Spreekwoorden: (1914) Wie a zegt, moet ook b zeggen, d.i. men moet voortgaan gelijk men begonnen is; of ook: na de eerste schrede kan men niet meer stilstaan; fr.
- Wie A zegt, moet ook B zeggen. = Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken. It's raining cats and dogs. - Het regent pijpenstelen.
367. Zoete broodjes bakken. Men bezigt deze uitdr. wanneer iemand zich eerst over het een of ander sterk uitlaat, en naderhand zich gedwee en inschikkelijk toont (Weiland).
Spreekwoorden: (1914) Het beste paard struikelt wel eens, d.w.z. ook de beste kan wel eens iets verkeerds doen; syn.
door de bomen het bos niet meer zien / door het bos de bomen niet meer zien. De geijkte uitdrukking is door de bomen het bos niet (meer) zien. De betekenis is 'door te veel op details (de bomen) te letten, het geheel (het bos) uit het oog verliezen'.
De daad bij het woord voegen, het betekent zoveel als: actie ondernemen om te doen wat je gezegd hebt.
In de standaardtaal gebruikt men de uitdrukking de balans opmaken om uit te drukken dat iemand terugblikt en een overzicht maakt van wat voorbij is.
wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=Mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
Spreekwoorden zijn altijd zinnen met wijsheden of levenslessen erin. Voorbeelden van veelgebruikte spreekwoorden zijn: Wie A zegt, moet ook B zeggen - Als je ergens mee begint, moet je het ook afmaken. Eerlijkheid duurt het langst - Een leugen komt op een gegeven moment uit, maar de waarheid blijft altijd waar.
Een voorbeeld van een spreekwoord is: "na regen komt zonneschijn". Een voorbeeld van een gezegde is: "een nieuwsgierig aagje". Zoals je wel kunt opmaken uit deze voorbeelden, zie je dat de uitdrukkingen niet letterlijk bedoeld zijn. Je moet ze daarom ook niet op die manier opvatten.
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een (volks)wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft. Sommige spreekwoorden zijn met elkaar in tegenspraak. Zo zijn er spreekwoorden die aanzetten tot moedig gedrag, en andere juist tot voorzichtigheid.
Men kan geen ijzer met handen breken,
d.w.z. het onmogelijke is niet te doen.
Als spreekwoord is 'hoog van de toren blazen' een mooi voorbeeld van figuratief verbeelden van wat je bedoelt. Namelijk iemand die veel te zeggen meent te hebben, maar daarbij volgens anderen geen enkele machtsbasis bezit op het punt waar hij iets over zegt.
Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd - dit betekent: 'je kunt niet alles ineens doen, alles heeft zijn tijd nodig'; 'iets groots tot stand brengen is nu eenmaal een zaak van lange adem'.
Met den mond vol tanden staan (of zitten), d.w.z. niets zeggen ter verdediging, geen woord kunnen uitbrengen, beteuterd zijn; syn.