Een vluchtroute heeft een vrije doorgang met een breedte van ten minste 0,85 m en een hoogte van ten minste de in tabel 2.101 aangegeven waarde. Dit geldt niet voor zover de vluchtroute over een trap voert.
➢ Een vluchtroute heeft een vrije doorgang van ten minste 0,85 meter breed en een hoogte van ten minste 2 meter (3.34.1).
Wat zijn de maximale en minimale afmetingen van een nooddeur? Nood- en vluchtdeuren zijn maximaal 2500 mm hoog en 1300 mm breed. Nieuw in het gewijzigde Bouwbesluit 2005 is dat de minimale breedte van de nooddeur is vergroot van 0.60 naar 0.85 meter.
Een veilige vluchtweg is snel te vinden, direct te herkennen, voorzien van noodverlichting, vrij van obstakels, zo kort mogelijk en duidelijk bewegwijzerd.
De eisen die worden gesteld aan vluchtwegen gaan bij invoering van het bouwbesluit 2012 op de kop. In het huidige bouwbesluit is het in principe zo dat er altijd 2 vluchtroutes noodzakelijk zijn, tenzij de situatie zo is dat met 1 vluchtroute kan worden volstaan.
4 personen per m2 vloeroppervlakte. 0,9 personen per meter breedte per traptrede, bij een trap die minimaal 1,1 meter breed is. 0,5 personen per traptrede bij een trap met een breedte van minder dan 1,1 meter.
Alle werkruimten moeten in geval van nood snel kunnen worden verlaten door meerdere (nood)uitgangen. Hiertoe moeten deze ruimten zijn voorzien van minimaal twee zover mogelijk uit elkaar gelegen uitgangen. De afstand die in een ruimte moet worden afgelegd om een uitgang te bereiken, mag niet meer bedragen dan 30 meter.
Écht veilig vluchten
Het Bouwbesluit heeft de maximale loopafstand van een vluchtroute vastgesteld op dertig meter. Deze afstand komt voort uit een rekensom dat een gezond persoon zijn of haar adem dertig seconden kan inhouden en vlucht met een gemiddelde snelheid van 1 meter per seconde.
Door de deuren vluchten dan naar de ruimte met de trap: 350 / 3 * 2 = 233 mensen. De trap overbrugt meer dan 1 m hoogte, dus kunnen er per meter breedte 45 mensen vluchten. De trapbreedte moet dan zijn: 233 / 45 = 5,18 meter. Waarschijnlijk worden er dus 2 of 3 trappen gemaakt.
Een vluchtdeur en tevens normale toegang, in een rookvrije vluchtroute, is bijvoorbeeld nooit smaller dan 85 cm. Een nooddeur wordt uitsluitend gebruikt om het bouwwerk te ontvluchten bij calamiteiten, is niet voor regulier gebruik en moet binnen een seconde kunnen worden geopend.
Bij brand in een gebouw moet iedereen snel en veilig de nooduitgang kunnen vinden. Dat stelt eisen aan de vluchtwegen.
Zo is bijvoorbeeld een brandtrap buiten verplicht bij gebouwen hoger dan 20 meter, bij gebouwen waarin meer dan 10 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn op een verdieping hoger dan de eerste verdieping en bij gebouwen waarin de vloer van een verblijfsgebied meer dan 13 meter boven maaiveld is gelegen.
Afhankelijk van de omvang en complexiteit van een gebouw, kan dit een 'gewone vluchtroute' zijn, een 'beschermde vluchtroute', een 'extra beschermde vluchtroute' of zelfs een 'veiligheidsvluchtroute'.
Verplicht of niet? Het Bouwbesluit regelt wanneer een vluchtrouteaanduiding verplicht is. In alle ruimten waardoor een verkeersroute voert (veelal de gangen e.d.) en in ruimten die is bestemd voor meer dan 50 personen, moet vluchtrouteaanduiding aanwezig zijn.
Een beschermde vluchtroute (BV) ligt buiten een subbrandcompartiment en voert uitsluitend door verkeersruimten (gangen, trappenhuizen, etc.). Omdat een BV buiten een subbrandcompartiment ligt is er altijd sprake van WBDBO van minimaal 30 minuten (nieuwbouw) tussen verblijfsruimten en de BV.
In alle woongebouwen geldt dat bewoners tenminste één uitgang binnen 30 meter (gecorrigeerde loopafstand) moeten kunnen bereiken.
Een vluchtroute in een trappenhuis waarin een hoogteverschil van meer dan 8 m wordt overbrugd, is een extra beschermde vluchtroute.
Dit stelsel regelt dat bedrijven vanaf 1 april 2023 gecertificeerd moeten zijn om deze installaties te plaatsen, onderhouden of repareren. Dit moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat. Op 1 januari 2023 is artikel 1.36, lid 2 van het Bouwbesluit 2012 al in werking getreden.
Vluchtdeuren of paniekdeuren zijn voorzien van een paniekstang of -balk, waarmee de deur gemakkelijk te openen is. Regelmatig zijn dit ook dubbele deuren. Op dubbele deuren mogen de bedieningsbalken niet worden gekoppeld. Deze bedieningsstang wordt ook wel push- of touch-bar genoemd.
Een Vluchtwegplattegrond
De vluchtwegplattegronden moeten verplicht in een gebouw worden aangebracht als er in het gebouw een ontruimingsplan aanwezig is. In het Bouwbesluit is vastgesteld dat een ontruimingsplan verplicht is als er in het gebouw een brandmeldinstallatie is toegepast.
De eisen rondom de kleuren, luminatie, verhouding tussen luminatie en verhouding tussen kleuren wordt hierin ook omschreven. Anti paniekverlichting zal minimaal 0,5 lux moeten hebben en moet ook 60 minuten kunnen branden, binnen 15 seconden nadat de stroom uitvalt.
Normen volgens de NEN
De belangrijkste artikelen binnen de NEN voor noodverlichting zijn NEN-EN 1838 en NEN 1010. In de NEN gaat het niet om wetgeving, maar om normen. Normen leggen specifieke afspraken vast over producten, diensten of processen.
Voor het geval dat verlichting uitvalt moeten nooduitgangen en vluchtwegen uitgerust zijn met noodverlichting - van minimaal 1 lux, gedurende 60 minuten - op vloerhoogte. Noodverlichting moet binnen 5 seconden na uitvallen van de elektriciteit in werking treden en minstens één uur daarna blijven branden.