Iedereen met een rijbewijs is vertrouwd met de verkeersregel die zegt dat een bus die zijn halte verlaat altijd voorrang heeft. Maar een minderheid weet dat die regel alleen van toepassing is in de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom moet een bus altijd wachten tot er geen verkeer is voordat hij de rijbaan oprijdt.
Als de bus een halteplaats verlaat die gelegen is buiten de bebouwde kom, geldt deze voorrangsregel niet. In dat geval spelen de gewone regels. Dat wil dus zeggen dat de buschauffeur aan jou voorrang moet verlenen. De bus die de halteplaats verlaat voert namelijk een maneuver uit en moet dus voorrang verlenen…
Als een bus binnen de bebouwde kom aangeeft een bushalte te willen verlaten, dan heeft de bus voorrang op het overige verkeer. Wees alert op in- en uitstappende passagiers bij een bus.
Eerst en vooral de voorrang van het openbaar vervoer: wanneer een buschauffeur van een bushalte wil wegrijden in een bebouwde kom en zijn richtingaanwijzer gebruikt, moeten de voertuigen die in dezelfde richting rijden de bus voorrang geven.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Een bus of touringcar die binnen de bebouwde kom een bushalte wil verlaten, heeft voorrang op achteropkomend verkeer. De chauffeur van de bus geeft met de richtingaanwijzer aan de weg op te willen rijden. Buiten de bebouwde kom geldt deze voorrangsregel niet.
U vraagt of een fiets van rechts voorrang heeft op een auto op een gelijkwaardige kruising. Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
Een lijnbus is een autobus. Je moet autbussen voor laten gaan binnen de bebouwde kom. Op de site van de belastingdienst staat dat een autobus een motorrijtuig op 3 of meer wielen, die is ingericht voor personenvervoer van meer dan 8 personen.
Voorrangsregel lijnbussen
Van een speciale voorrangsregel voor lijnbussen op rotondes is geen sprake. Alle bestuurders dienen zich te houden aan de verkeersregels ter plekke en de algemene verkeersregels.
Auto en bus moeten allebei voorrang verlenen aan het verkeer op de rotonde, maar wanneer ze op dezelfde rijbaan rijden (één rijstrook voor alle verkeer en één voor de bus); heeft de auto geen voorrang op de bus of andersom. Om veiligheidsredenen kunnen de auto en de bus niet tegelijkertijd de rotonde oprijden.
Een lijnbus is een bus die wordt ingezet voor openbaar vervoer. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen stads-, streek- en langeafstandsbussen. Lijnbussen zijn vaak voorzien van apparatuur voor verkeerslichtbeïnvloeding, zoals VETAG.
Normaal hebben voetgangers geen voorrang. Als een voetganger bij een zebrapad staat moeten de bestuurders hun wel voorrang geven om over te steken. voorrangsregels voetgangers hebben ook voorkeur in situaties waarbij de bestuurders moeten afslaan.
Trams hebben altijd voorrang: of je nu op de fiets, te voet of met de auto bent. Ook als een tram afslaat naar links of rechts, of van links of rechts komt, heeft deze voorrang. Uitzondering: als je op een voorrangsweg rijdt en de tram niet, dan heb jij voorrang.
Een bebouwde kom kenmerkt zich namelijk door langs de weg gelegen bebouwing van zodanige omvang en dichtheid dat een duidelijk verschil in wegkenmerken benadrukt wordt. Uit de algemene regels van een bebouwde kom komt voort dat de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/h is, tenzij anders aangegeven.
Laden, lossen en parkeren op een bushalte is niet toegestaan binnen de zwart-witte blokmarkering, of indien afwezig binnen 12 meter voor en voorbij het haltebord (L3). Wel mag de halte door ieder voertuig gebruikt worden om passagiers in of uit te laten stappen.
Een tram moet wel voorrang geven aan voetgangers, die oversteken of kennelijk gaan oversteken op een zebrapad. Binnen een bebouwde kom moet je een autobus voorrang geven bij een bushalte, als deze met een richtingwijzer aangeeft dat hij wil wegrijden.
Artikel 83. Weggebruikers zijn ook verplicht te stoppen als het stopteken wordt getoond wordt dat bestaat uit een rode lamp of op een aangebrachte lichtbak aan een voertuig van de politie of weginspecteurs die werken bij Rijkswaterstaat. Op deze lichtbak staan dan de woorden “stop” of “stop politie”.
De maximumsnelheid voor autobussen is 80 kilometer per uur. Bussen mogen in Nederland op de auto(snel)weg en in Duitsland op de Autobahn 100 km per uur rijden als ze aan speciale eisen voldoen. Dan heet het een Tempo 100-bus of T100-bus.
Autoredacteur Niek Schenk: ,,Voor die lagere limiet is gekozen, omdat vrachtauto's nu eenmaal groter en zwaarder zijn dan personenauto's. Dat maakt ze minder wendbaar in het verkeer en bij een aanrijding richten ze door hun gewicht en omvang meer schade aan.
Dit staat in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: "bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers". Alleen voor voetgangers gelden dus bijzondere verkeerregels en voorrangsregels. Voor fietsers niet! Een fietser van rechts heeft dus voorrang, ook op een auto of scooter.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Touringcars zijn enkel toegestaan op busbanen waar specifiek het woord “bus” op de weg is geschilderd. Veel wegbeheerders plaatsen het woord “lijnbus” op het wegdek, waardoor de touringcar in beginsel wordt uitgesloten van de busbaan.
Binnen de bebouwde komt moet je de bestuurder van een autobus de gelegenheid geven om van een bushalte weg te rijden, op het moment dat die bestuurder het voornemen om weg te rijden kenbaar maakt door middel van een teken met zijn richtingaanwijzer.