Carnaval is een van oorsprong katholiek feest dat vooraf gaat aan de periode van het vasten. Waarschijnlijk vindt het zijn oorsprong in het middeleeuwse Italië, waar het gemaskerd bal veel toeschouwers trok. Vanuit hier waaide het over naar andere delen van Europa.
Betekenis carnaval en vastelaovend
Behalve de verklaring van het woord "carnaval" als verwijzing naar de scheepskar van Dionysos , zou het woord vanuit christelijke oorsprong een samentrekking zijn van de woorden "carne" en "vale". Dit betekent letterlijk "vlees" en "vaarwel" en is een verwijzing naar de vastenperiode.
De oudst bekende datering van de term carnaval in het Nederlands is in het jaar 1673, in het tijdschrift Mercurius. Verschillende alternatieve etymologieën zijn voorgesteld, bijvoorbeeld dat het woord zou zijn afgeleid van carrus navalis (Latijn voor scheepskar, waarmee dan specifiek wordt gedoeld op het narrenschip).
De slaven hadden tijdens dit feest veel meer vrijheid en mochten zelfs hun meesters voor gek zetten. Er waren verder drink- en eetgelagen, vermommingen en optochten door de straten. Volgens hen ligt de oorsprong van het woord carnaval in het Italiaanse carne levare, wat 'opheffen/wegnemen van het vlees' betekent.
Carnaval staat bekend als een katholiek volksfeest. Het is de ideale uitlaatklep vóór de vastentijd, de periode ter voorbereiding op het Paasfeest. In de zestiende eeuw ontstaat door de Reformatie een tweedeling in het land: de protestanten en de katholieken.
Dwaas gedrag en christelijke wortels
“Carnaval is eigenlijk een heel letterlijke interpretatie van bijbelverzen”, legt Versendaal uit. “Tijdens carnaval zie je dat mensen zich tijdelijk heel dwaas gedragen, en in de Bijbel staan teksten met een strekking als 'Wat dwaas is voor de mensen, is wijs voor God'.”
Carnaval is van oorsprong een katholiek feest. Er wordt het begin van het vasten mee gevierd. Dit is de periode van veertig dagen voor Pasen, die begint op Aswoensdag. Om de vasten goed te kunnen 'overleven' wordt in de dagen voor Aswoensdag een feest gevierd; Carnaval!
Elk jaar op 11 november wordt het carnavalsseizoen geopend in het zuiden van het land. Het getal 11 noemen wij het gekkengetal, omdat het alleen te delen is door zichzelf. En omdat 11 tussen 10 (het volmaakte getal) en 12 (het heilige getal) staat.
Oorspronkelijk is het een uitroep bij het uitbrengen van een dronk. Sinds het begin van het moderne carnaval in 1823 wordt "Kölle alaaf" in Keulen gebruikt als begroeting tussen carnavalsvierders. In veel andere Duitse steden luidt de carnavalsgroet: helau.
Een voor de hand liggende verklaring is dat 'carnaval' is afgeleid van het Latijnse 'carne vale', wat betekent: vaarwel aan het vlees.
Car-naa-val dus C.
De verdeling in ons land tussen het wel of niet vieren van carnaval valt voornamelijk samen met de plekken waar mensen van oudsher katholiek, of juist protestants zijn. In het zuiden zijn er meer mensen katholiek dan boven de rivieren.
De herkomst van deze kleurencombinatie gaat vele eeuwen terug. De narren in Kleef gingen bijvoorbeeld gehuld in geel en rood, die in Frankrijk in groen en rood. In het Franse Dyon zou al voor 1450 een narrengezelschap zijn gesignaleerd in rood, geel en groen.
Brabant staat bekend als grootste carnavalsprovincie van Nederland: van feest tot Karnaval Festival. Namen en steden van dorpen veranderen in Oeteldonk (den Bosch), Kruikenstad (Tilburg) of Kielegat (Breda). Ook zijn events als de Kuukse Elfkroegentocht landelijk bekend.
Groningen. In het hoge noorden wordt er geen carnaval gevierd. Daarnaast is Groningen een schitterende stad die op elk moment van het jaar de moeite waard is om te bezoeken.
Roep geen alaaf!
Oeteldonk is ontstaan doordat een bisschop uit Den Dungen het liederlijke feest wilde verbieden omdat hij er sterk op tegen was. Bosschenaren hebben dit toen voorkomen door het feest een serieus tintje te geven. Bij dit serieuze tintje hoort geen alaaf, geen pronkzittingen en verkleedpartijen.
Oorspronkelijk is het een uitroep bij het uitbrengen van een dronk. Sinds het begin van het moderne Carnaval in 1823 wordt "Kölle Alaaf" in Köln gebruikt als begroeting tussen Carnavalsvierders. In andere Duitse steden luidt de carnavalsgroet: Helau. Ook in België maakt men gebruik van de term.
Carnaval is een van oorsprong katholiek feest dat vooraf gaat aan de periode van het vasten. Waarschijnlijk vindt het zijn oorsprong in het middeleeuwse Italië, waar het gemaskerd bal veel toeschouwers trok. Vanuit hier waaide het over naar andere delen van Europa.
Waarom is 11 het gekkengetal? Het getal 11 is van oudsher het getal van de dwazen en de narren. Elf is onlosmakelijk verbonden met carnaval.
Franse steken
Maar nu moesten de Franse bezetters op de hak genomen worden. Men zette Franse steken op en koos de elfde van de elfde als datum voor hun spotfeest. Dit naar aanleiding van de drie principes van de Franse Revolutie: Egalité, Liberté et Fraternité. De beginletters vormen het Duitse telwoord 'elf'.
Elf is het natuurlijke getal dat tien opvolgt en aan twaalf voorafgaat. Het getal elf wordt weergegeven door de cijfers 11.
Het carnaval duurt officieel van zondag tot en met dinsdag. Maar in veel steden is er op zaterdag al een carnavalsoptocht. De dinsdag heet vette dinsdag (dan mocht je nog even lekker veel en vet eten voordat het vasten begon) en de woensdag na het carnaval heet Aswoensdag.
De prins wordt bijgestaan door: zijn prinses, raad van 11, adjudanten, hofdames en de hofnar. De taken van de prins zijn het bekostigen van de praalwagen en de kostuums, het schrijven van de proclamatie en het bedenken van de slogan voor de optocht. Alaaf!
Aswoensdag is de eerste dag van de Veertigdagentijd. Op deze dag zet de priester met as een kruisje op het voorhoofd van de kerkgangers, om hen aan te sporen tot bezinning, boete en bekering. Aswoensdag is een verplichte vastendag.