Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië.
Nederland actief in de slavenhandel
De Spanjaarden en Portugezen hebben daar dan al diverse koloniën en verschepen tot slaaf gemaakte Afrikanen vanuit de kuststreken van West-Afrika om op de grootschalige suiker-, koffie- en katoenplantages te werken. De oorspronkelijke bevolking wordt niet ingezet voor dit zware werk.
De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten. De slaven in Arabische landen werkten in de huishouding, als soldaat of ambachtslieden. Men schat dat er tussen 850 en 1850 drie miljoen Afrikanen door de Arabieren zijn verhandeld.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
De afschaffing van de slavernij werd in 1833 een feit in Engeland, in 1848 in Frankrijk, in 1863 in Nederland (alhoewel de slaafgemaakten nog tien jaar lang moesten doorwerken) en in 1865 in de Verenigde Staten.
Kindsoldaten in Colombia en Afrika zijn voorbeelden van moderne slavernij. Verder werken kinderen als slaaf in steengroeven, in de tapijtindustrie in India, en op cacaoplantages in Ivoorkust. Op Haïti werken ten minste 400 duizend kinderen als slaaf, restaveks genoemd.
Peter Stuyvesant (1592-1672)
Hij dreef als bestuurder van Nieuw-Amsterdam, het huidige New York, slavenhandel via Curaçao. Hij bezat zelf tientallen slaven en had de naam een harde en onverdraagzame bestuurder te zijn. Daarnaast stond hij bekend als antisemiet.
In totaal werden in de periode van de Nederlandse slavenhandel over de gehele wereld 11 tot 12,5 miljoen Afrikaanse slaafgemaakten verscheept en verkocht. Hiervan werden er circa 600.000 door Nederlanders verhandeld. De West-Indische Compagnie (WIC) verscheepte ongeveer de helft daarvan.
Een oplossing voor dit tekort vonden de Portugezen en Spanjaarden in het handelsnetwerk van Afrika. Van slavenhandelaars ter plaatse kochten ze mensen die ze tot slaaf maakten. Ze verscheepten hen over de Atlantische Oceaan naar hun plantages. Dit wordt de trans-Atlantische slavenhandel genoemd.
Brazilianen, Fon en Yoruba, slavenhalers en -handelaars: zij vormden vaak met slavinnen een familie en mengden zo generatieslang hun bloed. Zelfs vrije en teruggekeerde slaven probeerden op hun beurt aan slavenhandel te verdienen.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
Slavernij 150 jaar geleden afgeschaft
Op 1 juli 1863 werd de slavernij bij wet afgeschaft in Suriname en de Caraïbische eilanden. Toen nog koloniën van het Nederlands Koninkrijk. Een groot deel van de tot slaaf gemaakten moest hierna nog 10 jaar lang op de plantages werken.
Na de afschaffing van de slavenhandel in 1815 door koning Willem I ingevolge het Congres van Wenen werd in het Koninkrijk der Nederlanden bijna vijftig jaar later, in 1863, de slavernij zelf afgeschaft. Al eerder waren andere koloniale mogendheden overgegaan tot afschaffing.
Formeel schafte Mauritanië in 1981 de slavernij af, als allerlaatste land ter wereld. Maar pas sinds 2007 is het strafbaar slaven te houden en in 2015 werd het een misdrijf tegen de menselijkheid. 'Het zijn dode letters', oordeelt Abeid over die wetten.
De West-Europeanen voerden toen (in de periode 1550-1800) duizenden Afrikanen in slavernij naar Noord en Zuid-Amerika waar ze moesten werken op plantages. De slaven werden gekocht van Afrikaanse stamhoofden.
Aantallen. Nederlandse handelaren verkochten en verscheepten tussen de 550.000 en 850.000 slaven in het Atlantische gebied: eerst naar Brazilië (zie: slavernij in Brazilië), later vooral naar Suriname en de Antillen.
Een lange geschiedenis
Deze tot slaafgemaakten werden aangevoerd van de West-Afrikaanse kust. Zo leerden de Portugezen de slavernij kennen. Zij begonnen ook met de handel vanaf de Afrikaanse Westkust en beschermden deze door het bouwen van forten, waaronder het fort São George der Mina, het later Elmina.
Plantages kunnen geen suiker of koffie produceren zonder sterke slaven. Typisch voedsel was cassave, bakbanaan, tayerblad en soms gedroogde vis (bakkeljauw) en een slok Dram. Het eten bezat weinig voedingswaarde en was heel eenzijdig.
De Oranjes hebben in de periode 1675 tot 1770 omgerekend naar hedendaagse standaarden 545 miljoen euro verdiend aan het Nederlandse kolonialisme en de slavernij.
In Afrika kochten Nederlandse kooplieden slaven van Afrikaanse stamhoofden. Er werd in die tijd veel oorlog gevoerd tussen verschillende stammen in Afrika. Een stamhoofd nam zijn vijanden gevangen en voerde ze naar de kust. Daar verkocht hij ze als slaven aan een koopman.
Moderne slaven zijn goedkoop én talrijk. Bales: “Een slaaf kopen was een beetje als vandaag een tractor kopen. Slaven waren productief en relatief schaars. Een hedendaagse slaaf kost ongeveer 125 euro.”
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000.Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.” De aard van de hedendaagse bedrijven speelt ook een belangrijke rol.
In het begin, tot 1650, waren dat twee gebieden: de kust van Guinee en Angola.Na 1650 kwamen daar de Slavenkust en Biafra bij en in de achttiende eeuw kochten de Nederlanders ook slaven op de Goud- en Ivoorkust.
De Nederlandse Antillen (de Caraïbische eilanden Saba, St.Maarten, St.Eustatius, Bonaire en Curaçao) en het eiland Aruba maken nog steeds deel uit van het Koninkrijk Nederland. In sommige gebieden zijn tot de dag van vandaag sporen van het Nederlands te vinden.
De inheemse bevolking was gedecimeerd en niet te dwingen, Europeanen konden evenmin gedwongen worden. Toen ontstond het plan hiervoor Afrikanen te halen, als slaaf. In de tijd dat Nederland Brazilië van de Portugezen had overgenomen (1630-1654) keek Nederland deze perverse truc af en ging er mee verder.