Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
Wanneer er een verdenking is van dikkedarmkanker wordt er bij u bloed geprikt. In het bloed zijn tumormarkers aanwezig. Een tumormarker is een bepaalde stof die in het bloed voorkomt bij kanker. Het bloedonderzoek wordt niet gebruikt om definitief kanker vast te stellen.
Nadat het bloed is afgenomen, worden de buisjes met bloed in een laboratorium onderzocht en vergeleken met een aantal standaard bloedwaarden. Dit houdt in dat er gekeken wordt of bestanddelen in je bloed binnen vastgestelde grenzen vallen. Als dit niet zo is, dan spreek je van afwijkende bloedwaarden.
CRP (C-reactief proteïne) is een eiwit dat gemaakt wordt in de lever. Na het ontstaan van een ontsteking neemt de hoeveelheid CRP in het bloed al binnen 6-8 uren flink toe. Daardoor is de bepaling van CRP waardevol bij het vaststellen van ontstekingen of om het effect van een medische behandeling te volgen.
De CRP-waarden is vaak het hoogst (> 100 mg/L) bij bacteriële infecties, pancreatitis, appendicitis, trauma, kanker en reuma. Matig verhoogde CRP-waarden (< 100 mg/L) passen meer bij virale infecties, tuberculose en chronische ontstekingen.
Een plekje of knobbeltje op je huid. Een verdikking of knobbel(tje) in je lichaam. Slikklachten. Heesheid of hoest die niet overgaat, bloed in slijm dat je ophoest.
Onderzoek naar de tumormarker CEA bij darmkanker
Gezonde mensen hebben ook CEA in het bloed. Maar als er meer CEA in het bloed zit dan normaal, kan dat door darmkanker of een andere soort kanker komen. Dat hoeft trouwens niet. Ook door roken en andere zaken kan de hoeveelheid CEA hoger worden.
U overweegt om u te laten testen op kanker. Dit testen, ook wel screening genoemd, wordt gedaan om kanker op te sporen in een vroeg stadium, voordat er sprake is van klachten. In dit stadium kan de kanker beter worden behandeld dan in een later stadium.
Darmkanker kan verschillende klachten geven, zoals een veranderde ontlasting of bloed in de ontlasting. Om vast te stellen of u darmkanker heeft, krijgt u een kijkonderzoek in de darm (coloscopie). Er wordt ook een stukje weefsel weggehaald en onderzocht. Ziet de arts poliepen, dan haalt hij die ook weg.
Tussen 1-3 mg/l: Licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte. Groter dan > 3,0 mg/l: Hoog risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
LDH is in normale omstandigheden aanwezig in het bloed en andere weefsels van het lichaam. Een hoog gehalte aan LDH kan wijzen op weefselletsels of op de aanwezigheid van kankercellen. Het is mogelijk dat men LDH gebruikt als tumormarker of om te kijken hoe iemand reageert op de behandeling van sommige kankers.
Bij een verhoogde waarde van meer dan 3 mg/l is bestaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een waarde boven de 10 mg/l duidt op een acute ontsteking. De uitslag van een CRP bloedtest zegt niets over waar een mogelijke ontsteking in het lichaam aanwezig is.
Bij gezonde mensen (zonder ontstekingen) is de CRP-waarde in het bloed meestal lager dan 5 mg/l. Bij bacteriele infecties zal in het algemeen de CRP concentratie in het bloed sterk toenemen terwijl er tijdens een virale infectie slechts een kleine tot geringe toename in concentratie gevonden wordt.
Door chemotherapie maakt je lichaam tijdelijk minder nieuwe bloedcellen aan. Daardoor kun je last krijgen van bloedarmoede, infecties en koorts, of bloedingen. Lees wat je daarvan kunt merken, en wanneer je contact moet opnemen met je arts. Aan je bloed kan de arts veel aflezen.
Het lichamelijk onderzoek is vooral aan de buitenkant van het lichaam. Soms onderzoekt de arts een bepaald deel van het lichaam meer uitgebreid. Lichamelijk onderzoek is de eerste stap in het onderzoek naar de diagnose kanker. Om te kunnen vaststellen of het om kanker gaat, is bijna altijd verder onderzoek nodig.
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Zware vermoeidheid is een van de meest voorkomende symptomen bij kankerpatiënten. Verschillende oorzaken spelen daarbij een rol. Daarom is ook een aangepaste behandeling nodig, die kan verschillen van patiënt tot patiënt.
Ontstekingen kunnen verschillende klachten geven zoals pijn, warmte, roodheid, zwelling en verlies van functie. Een ontsteking kan ook in het lichaam aanwezig zijn zonder dat u dit merkt. Als het bloed dan geanalyseerd wordt kan de ontsteking vaak in het bloed wel worden aangetoond.
Het getal geeft aan hoeveel witte bloedcellen er in een kleine hoeveelheid bloed aanwezig zijn. De waarde ligt meestal tussen 4 en 10. Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie.
Witte bloedcellen worden leukocyten genoemd en zijn belangrijk voor het immuunsysteem. Ze beschermen het lichaam tegen schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Ook helpen witte bloedcellen mee met het opruimen van afgestorven cellen.