Scholen geven les in ofwel het Nederlands ofwel het Frans. Wie in Brussel woont, heeft de keuze. Ook wie thuis geen Nederlands spreekt, kan in het Nederlandstalig onderwijs terecht.
Anders dan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het onderwijs van het Nederlands in Wallonië niet verplicht. Op de meeste lagere scholen kunnen de leerlingen ervoor kiezen vanaf de vijfde klas. In het middelbaar moet vanaf het eerste jaar minstens één vreemde taal worden gekozen.
Een leerling volgt van zijn zesde tot en met zijn twaalfde levensjaar primair onderwijs op een basisschool. De lagere school bestaat uit zes leerjaren. In het laatste jaar haalt de leerling een getuigschrift basisonderwijs waarmee het naar het eerste leerjaar A van het secundair onderwijs gaat.
' Maar dat de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs hoger is dan het Nederlandse is een mythe, zo blijkt uit een onlangs verschenen OESO-rapport. Heb je als werkende ouders jonge kinderen, dan ben je wat betreft de kinderopvang en de voor- en naschoolse opvang in Vlaanderen stukken beter af dan in Nederland.
Het beste antwoord. ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool.
Op een schooldag beginnen de lessen ten vroegste om 8 uur. Ze eindigen ten vroegste om 15 uur en uiterlijk om 17 uur. De school is bevoegd om eventuele pauzes in de voor- en namiddag vast te leggen.
Het Belgisch-Nederlands, meestal Vlaams genoemd, is een variant van het Nederlands zoals die in België gebruikt werd en nog steeds wordt, en onderscheidt zich van het Standaardnederlands door haar accent en enkele typische woordkeuzen.
In Vlaanderen is het Frans verplicht als tweede taal in het onderwijs. In Waalse scholen is het Nederlands momenteel niet verplicht. Als gevolg daarvan hebben de Walen moeite met de eerste landstaal.
Daar is ook wettelijk bepaald dat die taal het Nederlands is, terwijl leerlingen in Waalse scholen de keuze hebben tussen Nederlands, Duits en Engels, zowel in het middelbaar als in het basisonderwijs.
Spaans is een taal waarbij de koppeling van letters aan klanken eenduidig en de woordstructuur makkelijk is (veel lettergrepen met enkel medeklinker-klinker combinaties). Spaans zal dus over het algemeen makkelijker te leren zijn dan Frans.
Van de ruim 11 miljoen Belgen spreekt ongeveer 60 procent Nederlands. Nederlands is de officiële taal van Vlaanderen en van het tweetalige Brussel waar ook Frans wordt gesproken. Duits is de derde officiële taal in België.
Verplichte taal
De situatie bij ons is dat Frans verplicht is als eerste vreemde taal in Vlaanderen vanaf tien jaar en dat blijft een hoofdvak tot achttien jaar", legt Van der Velde uit. "In Wallonië kan je kiezen of je Engels of Nederland doet.
De taalgrens is de taalkundige grens tussen het Noordelijke Nederlandstalige gebied in het Vlaamse Gewest, het Zuidelijke Franstalige gebied in het Waalse gewest, het Zuidelijke Duitstalige gebied in het Waalse Gewest en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
'Vlamingen spreken zelden echt standaard Nederlands. Ze spreken veelal 'verkavelingsvlaams' zoals dat dan heet. Dat is een tussentaal tussen dialect en algemeen Nederlands in. Ook daarin bestaan dus regionale verschillen maar toch zal dit ook door mensen uit een andere regio goed verstaan worden.
Het beste antwoord. Brussel is van oorsprong een Nederlandstalige stad. Het is veranderd naar tweetalig, vervolgens meertalig met Frans als hoofdtaal. Dit komt door het lage aanzien van het Nederlands in de vroegere Belgische bevolking, en Frans werd gezien als belangrijke internationale cultuurtaal.
Technisch Secundair Onderwijs België
Het Technisch secundair onderwijs leidt op voor een specifiek vak, zodat je na 6 jaar meteen de arbeidsmarkt op kunt. Je kan met een TSO opleiding echter ook verder studeren, zowel universitair als op een hogeschool.
Er mogen in klas een t/m drie niet meer dan vijf klassikale voortgangstoetsen per week worden opgegeven, en niet meer dan een klassikale toets per dag. In klas vier t/m zes geldt geen maximum aantal toetsen per week.
De periode van 1 september tot en met 30 juni omvat maximaal 303 dagen, of 304 dagen in een schrikkeljaar. Als je in dienst bent tot 31 augustus (vb administratief personeel), dan kan je maximum 360 dagen per schooljaar inbrengen.
In België kent men vijf schoolvakanties: de krokusvakantie, paasvakantie, zomervakantie, herfstvakantie en kerstvakantie. Met Hemelvaart is men ook standaard twee dagen vrij in België.
Je wordt niet voorbereid op een specifiek beroep. Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Het vwo is zesjarig; na de onderbouw dus nog drie jaar. De leerling kiest een van vier profielen, die deels uit vaste vakken bestaan, ten dele uit profielgerelateerde, en dan nog uit een vrije keuzeruimte. Ieder profiel bereidt vooral voor op (studierichtingen in) het wetenschappelijk onderwijs.
Beroepssecundair onderwijs (BSO)
Inhoud: beroepsgericht, praktisch onderwijs, waarbij het lesrooster soms voor meer dan de helft uit stages en praktijk bestaat. Functie van het diploma: toegang tot het hoger onderwijs. Diploma: Diploma van Secundair Onderwijs, richting Beroepssecundair Onderwijs (BSO).