Het duwen kan een naar gevoel geven en zelfs pijn doen. Als het te veel pijn doet, kun je altijd aangeven dat we moeten stoppen met de behandeling. De buik kan ook na het draaien wat gekneusd voelen. Na het draaien controleren we weer de hartslag van de baby.
Vaak worden de eerste bewegingen omschreven als 'belletjes, bubbeltjes of kleine plopjes' of 'zoals je darmen, maar dan toch anders'. Als je je baby eenmaal hebt gevoeld, herken je de bewegingen. Je gaat je baby steeds vaker voelen.
Omgekeerde houding
Dit doe je zo: Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog. Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond. Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan uw kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van uw situatie.
Dit doet de verloskundige wederom door voorzichtig op verschillende plekken in je buik te drukken, ook wel de Leopold-handgrepen genoemd. Door te voelen hoeveel weerstand je buik op bepaalde plekken heeft, kan de verloskundige bepalen hoe je kindje ligt.
Leg twee warme handen om de buik en pak de buitenkant van de baarmoeder als het ware vast. Beweeg de buik zachtjes heen en weer. De baby wordt zo heerlijk gewiegd en zal reageren als je stopt met wiegen door naar je hand toe te zwemmen. Vaak moet je even leren om dit goed te doen, maar het is zó leuk.
Sommige vrouwen voelen zelf dat hun kindje in een stuitligging ligt. U kunt bijvoorbeeld gekriebel of getrappel voelen in uw bekken. Ook kunt u voelen dat er boven in uw buik iets duwt tegen uw ribben of maag.
De buikwand kan door het duwen een paar dagen gevoelig en pijnlijk zijn. Dat is vervelend, maar kan geen kwaad. Na het draaien is de hartslag van de baby soms wat trager. De kans hierop is 5%.
Uitwendige draaiing
Voor die tijd draaien veel kinderen nog uit zichzelf. Na 37 weken is er ook nog kans dat draaien lukt, maar is de draairuimte beperkter. De versie wordt uitgevoerd door een klinisch verloskundige van St. Antonius Geboortezorg die hierin gespecialiseerd is (versiekundige).
Als een baby in hoofdligging ligt, is er een grotere kans op een natuurlijke bevalling. Voor 36-37 weken zwangerschapsduur draaien veel kinderen zelf nog tot een hoofdligging. De gynaecoloog beoordeelt of u in aanmerking komt voor het draaien van de baby, de zogenaamde “versie”.
Verdere controles van de zwangerschap
Zo nodig kan het kind opnieuw gedraaid worden. Is het niet gelukt de baby te draaien dan wordt met u de verdere gang van zaken rond de bevalling besproken. U komt bij ons onder controle en krijgt een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats? Vroeg in de zwangerschap, dus vóór 35 weken, is de kans groot dat de baby uit zichzelf nog naar hoofdligging draait. Wanneer de baby bij een zwangerschapsduur van 35 weken of meer in een stuitligging ligt, is het verstandig om te proberen de baby naar hoofdligging te draaien.
Dit gebeurt er met je baby als je 31 weken zwanger bent
Je baby zal nu ook bewegen als hij of zij geprikkeld wordt of opschrikken van harde geluiden. Deze week kan je kind zijn of haar definitieve positie innemen, maar het kan ook zijn dat hij of zij straks nog draait.
“Deze vroege bewegingen zijn zeer waarschijnlijk een reflex”, zegt hij. Toch kan dit volgens Nowlan tijdens de zwangerschap veranderen. “Later in de zwangerschap kan het gaan om meer gecoördineerde bewegingen. Het is dan waarschijnlijk dat de hersenen bepalen hoeveel en wanneer de baby beweegt.”
Vanaf het begin van de zwangerschap is een baby actief. Sommige bewegingen kunt u goed voelen, maar van andere bewegingen merkt u niets. Hoeveel een baby beweegt en met hoeveel kracht dit gebeurt, is voor iedere baby anders. In z'n algemeenheid is dus niet te zeggen wat normaal is.
De baby is actief gedurende de gehele zwangerschap en oefent alvast voor het leven buiten de baarmoeder. Je merkt verschil in de bewegingen. De baby maakt heftige en minder heftige bewegingen: er zijn grote draaiingen maar ook wat kleinere trapjes of zelfs de hik kan gevoeld worden.
Soms moet de keizersnede erg vroeg in de zwangerschap worden gepland om een spontane bevalling te voorkomen. Dan kan het kind longproblemen krijgen, waarvoor opname op de couveuseafdeling noodzakelijk is. Daarom doet men bij een stuitligging pas een keizersnede vanaf 39 weken zwangerschap.
Hoe voelt indalen? Het is goed mogelijk dat je niks merkt van het indalen van je baby, omdat het geleidelijk aan gebeurt. Soms kan het echter ook resulteren in harde buiken of indalingsweeën. Dat voelt als een trekkende of stekende pijn in je liezen of krampen in je onderbuik.
De kans dat een uitwendige versie slaagt, ligt tussen de 40% en 50%. Als je al eens eerder bent bevallen, is de kans meer dan 50% op een geslaagde uitwendige versie.
Voor het kind is het bijna nooit gevaarlijk. Bij minder dan 10% van de kinderen zijn de harttonen na het draaien een tijdje iets langzamer. Daarom controleert de arts of verloskundige ze na afloop nauwkeurig. Heel soms blijven de harttonen anders en moeten we meteen een keizersnede doen.
De gynaecoloog maakt een snee in de buik en baarmoeder en haalt het kind daardoor naar buiten. Als u niet eerder een keizersnede heeft gehad wordt het kind meestal binnen vijf minuten na het begin van de operatie geboren, bij een herhaal keizersnede duurt dit vaak langer. De hele operatie duurt ongeveer 45-60 minuten.
Tips om de buikligging te stimuleren
Leg je baby eens op zijn buik in de box, op een kleed op de grond, dwars op je knieën of op het aankleedkussen terwijl je hem aan- of uitkleedt. Je maakt het voor je baby makkelijker om in buikligging te liggen door met één hand wat lichte druk uit te oefenen op de billen.
Wanneer draaien we een baby? Vaak draait een baby tot 36 weken ook nog zelf. Als dat niet gebeurt, kan de arts dit proberen. Dat lukt vaak wel als er veel vruchtwater is.
Er is altijd een kans dat de baby ook na 34 weken of later uit zich zelf toch nog naar hoofdligging draait. Het is ook mogelijk om te proberen de baby te laten draaien door een versiepoging te laten doen.
Bij een stuitligging liggen de billen naar beneden en deze drukken op de baarmoedermond. Omdat deze kleiner zijn dan het hoofd kunnen deze al door de baarmoedermond zakken en persdrang geven voordat er volledige ontsluiting is.