Faalangst is een aandoening waarbij je continu bang bent om niet goed genoeg te presteren. De oorzaak van faalangst is vaak de angst om waardering te verliezen, te hoge verwachtingen van de omgeving of moeilijkheden door een leerstoornis zoals dyslexie.
Faalangst is in de DSM niet opgenomen als opzichzelfstaande stoornis, maar is desondanks een bekende vorm van angst. Faalangst komt ook vaak voor bij mensen met een sociale- of gegeneraliseerde angststoornis. Je kunt gedachten hebben als: 'Ik ben niet goed genoeg.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Als je faalangst problemen veroorzaakt in je dagelijkse leven, is het goed om contact met je huisarts op te nemen. Hij of zij kan je doorsturen naar een deskundige zoals een faalangsttrainer of een psycholoog. Deze helpt je vervelende gebeurtenissen die hebben geleid tot je faalangst te verwerken.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
Iedereen maakt weleens fouten en je mag fouten maken op je werk of in het leven. Bereid je goed voor. Wanneer je jouw taken goed voorbereid, weet je dat er minder dingen verkeerd kunnen gaan. Dit zal je helpen controle te krijgen op de situatie en je faalangst om te zetten in meer zelfvertrouwen.
De twee meest voorkomende oorzaken van faalangst zijn een laag zelfbeeld en de ervaren druk. Als kinderen een laag zelfbeeld hebben, zijn zij ervan overtuigd dat ze gaan falen. Als dit vervolgens ook gebeurt, schrijven ze dit falen aan zichzelf toe.
Meestal zijn er bij faalangst lichamelijke signalen te herkennen vlak voordat je kind een stressvolle taak moet voltooien. Dit zijn onder andere zweten, een rood gezicht krijgen, hartkloppingen, hoofdpijn, buikpijn en diarree.
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Acceptatie, tolerantie, respectvol en structurerend omgaan met de leerling. Hem serieus nemen, positieve verwachtingen uitspreken, veiligheid bieden via warmte en betrokkenheid, aangeven dat fouten maken mag en hem leren hoe hij beter kan reageren op fouten en mislukkingen.
Oorzaken sociale fobie
Er is weinig bekend over de oorzaak van sociale fobieën. Wel zijn er een aantal factoren bekend die invloed kunnen hebben op het ontstaan van deze fobie: Erfelijkheid: als een sociale fobie vaker voorkomt in jouw familie bestaat de kans dat je meer aanleg hebt om een sociale fobie te ontwikkelen.
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
Waarom een sociale-angststoornis ontstaat, is nog niet precies bekend. Waarschijnlijk spelen zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol bij het ontstaan ervan. Voor een klein deel is het erfelijk bepaald of je kwetsbaar bent om een sociale-angststoornis te ontwikkelen.
Enkele tips om passieve faalangst te bestrijden: - Stel studeren niet uit tot het (aller)laatste moment. Stel deadlines voor jezelf en probeer om je hier aan te houden. - Indien je enkel onder druk kan presteren, leg jezelf dan druk op.
Het kan soms zo zijn dat faalangst aangeboren is. Maar het kan ook ontstaan omdat één van je ouders faalangstig is. Jij kopieert vaak (onbewust) het gedrag van je ouders en in dit geval dus het faalangstig gedrag. Daarnaast kan faalangst ook ontstaan, omdat jij in een bepaalde omgeving vaak moet presteren.
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Zeg niet tegen een persoon met faalangst dat hij niets heeft om zich zorgen om te maken en dat het onzin is dat hij of zij zich zorgen maakt. De ander voelt zich op zo'n moment dan eenvoudigweg niet gehoord. 'Ik zou het zus en zo doen'. Goedbedoelde tips geven is evenmin een goed idee.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
Hoeveel mensen hebben last van faalangst? Onderzoek wijst steeds weer uit dat tussen de 10% en 13% van alle jongeren tussen 12 en 14 jaar last hebben van faalangst. Vlaams onderzoek noemt bij kinderen van 10/11 jaar een percentage van 8%.
Bij negatieve faalangst blijf je alleen maar denken aan wat er fout kan gaan. Dat werkt verlammend. Je probeert het niet eens meer, en bereikt dus ook geen succes. Hieronder hebben we het over deze negatieve faalangst.
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.