Het doel van een kindgesprek is om met de leerling zelf te spreken over het leergedrag. Aan de hand van een gespreksformulier stelt de leerkracht in een kort gesprek een aantal vragen, bijvoorbeeld: Welk vak vind je moeilijk en hoe komt dat?Wat zou je zelf anders kunnen doen?Welke hulp zou je nodig hebben?
De kinderrechter vraagt bijvoorbeeld over waar en bij wie je de meeste tijd wilt wonen. Of hoe en hoe vaak je de andere ouder dan zou willen zien. Of wil je juist bij allebei wonen en wil je ze allebei evenveel zien. Allemaal onderwerpen die de kinderrechter bespreekt met het kind.
Minderjarige kinderen (jonger dan 18 jaar) krijgen vanaf een bepaalde leeftijd een uitnodiging voor een gesprek met de rechter. Dit heet een kindgesprek. Een kort informeel gesprek waarbij het kind mag vertellen wat hij of zij van de situatie vindt. Ouders of verzorgers zijn zelf niet bij het gesprek aanwezig.
Kindgesprekken helpen om de onderwijsbehoeften van kinderen duidelijker in beeld te krijgen, zijn nuttig omdat ze de pedagogische relatie versterken, vergroten de persoonlijke betrokkenheid en motivatie, verbeteren de werkhouding, stimuleren verschillende 21e eeuwse vaardigheden hebben een positieve invloed op het ...
Intrinsieke motivatie op gang brengen
Kinderen willen uit zichzelf iets beheersen, omdat ze het echt interessant en leuk vinden. Kinderen moeten erin geloven dat ze invloed hebben op wat ze moeten doen. Lesstof moet afgestemd zijn op hun niveau en interesses en er mag best ruimte zijn voor eigen inbreng.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Naar de rechter
U moet een advocaat inschakelen om het verzoek in te dienen bij de rechtbank. De rechter vraagt alle betrokkenen naar hun mening. De rechter beslist in het belang van het kind hoe de omgangsregeling of zorgregeling eruit gaat zien. Reageert u schriftelijk op het verzoek (schriftelijk verweer)?
Wil je een kind interviewen, zoek dan eerst uit of het kind het leuk vindt om wat te vertellen en of het makkelijk met een vreemde praat. Of het zijn gedachten en gevoelens kan verwoorden. Check dat bij het kind zelf, of vraag het aan de ouders, de juf of meester of een andere volwassene.
Jullie gezinsvoogd of de Raad voor de Kinderbescherming kan een uithuisplaatsing aanvragen bij de rechter. Dat doen ze als ze vinden dat het bij jullie thuis niet veilig of stabiel genoeg is voor je kind. De rechter neemt het besluit. Alleen hij kan bepalen of jouw kind uit huis wordt geplaatst.
Tip: Spreek de rechter op de zitting aan met mijnheer/mevrouw, dan zit je eigenlijk altijd goed. En een hand geven bij het binnen en buiten gaan van de rechtszaal hoeft niet. Een vriendelijk knikje en een welgemeend 'goedemorgen' of 'goedemiddag' volstaat.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Het Burgerlijk Wetboek regelt in artikel 1:377a dat een kind recht heeft op omgang 'met zijn ouders en met degene die in nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat'. Dit betekent dat ook opa en oma een recht op omgang met hun kleinkinderen kunnen hebben.
Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien. Daarnaast ben je als ouder verplicht om het contact met de andere ouder bij de kinderen te bevorderen.
Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Als je kind niet meer naar jou toe wil
Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind! Wanneer het niet lukt om samen een oplossing te vinden, vraag dan advies aan een advocaat over hoe je het beste kunt handelen.
De studenten lezen samen een inleidende tekst. Vervolgens stellen ze zelf de vragen op die beantwoord moeten worden om tot de kern van de stof te komen. Tijdens de volgende bijeenkomst discussiëren zij samen over hun bevindingen. De tutor speelt daarbij een ondersteunende rol.