Er zijn vijf manieren waarop we kunnen voelen: aanraking (tastzin), verschil tussen warm en koud (temperatuurzin), trillingen (vibratiezin) en stompe/scherpe waarneming (pijnzin).
Als je harder de huid indrukt, bijvoorbeeld bij een massage, dan raken deze zintuigcellen geprikkeld. Verschillende soorten zintuigcellen Pijn, temperatuur en druk voel je niet met dezelfde zintuigcellen. Voor iedere soort waarneming zijn weer andere cellen in je huid aanwezig.
Mensen zeggen weleens dat we een zesde zintuig hebben, bovenop de bekende vijf waarmee we zien, horen, proeven, ruiken en voelen.
Het tastzintuig. In de huid en slijmvliezen bevinden zich receptoren van gevoelszenuwen. Via deze receptoren worden tastprikkels, drukprikkels, temperatuurprikkels en pijnprikkels ontvangen, door de verschillende zintuigen: Warmtezintuigen: Deze zintuigen waarschuwen je wanneer je in aanraking komt met iets warms.
Samenvatting. Zintuigen vormen de verbindingen tussen ons en onze omgeving: we horen, zien, ruiken, proeven en tasten (voelen). Met onze oren, ogen, neus, smaak en huid leggen wij contact met de wereld om ons heen.
Zintuigenhonger: zintuigen (oog, neus, oor, mond) vangen prikkels op die de eetlust opwekken zoals de geur van patat, het gebakje in de koelvitrine bij de bakker, het genot van zoet en vet in chocolade. Afterparty-honger: als je een periode meer gegeten hebt dan normaal krijg je sneller weer trek.
Het woordenboek beschrijft een zintuig als een orgaan dat in staat is om uitwendige prikkels op te nemen of het vermogen om uitwendige prikkels op te nemen. Dus oor, oog, neus, tong en huid of gehoor, gezicht, reuk, smaak en gevoel. In de praktijk zijn zintuigen echter wel betrokken bij waarneming, maar niet hetzelfde.
Onze zintuigen nemen prikkels waar en zenden deze signalen door naar onze hersenen. Waarneming voedt de hersenen met signalen die opgevangen en doorgezonden worden via onze zintuigen. Het echte waarnemen gebeurt vervolgens in onze hersenen.
Met de tast kun je op twee manieren waarnemen: cutaan en proprioceptief. Met cutane tast doelen we op de tastgevoeligheid, de waarneming van prikkels met de huid. Hiermee voelen we kleine details, maar nemen we ook trillingen, pijn en temperatuur waar. Dit zintuig is van groot belang voor een kind dat blind is.
De tastzin (of aanrakingszin) is het vermogen van een organisme om aanraking of druk waar te nemen. Waarnemen met dit zintuig heet voelen.
Een prikkel is een stukje informatie dat binnenkomt via onze zintuigen. Zo kunnen we prikkels zien, horen, voelen, ruiken, en proeven. Dit noemen we externe prikkels.
Naast gehoor, zicht, smaak, reuk en tast, hebben we een zesde zintuig: intuïtie. In de Van Dale wordt intuïtie omschreven als 'inzicht zonder nadenken'. Je kent het vast: opeens krijg je een ingeving, een naar gevoel, of zelfs een visioen.
Ofwel, gevoelens zijn lichamelijke signalen die we interpreteren met ons denkbrein. Vandaar dat in NLP het spel tussen het limbisch breinstelsel (gevoelsbrein) en de denkbreinen (links en rechts) zo belangrijk. Dat ze elkaar begrijpen en vertrouwen.
Er zijn ruwweg twee soorten prikkels: zintuig-prikkels: dit zijn prikkels die je zintuigen opvangen, zoals beelden, geuren of geluiden; hersenprikkels: dit zijn gedachten, emoties en taal die je ervaart als je zintuig-prikkels verwerkt.
Mensen hebben vijf zintuigen: de ogen om te zien, de tong om te proeven, de neus om te ruiken, de oren om te horen en de huid om te voelen. Veruit de belangrijkste zintuiglijke organen zijn onze ogen.
1pnt Tastzintuigen bevinden zich direct onder de kiemlaag. Drukzintuigen zijn gevoelig voor druk op de huid. Drukzintuigen bevinden zich dieper in de lederhuid.
In de huid zitten vele zintuigcellen. Zintuigcellen vangen prikkels op uit de omgeving van het organisme. Prikkels die de huid kan opvangen zijn drukprikkels, warmte- en koude prikkels en pijnprikkels.
Een gedachte kan de vonk zijn die je motivatie en positieve emoties doet ontbranden. De dingen die je in je hoofd creëert, hebben de kracht om je realiteit te transformeren.
De besturing van de motoriek van het lichaam (zoals bewegen van armen en benen) wordt gecoördineerd in de hersenen. De hersenen zelf voelen geen pijn, maar registreren wel de pijn die we ergens anders in het lichaam voelen.
Volgens psycholoog George Miller komen er per seconde 4.2 miljoen prikkels op ons af. Van binnen- en van buitenaf; inwendige en uitwendige prikkels. Ze prikkelen de zintuigen en beïnvloeden ons gedrag.
Een prikkel of impuls is een elektrisch signaal, dat ontstaat doordat de hoeveelheid geladen stofjes (ionen) verandert over de celmembraan, het spanningsverschil tussen binnen en buiten verandert. De ionen (natrium, kalium en chloor) kunnen niet zomaar de cel in en uit, dat regelt de celmembraan.
Ons oudste en eenvoudigste zintuig is geur: daar begint Sommer mee. Ten tweede hebben we smaak, ten derde het zicht – het meest dominante en belangrijkste zintuig. Ten vierde is daar tast, voelen en gevoel, ten vijfde horen en luisteren, ten zesde intuïtie en ten zevende het evenwichtszintuig.
Maar iedereen heeft een zesde zintuig, jij ook. Naast horen, zien, ruiken, proeven en voelen kun je namelijk ook evenwicht waarnemen. Het evenwichtsorgaan bevindt zich in het binnenoor en is gevuld met vloeistof.