De officier van justitie geeft informatie over spreekrecht en de mogelijkheden om een schadevergoeding te eisen van de verdachte. Je kunt ook zelf vragen stellen aan de officier van justitie. Bijvoorbeeld over het onderzoek van de politie en het dossier van je strafzaak.
De rechters stellen vragen aan u en de officier van justitie, bijvoorbeeld over de bewijzen en uw situatie. De rechters kunnen getuigen ondervragen. De rechters kunnen ook vragen stellen aan deskundigen, zoals een psychiater.
De rechter vraagt de getuige naar zijn geboortedatum, beroep en woonplaats en of deze familie van de verdachte is. Een getuige is verplicht om de waarheid te spreken. Dat betekent niet dat de getuige verplicht is om op elke vraag antwoord te geven.
De politie wil een beeld krijgen wie u precies bent, of u bepaalde problemen heeft, wat voor werk u heeft, hoe uw woonsituatie is, etc. Tijdens het persoonsgericht verhoor zal de politie her en der ook vragen stellen die van belang kunnen zijn voor de zaak zelf, zonder dat u dat direct door heeft.
Wanneer je naar het verhoor gaat vertel je jouw kant van het verhaal. Je vertelt wat je gezien, gehoord en ervaren hebt. Niets meer, niets minder. De politie zal dit opschrijven en jou vragen om de verklaring te ondertekenen.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
De officier van justitie heeft 16 weken de tijd om op uw beroep te beslissen. Deze termijn gaat in één dag nadat u voor het laatst in beroep kon gaan. Bent u te laat in beroep gegaan?
Na ongeveer 6 maanden krijgt u een brief van Parket CVOM. De officier van justitie heeft uw beroep dan bekeken en laat u weten dat: u alsnog in het gelijk wordt gesteld òf. dat uw zaak wordt voorgelegd aan de kantonrechter en daarom wordt doorgestuurd naar de rechtbank.
De landelijke leiding van het OM berust bij het College van procureurs-generaal(het College) in Den Haag. De minister van Justitie en Veiligheid is politiek verantwoordelijk voor het OM. Hij bepaalt samen met het College de prioriteiten in de opsporing en vervolging.
De Officier van Justitie is een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM). Hij geeft leiding aan de politie bij het onderzoek naar een strafbaar feit en treedt op als aanklager in een strafzaak. Een rechter-commissaris is een rechter die toezicht houdt op strafrechtelijke onderzoeken door dat OM.
Algemeen geaccepteerd is (gelukkig) dat men de rechter in de rechtbank aanspreekt met mijnheer of mevrouw (de rechter). Maar ook daar zijn uitzonderingen op: zijn er meer rechters, dan spreekt men de voorzitter aan met mijnheer/mevrouw de voorzitter.
De officier van justitie kan voor lichte strafbare feiten zelf een straf opleggen. Bij verdenking van het plegen van een ernstig misdrijf wordt de verdachte door de officier van justitie gedagvaard om zich voor de strafrechter te verantwoorden.
Vasthouden voor onderzoek en inverzekeringstelling
Sinds 1 maart 2017 mag de politie u maximaal 9 uur vasthouden voor onderzoek. Bijvoorbeeld om uw vingerafdrukken af te nemen of foto's te maken. De tijd tussen 0.00 uur en 9.00 uur telt hierbij niet mee.
Een sepot betekent dat u niet langer als verdachte wordt beschouwd. U wordt niet vervolgd en de strafzaak is voor justitie afgedaan. Wanneer de politie (mondeling) tegen u zegt dat de zaak wordt geseponeerd, moet u altijd vragen om een schriftelijke bevestiging.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Foto's, films, geluidsbanden, dvd's, etc. maar ook het moordwapen worden niet genoemd en kunnen dus niet rechtstreeks als wettig bewijsmiddel dienen. Ze kunnen wel ter zitting aan de rechter zijn getoond en vallen dan onder de eigen waarneming van de rechter.
Het bewijs moet wettig en overtuigend zijn. Dat betekent dat de veroordeling niet alleen gebaseerd moet zijn op de wettige bewijsmiddelen, maar dat de rechter ook persoonlijk de overtuiging moet hebben dat de verdachte het misdrijf heeft gepleegd. De overtuiging moet worden afgeleid uit de bewijsmiddelen.
Mag u een politieverhoor weigeren? Ja, natuurlijk! Veel mensen denken dat het verplicht is om op uitnodiging van de politie te verschijnen, maar dat is het zeker niet! U mag gewoon weigeren om naar het politieverhoor te komen.
Personen die verhoord worden, hebben het recht om zich tijdens dat verhoor te laten bijstaan door een advocaat. Andere personen, ook 'derden' genoemd, zijn in principe niet toegestaan tijdens het verhoor.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht). U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten. U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.