Biologisch: Bij biologische wijnbouw werkt de wijnbouw schoner en duurzamer dan bij conventionele wijn(-bouw). Zo mag er geen gebruik gemaakt worden van kunstmest en chemische pesticiden en bestrijdingsmiddelen in de wijngaard.
De wettelijk toegestane norm voor het toevoegen van sulfiet is voor biologische wijnen een kwart tot een derde lager dan gangbaar. Biologische droge rode wijnen mogen 100 mg sulfiet per liter bevatten en zoete witte 150 milligram per liter. Gangbaar is de norm 160 milligram voor rood en 210 milligram voor wit.
In het algemeen is er niet aangetoond dat biologische wijn gezonder is dan niet biologische wijn. Het is wel zo dat biologische wijn gezonde geproduceerd wordt. Denk aan minder resten van bestrijdingsmiddelen en soms minder nitraat. Tevens wordt het gebruik van sulfiet ook beperkt.
Biowijnen herken je aan het welbekende EU-biolabel. Concreet betekent dit dat 95% van de agrarische ingrediënten biologisch zijn. De druiven die aan de basis van de wijn liggen, worden dus ook 100% biologisch geteeld.
Organic wijn wordt volgens biologische werkwijze geproduceerd. Dit houdt in dat de wijn met respect voor de natuur wordt gemaakt, zonder daarbij chemicaliën of kunstmest te gebruiken. Puur natuur op zijn allerbest.
Met name voor bepaalde astmapatiënten kan sulfiet in wijn al in een hele lage dosering averechts op de luchtwegen werken. Daarom wordt op het wijnetiket altijd vermeld 'bevat sulfiet(en)'. Voor de meeste mensen is sulfiet echter een veilige stof, zeker in de minieme concentraties die tegenwoordig worden gebruikt.
Sulfieten (E-nummers E220 t/m E228) zijn conserveermiddelen en kunnen van nature veel zitten in gedroogde vruchten, wijn en citroensap. Mensen die overgevoelig zijn voor sulfiet kunnen heel milde maar ook heftige reacties krijgen op sulfiet. Het kan gaan om hartkloppingen, huiduitslag of vochtophoping.
Het toevoegen van gebrande zwavel aan wijn is aan strenge maxima gebonden: 160 mg per liter voor rode wijn, 210 mg per liter in droge witte wijn en rosé, 260 mg in zoete witte wijn en tot 400 mg in rijke, stroperige dessertwijnen.
Bij het maken van gewone wijn is bijna alles geoorloofd: pesticiden, kunstmest, toevoegingen zoals suiker, gist, enzymen en sulfiet. Het verschil met biologische wijn zit 'm vooral in de wijngaard. Er mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt.
Wat is biologische wijn? It's Organic spreekt over biologische wijn als die is bereid uit biologisch geteelde druiven: met aandacht en zorg voor het milieu zijn geteeld, zonder het gebruik van kunstmest, de toepassing van gentechnologie en met een minimaal gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen.
Tien pesticiden
Alle conventionele wijnen bevatten minstens vier verschillende soorten pesticiden, één wijn bevatte er tien.
Zuivere wijnen zijn eenvoudig gezegd wijnen zonder bacteriën en schimmels met een laag sulfietgehalte. Het maken van zuivere wijnen begint in de wijngaarden.
Alcohol zorgt via een chemisch proces voor meer urineproductie. Hierdoor droogt het lichaam uit, waardoor de vloeistofdruk in de hersenen verlaagd wordt. Dit resulteert in hoofdpijn, nadorst en een droge mond. Drink dus voor ieder glas wijn óók een glas water.
Producten waarvan bekend is dat deze veel sulfiet bevatten, zijn o.a. gedroogd fruit, wijn en mosselen. Maar, dit zijn zeker niet de enige producten. Sulfiet is namelijk een stof die in veel producten is terug te vinden.
Er komen steeds meer natuurlijke wijnen op de markt. Bij deze wijnen wordt in principe geen sulfiet toegevoegd. Sinds kort is er zelfs een product op de markt dat sulfree heet. Voeg een druppel toe aan de wijn en het sulfiet is eruit.
Voedingsmiddelen die sulfiet kunnen bevatten zijn onder meer: Groenten en kruiden uit de lookfamilie: ui, sjalot, prei, knoflook bieslook, daslook etc. en alle afgeleiden daarvan (onder andere ook kruidenmengelingen)
Het komt van nature voor in planten uit de look-familie. Het wordt meest gebruikt als conserveringsmiddel in ons voedsel, maar komt ook veel voor als kleurstof. Wat veel mensen niet zouden denken, of verwachten, komt sulfiet ook gewoon voor in biologische producten.
Sulfieten (E-nummers E220 t/m E228) zijn conserveermiddelen. Sommige mensen kunnen overgevoeligheidsreacties krijgen als ze sulfiet binnenkrijgen. Dit komt het meest voor onder astmapatiënten.
Natuurwijn wordt vaak geroemd omdat er geen sulfiet aan zou worden toegevoegd. Sulfieten zijn stoffen die zwavel bevatten. Deze worden toegevoegd aan conventionele wijnen (de niet-natuurwijnen). Het bevordert de houdbaarheid, doordat de wijn minder snel oxideert en doordat bacteriën geen kans krijgen.
Een vegan wijn hoeft niet zo zeer van biologische druiven gemaakt te worden. Uiteraard wordt alle wijn alleen van druiven gemaakt, anders mag het geen wijn heten. Maar bijna elke wijn wordt wel geklaard en gefilterd voordat deze gebotteld wordt.
Een natuurwijn, of vin nature zoals de Fransen het noemen, is zonder enige chemische of dierlijke middelen tot stand gekomen. Dat moet dus vegan zijn.
Biologisch eten en veganisme
Als veganist is het prima mogelijk om biologisch te eten. Eigenlijk staat dat helemaal los van veganisme, want biologisch is niet meer of minder diervriendelijk of milieuvriendelijk. Een belangrijke uitzondering is citrusfruit.