De vliegende vissen (Exocoetidae) zijn een familie straalvinnige zeevissen bestaande uit ongeveer 70 soorten, gegroepeerd in 7 tot 9 geslachten. Vliegende vissen komen in alle belangrijke oceanen voor, hoofdzakelijk in warm tropisch en subtropisch water.
Er bestaan ruim veertig soorten vliegende vissen. Sommige van de dieren hebben vier vinnen, anderen slechts twee. De dieren zijn in staat om grote sprongen uit het water te maken, waarbij ze soms wel 45 seconden door de lucht te vliegen en afstanden van ruim 500 meter overbruggen.
Vliegende vissen zijn geen vogels, maar ze komen een heel eind. waarmee ze vliegen mag er ook zijn: tot 70 kilometer per uur. Gemiddeld blijven ze ongeveer twintig seconden in de lucht en de maximale vliegduur die betrouwbaar gemeten is bedraagt 45 seconden. De hoogte boven het zee-opper- vlak is maximaal zes meter.
Voedsel. De vliegende vis is carnivoor. Hij voedt zich met plankton, kleine kreeftachtigen en larven. 's Avonds zwemmen vliegende vissen naar de kust of inhammen om zich te voeden. Daarbij openen ze hun mond en zuigen ze alles naar binnen wat ze tegenkomen.
Vliegvissen is een tak van hengelsport waarbij gebruikgemaakt wordt van het gewicht van de lijn om het aas te werpen. Het aas bestaat meestal uit een haak, waaraan op speciale wijze veertjes en of haartjes worden gebonden, zodat er een overeenkomst ontstaat met natuurlijk aanwezige prooidieren.
Soms ben je er op tijd bij, maar andere keren is het helaas te laat. Waarom springen vissen uit het aquarium? Een vis heeft het natuurlijke instinct om op zoek te gaan naar een betere leefomgeving als deze stres ondervindt en dat doet de vis door te springen in de hoop in beter water terecht te komen.
Vliegende vissen vliegen om te kunnen vluchten voor de grote jagers onder water. Komt er een barracuda of een tonijn aan, dan lanceert het vliegende visje zichzelf gewoon en scheert vervolgens vlak boven het water. Hij kan wel een meter of 50 door de lucht glijden, net zoals een zweefvliegtuig.
Habitat. Roggen zijn in bijna elke zee en oceaan te vinden. De meeste soorten zijn te vinden op de bodem van de zee, meestal aan de kust maar soms ook tot een diepte van 3000 meter. Er zijn maar weinig soorten, zoals de reuzenmanta, die in de open zee leven en maar weinig die in zoetwater leven.
Roggen zijn platte vissen die doorgaans ongevaarlijk zijn. Pijlstaartroggen hebben een giftige stekel op hun staart. Deze dieren bijten niet, maar steken. De steek kan erg pijnlijk zijn, meestal is de steek in de voet als iemand op het dier gaat staan.
Bij bedreiging kunnen deze traag ogende dieren heel snel accelereren, waarbij ze zelfs hoog uit het water kunnen opspringen. Ze zijn ongevaarlijk, ondanks hun vreesaanjagende uiterlijk.
Van een honderd euro tot wel 50.000 euro voor uiters zeldzame soorten is vrij normaal. Bruine roggen zoals de motoro koop je voor een honderd euro vanaf. Zwarte roggen vanaf een 300 tot 400 euro tot een Black Diamond van wel duizenden euro's.
Vliegende mieren zijn de vruchtbare jonge koninginnen en mannetjes van een mierenkolonie. Aan het einde van een warme, drukkende dag in de zomer vliegen koninginnen en mannetjes van verschillende kolonies massaal uit om met elkaar te paren. Dit wordt de 'bruidsvlucht' genoemd.
Springende karpers zijn geen zeldzaamheid. Bij dit verrassende fenomeen komt de vis soms zelfs volledig uit het water. De daarop volgende plons is meestal goed hoorbaar en de deining kan tientallen meters ver uitwaaieren. Veel karpervissers speuren tijdens het vissen het wateroppervlak af naar springende karpers.
Dat vissen af en toe springen is normaal. Zeker goudvissen kunnen erg actief zijn en hoog springen.
De vis springt uit het water om over deze lastigste hindernissen in de rivier te komen. Hij trekt hierbij zijn borstvinnen in om ervoor te zorgen dat hij zo gestroomlijnd mogelijk uit het water springt.
Vliegvissen zou te moeilijk, te specialistisch, te duur en meer geschikt zijn voor vissen in het buitenland dan in Nederland. Speciaal voor de aspirant vliegvisser die eens wil kennismaken met dit type visserij heeft de Vereniging Nederlandse Vliegvissers (VNV) een beginnerscursus in het leven geroepen.
Eigenlijk kun je in de lage landen geen vis bedenken die niet al aan de vliegenhengel gevangen wordt. Snoek, snoekbaars, roofblei, karper, zeebaars, noem ze allemaal maar op! Maar voor veel Nederlandse en Belgische vliegvissers is de ruisvoorn de eerste Nederlandse vis die ze vangen op de vliegenhengel.
In principe kunnen alle mierensoorten die in Nederland voorkomen bijten. Het verschil zit hem echter in hoe heftig de mier kan bijten. Zo merk je vrijwel niets van een mieren beet door de zwarte mier, maar een beet van een rode mier kan wel pijnlijk zijn.
Zet daarom zoveel mogelijk ramen en deuren open zodat ze naar buiten kunnen vliegen. Als dit niet mogelijk is dan kunt u de vliegende mieren het meest effectief verwijderen met de stofzuiger. Verder kunt u veel overlast beperken met het afdichten van naden en kieren.
De meeste mieren hebben geen vleugels, maar tijdens de paarperiode van mieren kun je ineens zwermen vliegende mieren zien. Het grootste deel van het jaar zijn alleen de werksters te zien. In de paartijd zie je de gevleugelde mannetjes en jonge koninginnen. Per soort is de tijd in het jaar dat ze paren verschillend.
Vissen als schar, poon en wijting komen direct uit onze eigen Noordzee en zijn goedkoop, lekker en goed voor het milieu.
Rog is een culinaire topper. Het visvlees is vrij vast en ideaal om te bakken, pocheren, stomen, in de oven of in papillot te bereiden. Dankzij de zachte structuur is rog ook heerlijk in koude gerechten zoals een terrine of gelei.
Hun natuurlijke vijanden zijn o.a. haaien, vooral de mens (overbevissing) . Zelf voedt hij zich met weekdieren,schaaldieren en af en toe vis.