De herziening was in zekere zin een vreedzame revolutie, waarbij vooral koning Willem II een belangrijke rol speelde. Op 17 maart 1848 benoemde hij een staatscommissie onder leiding van de liberale voorman Thorbecke, die de Grondwetsherziening moest voorbereiden.
De Grondwetsherziening van 1848 legt de basis voor ons huidige stelsel van parlementaire democratie. Niet langer is de koning, maar zijn de ministers verantwoordelijk voor het beleid.
Regering onder koning Willem I (1815-1840)
Onder Koning Willem I is Nederland geen absolute monarchie, maar de Koning heeft in die tijd wel zeer verstrekkende bevoegdheden. De Koning voert tussen 1815 en 1840 alleen de regering: aan hem persoonlijk is de uitvoerende macht opgedragen.
- Niet de koning, maar de ministers zelf zijn voortaan verantwoordelijk voor hun beleid. - De mensen krijgen vrijheid van onderwijs, drukpers, vereniging en vergadering. Koning Willem II is zijn politieke macht grotendeels kwijt geraakt.
Het Revolutiejaar 1848 betreft een reeks Europese opstanden die een liberaal systeem, een liberale grondwet of het verdrijven van vreemde heersers mogelijk moesten maken. De beweging was van korte duur en veel afgedwongen maatregelen werden later door de aristocratische en conservatieve elite teruggedraaid.
De bijpassende Grondwet van 1848, opgesteld door Johan Rudolph Thorbecke, wordt ook wel gezien als het begin van onze democratie.
1848 staat in Europa bekend als het revolutiejaar. Door heel Europa vonden er (gewelddadige) opstanden en protesten plaats. De denkbeelden van het liberalisme waarden over het continent. Het gewone volk was toe aan politieke inspraak.
In 1848 ondertekent Willem II een Grondwet die zijn koninklijke macht sterk inperkt. Minder macht voor de koning en meer macht voor kabinet en parlement: de Grondwet van 1848 wordt het begin van de Nederlandse democratie genoemd.
De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1 mei 1798 is te beschouwen als de eerste Grondwet van Nederland.
De eerste regerend vorst is Koning Willem I (1772-1843).
Na tweehonderd jaar republiek en enkele jaren Franse bezetting, heeft Nederland in 1813 voor het eerst een 'eigen' koning: Willem I. Op spectaculaire wijze komt hij met een Engels oorlogsschip aan in Nederland om zijn plek als vorst in te nemen.
Koning Willem I
In 1815 bepaalde het Congres van Wenen dat de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden weer verenigd zouden worden. Willem Frederik riep zichzelf uit tot Koning van het nieuw ontstane Koninkrijk der Nederlanden: Koning Willem I.
De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden. Sinds 30 april 2013 is dit koning Willem-Alexander.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
1848: de Kamer wordt rechtstreeks gekozen
Zijn opvolger Willem II stemde in 1848 in met een tweede wijziging. Daarin werd vastgelegd dat de ministers, en niet de Koning, politiek verantwoordelijk waren voor alle besluiten. De vorst werd ontheven van zijn politieke functie, hij was voortaan onschendbaar.
De Grondwet is de hoogste nationale wet voor de Nederlandse staat; andere wetten dienen haar bepalingen in acht te nemen. ...
Het Statuut voor het Koninkrijk vormt sinds 1954 een overkoepelend document van een hogere orde dan de Grondwet. Met het statuut staan Aruba, Curaçao, Nederland en Sint Maarten als gelijke landen binnen het Koninkrijk. De Grondwet dient het Statuut in acht te nemen.
Met de grondwetsherziening van 1848 door Johan Rudolph Thorbecke werd de macht van de koning beperkt. De Koning is onschendbaar en de ministers verantwoordelijk. Ministers moeten voor het beleid van de regering verantwoording afleggen aan het parlement.
De Grondwetsherziening van 1848 legde de basis voor het huidige stelsel van parlementaire democratie. De macht van de koning werd ingeperkt. De koning was niet langer verantwoordelijk voor het beleid, maar de ministers. De Tweede Kamer kreeg meer invloed en wordt sindsdien bovendien rechtstreeks gekozen.
De Grondwet van 1815 was de herziene versie van de Grondwet van 1814. Na de herwinning van de onafhankelijk en de terugkeer van erfstadhouder Willem in 1813 werd een Grondwet ontworpen. Die kwam op 29 maart 1814 tot stand.
Artikel 1. Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Dit Vorparlament vergaderde van 31 maart tot 3 april 1848 onder leiding van Carl Mittermaier in de Paulskirche. Ondanks enige revolutionaire sentimenten besloot de gematigde meerderheid onder Heinrich von Gagern en Alexander von Soiron het parlement uit vrijwel algemeen kiesrecht te doen ontstaan.
De revoluties van 1848 begonnen met de Februarirevolutie in Frankrijk, die een eind maakte aan de Julimonarchie en de Tweede Franse Republiek vestigde.
Nadat Napoleon was afgetreden, kwam in 1814 de Vrede van Parijs tot stand, waarbij bepalingen werden opgesteld die Frankrijk terugbrachten tot de oude grenzen van 1792. Het territorium van Frankrijk werd hierbij verkleind. Zo moest het land gebieden als Frans Zwitserland en Noord-Italiaanse veroveringen 'inleveren'.