Een gebarentaal is een visueel-manuele taal, waarin begrippen en handelingen door middel van gebaren worden weergegeven. Het is een natuurlijke taal met een eigen lexicon (woordenschat) en grammatica, die beantwoordt aan de communicatiebehoefte van een groep (in veel gevallen prelinguaal dove) mensen.
Het is niet zo dat in alle landen dezelfde gebarentaal wordt gebruikt. Elk land heeft namelijk zijn eigen gebarentaal. Dit heeft te maken met het feit dat een taal zich ontwikkelt in een gemeenschap dus waar mensen bij elkaar zijn en communiceren, ontstaat een taal.
De NGT is sinds 1 juli 2021 een officiële taal. Dat verplicht de overheid om het gebruik van NGT in de samenleving aan te moedigen. Er zijn al verschillende voorzieningen voor doven en slechthorenden.
“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd.
Het was de Spaanse benedictijner monnik Pedro Ponce de León die in de zestiende eeuw een manier vond om dove mensen toch te leren praten. Door een combinatie van schrijven en liplezen kreeg hij het voor elkaar om meerdere van zijn geloofsgenoten binnen de benedictijner orde te leren spreken en schrijven.
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
Je kan gebarentaal leren door cursussen te volgen. Maar als je ouders kunnen horen, waar kijk kindjes de gebarentaal dan af? Vanaf 2.5 - 3 jaar, gaan de dove kindjes al naar een speciale school waar ze gebarentaal kunnen leren. Dat is later dan de leeftijd waarop horende kinderen leren praten.
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Omdat het Esperanto geen officiële taal is en het in geen enkel land een voertaal is, zijn er geen officiële documenten waarop staat wie de taal spreekt. Een heel grove schatting is dat er ongeveer honderdduizend tot twee miljoen sprekers wereldwijd zijn.
Gebarentaal kun je leren bij de verschillende welzijnsstichtingen voor doven. De adressen vind je op de site van het gebarencentrum, http://www.gebarencentrum.nl. De cursussen die zij verzorgen zijn voor ouders, familie en werknemers.
Inmiddels zijn er zo'n 5000 gebaren gestandaardiseerd. Ze zijn te zien op het online gebarenwoordenboek van het Nederlands Gebarencentrum (zie externe links) en verkrijgbaar op dvd-rom Standaard lexicon deel 1 en 2. In 2004 hebben veel prelinguaal doven in Den Haag gedemonstreerd voor erkenning van hun gebarentaal.
In Nederland wonen 1,5 miljoen mensen die doof of slechthorend zijn. Volgens Smeijers is die groep heel divers. Het grootste deel van de groep wordt op latere leeftijd doof of slechthorend. 1 op de 1000 mensen wordt doof geboren, en 1 op de 1000 mensen wordt doof op kinderleeftijd.
Bij gebarentaal gebruik je gebaren met je handen, je gezichtsuitdrukking en je ogen in plaats van je gehoor en je stem. Net zoals gesproken taal is het een taal met een eigen woordenschat en regels. We gebruiken allemaal wel eens gebaren.
Gebarentalen verschillen niet alleen sterk van elkaar, maar ook van de gesproken talen uit dezelfde omgeving. NGT heeft bijvoorbeeld echt andere grammaticaregels dan het Nederlands: zo komt in NGT het werkwoord helemaal achteraan in de zin, terwijl het in het Nederlands verder naar voren staat.
Er zijn verschillende vormen van tactiele gebarentaal, afhankelijk van het gezichtsvermogen, maar de meest gebruikte vorm is die waarbij gebaarders de gebaren aftasten door de handen lichtjes op de handen van de gebarende gesprekspartner te houden.
Gebarentaal is een taal gemaakt voor mensen die doof zijn of slecht horen. De mensen die slecht horen die hebben een gehoorapparaat, die helpt om de gesproken taal te verstaan. Als dat niet lukt, dan maken ze gebruik van gebarentaal. Door middel van de gebaren kunnen ze iets vertellen/duidelijk maken.
Bij geen enkele persconferentie was een gebarentolk aanwezig voor doven en slechthorenden. In Nederland zijn ongeveer 500.000 doven en van deze groep zijn ongeveer 30.000 mensen afhankelijk van gebarentaal. Dat wil zeggen dat gebarentaal hun eerste taal is.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Niet alle dove mensen gebruiken gebarentaal
Het is niet per definitie waar dat alle doven gebarentaal gebruiken. Gemiddeld gebruikt zo'n 10 procent van alle doven gebarentaal.
Gebarentaal. Veel dove mensen communiceren door middel van gebarentaal. Voor hen is gesproken taal minder toegankelijk, doordat zij de klanken niet kunnen horen. In gebarentaal staan de handen, het gezicht en de ogen centraal.
Men dacht aanvankelijk dat doven geen onsterfelijke ziel hadden, omdat Paulus gezegd heeft: 'Zo is dan het geloof uit het horen', en doven werden om die reden uitgestoten. Later wilde men dove kinderen tot elke prijs leren lezen, opdat zij het geloof op die wijze deelachtig konden worden.
Nederlandse Gebarentaal is (nog) geen officiële taal
Maar een officieel erkende taal is Nederlandse Gebarentaal nog steeds niet. Want de wet die in september 2020 is behandeld in de Tweede Kamer moet nog verder uitgewerkt worden, en ook nog door de Eerste Kamer worden aangenomen.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.