Pas vanaf de 9e eeuw zijn er hoefijzers gevonden waarvan met meer zekerheid gesteld kan worden dat het om hoefbeslag ging dat met nagels onder paardenhoeven werd bevestigd. Het hoefijzer is een uitvinding van 1200 tot 1600 jaar geleden.
Niet ieder paard heeft ijzers nodig. Heeft hij goede hoeven die niet harder slijten dan ze aangroeien, dan kan hij uitstekend zonder. Het is ook mogelijk om hoeven te beschermen met speciale hoefschoenen.
Een paard heeft hoeven. Om te voorkomen dat de hoeven afslijten door het lopen op straat, krijgen paarden hoefijzers aangemeten. Die worden gemaakt door de hoefsmid. Die maakt de hoefijzers op maat en spijkert ze dan in de voet van het paard.
Zonder hoefijzers slijten de hoeven naar de verkeerde stand. Hoefijzers worden vaak aangeprezen als 'therapeutisch beslag'. Vaak wordt dan beoogd een bepaalde scheefheid te corrigeren of problemen hoger in de benen op te lossen.
Alle wilde paarden blijken gezonde hoeven te hebben waarmee ze tot prestaties in staat zijn waarvan wij bij onze gedomesticeerde paarden slechts kunnen dromen. Bepaalde hoefproblemen zoals hoefkatrolontsteking zijn nergens bij wilde paarden geconstateerd en blijken dus in de vrije natuur gewoon niet te bestaan!
Hoefijzers van paarden moet om de 6 weken gecontroleerd en vervangen worden. Voor paarden zonder hoefijzer geldt een periode van 2 – 4 maanden, dit hangt af van de kwaliteit de hoeven van het paard. Bij zachte hoeven helpt het ze regelmatig in te vetten. Als de hoef gezond is, moet het invetten vermeden worden.
Een hoefijzer is een metalen bescherming voor de hoeven van een hoefdier (meestal een paard of ezel, maar ook ossenijzers werden gebruikt). Het is een vlak stuk ijzer met gaten, waar een hoefsmid spijkers doorheen slaat (hoefnagels genoemd), om het ijzer onder de hoef te bevestigen.
Hoefijzers werden traditioneel op hun plaats gehouden met zeven spijkers, dit is het gelukkigste aantal.
Soms wordt een paard beslagen om hem beter gangwerk te geven, bijvoorbeeld bij tuigpaarden die met zwaardere ijzers hun benen meer heffen. En een hoefijzer kan helpen bij standcorrectie, wat soms nodig kan zijn bij bepaalde aandoeningen.
Zet de hoef van uw paard op een kruk en tik met de schroevendraaier en de hamer de nagels voorzichtig omhoog aan de buitenzijde van de hoef. Doordat de hoefsmid bij het beslaan de nagels 'omniet' staan de uiteinde naar beneden. Deze moeten dus voorzichtig omhoog getikt worden.
Met bekappen werk je alleen aan onderste rand van de hoefwand (inclusief hielen en eventueel steunsels). Alle andere onderdelen wordt niet in gesneden of gevijld, alleen eventueel wat schoongekrabd. Hoeven trimmen is dus in feite niets veel anders dan nagels knippen.
Een doorsnee hoefijzer weegt zo'n 250 tot 450 gram. Dat lijkt misschien niet overdreven veel, maar na tien minuten draven heeft een paard met ijzers al 1.800 kg (!) extra omhoog getild. Dat zorgt natuurlijk voor extra belasting van de gewrichten, vooral in de ondervoet van het paard.
De uitvinding van het hoefijzer
Het is niet bekend wanneer of waar het hoefijzer is uitgevonden. Misschien is het hoefijzer uitgevonden in China en door de Hunnen naar Europa gebracht. Een andere theorie suggereert dat de Galliërs de eersten waren die een ijzer onder de hoef van een paard nagelden.
Een hoefijzer staat al eeuwenlang symbool voor geluk. Vroeger hing men een op bij de voordeur hoefijzer, met de opening naar boven gericht. Op die manier zou het hoefijzer de bewoners beschermen.
Het paard moet sowieso één keer in de zes tot acht weken beslagen of bekapt worden, afhankelijk van de snelheid van de hoorngroei en aan de slijtage van het beslag.
De straal is het kussentje van het paard, gemaakt van een soort dik eelt. Het voelt een beetje als een autoband. Als een paard loopt, maakt de straal contact met de grond waardoor het lichaamsgewicht netjes wordt verdeeld over de hoef.
De hoef is een uitgroeisel of verlengstuk van de huid. Het is een bijzondere vorm van huid die bestaat uit verhoornde cellen. De hoef van een paard komt overeen met de nagel van andere zoogdieren.
hoefsmid (100 euro, iedere 8 weken) wormonderzoek en wormkuren (50 euro per jaar) inentingen (40 euro per jaar + voorrijdkosten dierenarts) rijles (30 euro per les, 2 keer per maand)
Voeding. De paardenhoef groeit per maand ongeveer 1 centimeter. Met een evenwichtige voeding zorg je dat de kwaliteit van de hoefgroei goed is. Er zijn veel verschillende voedingsstoffen belangrijk voor de hoef zoals: eiwitten, energie, vitamines, mineralen, aminozuren en sporenelementen.
Bekappen en beslaan
Naast een goede dagelijkse verzorging moeten de hoeven ook elke 6 tot 10 weken bekapt of beslagen worden zodat ze kort genoeg blijven en niet beginnen barsten. Indien dit niet gebeurt blijven de hoeven gewoon doorgroeien, met alle gevolgen van dien (kreupelheid, verkeerde stand, barsten, pijn,...).
De kosten voor het vierkant beslaan van uw paard bedragen: Warmbloeden: €110,-. Koudbloeden: €150,-.
Een paard dat opgeleid is, kost gemiddeld tussen de 4.500 en 10.000 euro. Voor sportpaarden betaal je nog meer. Om prijzen te vergelijken moet je o.a. rekening houden met de leeftijd van het dier, het opleidingsniveau en het seizoen. In het najaar zouden de prijzen iets lager liggen omdat er een iets groter aanbod is.
Het rondom bekappen van een paard kost ongeveer € 40,00. Staat je paard op ijzers dan worden de hoefsmid kosten direct wat duurder zo rond de € 115,00. Draagt je paard aangepast beslag zullen deze kosten nog hoger uitvallen.