Het onderwijs krijgt vorm in thema's die anderhalf tot twee maanden duren. Er zijn vijf kernactiviteiten: spelactiviteiten, constructieve en beeldende activiteiten, gespreksactiviteiten, lees- en schrijfactiviteiten en reken- en wiskundige activiteiten.
Wat is “ontwikkelingsgericht!”? Een ontwikkelingsgerichte benadering gaat uit van wat er reeds is en onderzoekt de mogelijkheden tot groei. Dat is een andere benadering dan het oplossen van problemen. Ontwikkelingsgericht werken waardeert wat goed gaat, laat los wat niet meer werkt en voegt toe wat nu nodig is.
Ontwikkelingsgericht onderwijs is dus zeker geen individueel onderwijs. Ontwikkelingsgericht onderwijs wordt gestuurd door ontwikkelingspatronen, behoeften, motivatie en tempo van kinderen en leerlingen. Iedereen heeft de potentie in zich om zichzelf te ontwikkelen en dit kan leiden tot processen van autonoom leren.
Bij Ontwikkelingsgericht begeleiden gaat het om het bevorderen van autonomie in concrete ontwikkelingskansen, dan wel het versterken van de vaardigheden voor het leven van alledag, waaronder de sociaal-emotionele mogelijkheden. Dit gebeurt concreet in het bieden van een brug (mediator-functie) tussen kind en wereld.
Creativiteit ontwikkelen door middel van diverse kunst- en knutselactiviteiten. Sport en spel activiteiten. (Voor)lezen ter bevordering van taalontwikkeling, woordenschat, concentratie, fantasie en luistervaardigheid.
Ontwikkelingsgerichte doelen gaan over HOE je er in staat en HOE je iets doet. Bijvoorbeeld: niet DAT je een vergadering houdt, maar HOE (bijvoorbeeld met enthousiasme) je accepteert experimenten van je team en leert hen betere methoden.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling.
Ontwikkelingsmateriaal wordt gezien als een hulpmiddel om het ontwikkelingsproces van kinderen optimaal te beïnvloeden. Het materiaal heeft een bepaalde noodzaak. Het kind ontwikkelt zich als het actief en handelend bezig is. Met het materiaal kan het kind zelfstandig aan de slag gaan.
Bij ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) is het van belang dat kinderen uitstijgen boven hun huidige niveau, naar de zone van naaste ontwikkeling. Het belangrijkste principe is de zone van naaste ontwikkeling. Het kind ontdekt vanuit zijn eigen ontwikkeling wat op het randje van zijn kunnen en nog niet kunnen ligt.
Cirkel van basisontwikkeling
Bij elke activiteit zoekt de leerkracht namelijk naar doelen uit het hart van de cirkel (de zogenaamde voorwaarden), het middenstuk van de cirkel (de brede vormingsdoelen) en de buitenste rand van de cirkel (de specifieke kennis en vaardigheden).
Basisontwikkeling is een stroming die zich sterk maakt voor ontwikkelingsgericht kleuteronderwijs en is er op gericht om de traditionele scheiding tussen spelactiviteiten in de onderbouw en het zogenaamde 'echte leren' in groep drie op te heffen.
Gevoelszenuwcellen vervoeren impulsen van een zintuigcel naar het centraal zenuwstelsel. Schakelcellen zorgen ervoor dat de impuls wordt overgedragen op andere zenuwcellen. Schakelcellen zorgen ervoor dat de impuls wordt overgedragen op bewegingszenuwcellen, maar dat de impuls ook bij de hersenen terecht komt.
Ontwikkelingsfases van kind
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Maar in grote lijnen maken kinderen wel allemaal dezelfde stappen door in hun ontwikkeling. Die ontwikkeling is in te delen in 11 fases.
Cognitieve ontwikkeling:
Bijvoorbeeld: puzzelen, denkspelletjes zoals memorie en doolhoven en sorteerwerkjes. In de themaboeken worden speel-en oefenwerkjes aangeboden die de cognitieve ontwikkeling stimuleren. Ook de knutselwerkjes, sport-en spelactiviteiten en woordkaarten zijn gebaseerd op deze ontwikkeling.
Bij de sensorische ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van de zintuigen. Sensoriek is zintuiglijk waarnemen. Waarnemen gebeurt via de zintuigen, waardoor we informatie krijgen over ons eigen lichaam en de wereld om ons heen.
Ontwikkelingsmogelijkheden zijn kansen om nieuwe vaardigheden te leren, kennis op te doen en je persoonlijke en professionele groei te bevorderen. Ze stellen je in staat om je huidige competenties uit te breiden, nieuwe gebieden te verkennen en jezelf te blijven verbeteren.
Ontwikkelingsgericht vermogen:
U bent gericht op kennisontwikkeling, professionalisering van uzelf en de beroepsgroep.
De ontwikkelingsgerichte coach
Je ziet mogelijkheden in plaats van problemen en oplossingen. Je perkt niet in, maar schept openheid. Dan help je mensen bewustzijn te vinden om zich echt, als complete persoon, te ontwikkelen. Zo kom je tot zingeving en levensvreugde.