheid is geworden, duikt de benaming 'Nederlanden' voor het eerst op.