Ongeveer 60 a 80 minuten voor zonsopgang beginnen roodborsten, merels en zanglijsters met hun concert. Rond 40 a 60 minuten voor de zon opkomt gaat het snel: je hoort nu de eerste koekoeken, maar ook de zwartkop, heggenmus, winterkoning en geelgors.
Wanneer u er echt vroeg bij bent, kunt u de boerenzwaluw in solo horen zingen, maar naarmate het later wordt, voelen meer vogels zich geroepen om van zich te laten horen en zal het lastiger worden om de verschillende soorten vogels te onderscheiden.
Vogels zingen van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Vanaf een half uur voor tot een uur na zonsopkomst zingen zij het uitbundigst. De merel is de eerste vogel die 's ochtends begint met zingen. Zo'n half uur, driekwartier voor zonsopkomst zijn de eerste tonen van deze luidruchtige zangvogel te horen.
Vogels fluiten in de vroege ochtend omdat zij elkaar wakker maken om samen te vertrekken, en avond is wanneer zij weer thuis samen komen om te gaan slapen.
Die hebben grote ogen en vangen daarmee veel licht. De lijsterachtigen beginnen dan ook vaak als eerste met zingen, meestal twee uur voor zonsopkomst. Naarmate de zon vroeger opkomt, gaan die vogels ook steeds vroeger zingen. Dit doen ze om aan te geven wat hun territorium is.
Merelmannen brengen een prachtig, melancholiek repertoire ten gehore, vaak doorspekt met imitaties. Wie goed oplet kan de verschillende merels in buurt of wijk individueel leren herkennen aan enkele regelmatig terugkerende favoriete motiefjes. Ook de vogels zelf herkennen hun buur(t)mannen aan de zang.
Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak.
Al heel vroeg, vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen zanglijsters en merels te zingen, niet toevallig vogelsoorten met grote ogen. Die vangen veel licht. Daarna haken steeds meer vogels aan, waarna rond zonsopgang de zangpiek is met de meeste soorten en de hoogste activiteit.
De trendsetters zijn doorgaans merels, roodborsten winterkoningen en heggenmussen.Koolmezen en pimpelmezen zijn er ook wel vlot bij.
De winterkoning zingt het hele jaar door en altijd luidkeels: ter verdediging van zijn territorium of om een vrouwtje te imponeren. Is hij - bij onraad - opgewonden, dan klinkt zijn alarmroep: een repetitief luid 'tsjeck' of 'tjerrr'. Als een opwippend wekkertje alarmeert hij zo de andere vogels in de buurt.
De sprinkhaanzanger dankt zijn naam aan de zang van het mannetje; een voortdurend rinkelend geluid dat sprekend lijkt op dat van een sprinkhaan.
Koolmees. De koolmees is één van de talrijkste tuinvogels. Met zijn gitzwart petje, witte wangen en citroengele buik, is het een gemakkelijk herkenbare soort. Uit onderzoek blijkt dat vogels steeds hoger gaan zingen om boven het stadslawaai uit te komen.
Heb jij een kindje dat structureel tussen 04.00-06.00 wakker wordt?En is je kind ouder dan zes maanden?Dan heb jij te maken met een zogeheten 'vroege vogel'.
Vink (Fringilla coelebs)
De vink is met zijn grijsblauw petje, roestrode borst en witte vleugelstrepen een bekende tuinvogel. De zang eindigt (bij ons) vaak op suskewiet.
Roept dan een schel "tju-wiét..wiet-wiet". In zomerkleed fijn wit gespikkeld van boven, alleen van dichtbij te zien. Kop met opvallend witte wenkbrauw vóór het oog en opvallende oogring.
Shazam voor getsjilp
Onmisbaar voor natuurliefhebbers met een oor voor vogelgeluiden: met ChirpOMatic kan je korte fragmenten van een bepaald getjilp, gefluit of gekraai opnemen waarna de app je precies vertelt welke vogel in de buurt is. Shazam, maar dan voor vogelgeluiden, zeg maar.
Birdsounds Europe app - Birdingapps
Een perfecte vogelgeluiden app om vogels te herkennen. Ontwikkeld door vogelaars Henk Meeuwsen en Michel Uiterwijk. € 5,49 in de Apple App Store en € 4,54 in de Google Play Store.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
Elk jaar in Zuid Frankrijk horen wij tegen schemertijd een vogel die een geluid maakt dat klinkt als "tuut". Wij noemen deze vogel dan ook de tuut vogel. Het is telkens een eenmalig geluid dat na een aantal seconden herhaald wordt.
Merels maken gemakkelijk duidelijk hoe ze zich voelen. Gaande van zacht contact met elkaar houden tot een luide, paniekerige alarmkreet bij potentieel gevaar. Met melodieuze liederen bakenen ze hun territorium af. Herhaaldelijk repeteren verbetert hun zang aanzienlijk.
De fitis behoort tot een groep kleine bruingroene zangvogels die in uiterlijk sterk op elkaar lijken. De fitis laat zich binnen deze groep moeilijk onderscheiden van de tjiftjaf. Maar de zang van de fitis is onmiskenbaar: een zacht, melancholiek fluitend, aflopend riedeltje.
De belangrijkste vijand van volwassen merels zijn sperwer, havik, buizerd, rode wouw en bosuil. Andere vijanden zijn: Valken, Ransuil, Oehoe en Katten.
Merels eten graag wormen, insecten en fruit, maar ook zaden staan op het menu. Als het bereikbaar is eten ze ook graag van vetproducten. Meestal zullen ze het geknoeide voer onder een voedersilo of pindacake opeten, maar ook op voedertafels verschijnen ze veelvuldig.
De meeste jonge vogels vallen helaas ten prooi aan katten, en kraaien en eksters eten zowel de eieren als de kuikens. Gemiddeld wordt een merel twee tot drie jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden.