Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming. Bij depressie zie je vaak een te lage concentratie van deze stoffen in de hersenen.
Uit onderzoek blijkt dat een tekort aan vitamine D het serotoninegehalte in de hersenen wordt verlaagd. Een serotoninetekort kan zelfs leiden tot depressie. Uit meerdere onderzoeken blijkt het verband tussen een tekort een vitamine D en het humeur. Het sterkst is het verband bij ouderen.
Een magnesium tekort kan ten grondslag liggen aan stress, depressie en andere aandoeningen van de stemming en gevoelens. Bovendien verbruikt het lichaam meer magnesium in geval van stress. Het kan daarom lonen om met een magnesiumsupplement, specifiek magnesium tauraat, je stress of depressie te lijf te gaan.
Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden. De discussie gaat of dit nu oorzaak of gevolg is; wel wijst onderzoek uit dat bij een depressie de balans tussen neurotransmitters in de hersenen verstoord is. Tevens zijn er aanwijzingen dat het gehalte aan stresshormonen, zoals cortisol, verhoogd is.
Angst en paniekaanvallen: Serotonine draagt bij aan het reguleren van de stemming. Een verlaagde hoeveelheid aan serotonine kan niet alleen leiden tot depressieve gevoelens, maar kan ook een verhoogde mate van paniek en angst veroorzaken. Bovendien kan dit gepaard gaan met fobieën en obsessieve gedachten.
Beweeg regelmatig: wandelen, sporten en bewegen lijkt misschien geen aantrekkelijk idee als je somber bent, maar het is bewezen dat sporten helpt wanneer je depressief bent. Blijf leuke dingen doen: leuke dingen blijven doen met vrienden of familie is erg belangrijk als je depressief bent.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Niet alleen suiker, maar ook andere voedingsmiddelen vergroten de kans op een depressie. Mensen die veel worsten, croissants, gebakken aardappelen, friet en ander bewerkt voedsel eten hebben 41 procent meer kans op het ontwikkelen van een depressie.
Patiënten klagen over tintelingen en een dof gevoel in handen en voeten. Dit kan overgaan in een zwaar gevoel en moeilijkheden met lopen. Ook kunnen er coördinatieproblemen en psychische stoornissen optreden. Vraag je arts om je vitamine B12 gehalte te controleren wanneer je deze klachten bij jezelf herkent.
Zo kun je bij een dopamine tekort moeilijker bewegen, verlies je je zin in seks, heb je moeite met (vooruit) denken en is de kans groot dat je om de twee minuten in een huilbui uitbarst omdat je je emoties niet meer onder controle kunt houden. In ernstige gevallen gaat het tekort zelfs richting depressie.
Verhoogde cortisolwaarden vormen een biologische kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van depressie. Een hogere waarde van het stresshormoon cortisol bij patiënten in de ochtend wijst mogelijk op een biologische kwetsbaarheid voor depressie en angst en een lagere ochtendwaarde op een grotere kans op een chronisch beloop.
De meest voorgeschreven geneesmiddelen zijn tegenwoordig medicijnen die de heropname van serotonine in neuronen voorkomen: de zogenaamde SSRI's of selectieve serotonineheropnameremmers. Ze staan bekend onder de namen Sertraline, Citalopram en Fluoxetine.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is bijna altijd het gevolg van een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Erfelijkheid is de belangrijkste natuurlijke (biologische) factor. In sommige families komen depressies vaker voor dan in andere.
je stemming verandert snel (opeens boos, verdrietig, vrolijk) heel veel of juist heel weinig zin in eten. heel moe zijn, lusteloos. je waardeloos voelen, een leeg gevoel.
Chronische depressie
Maar een depressie kan ook chronisch – langdurig – worden. We spreken van een chronische depressie wanneer de verschijnselen langer dan twee jaar duren en de klachten ernstig zijn. Periodes met zware klachten worden soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
Mensen met een depressie denken vaak dat zij hun gedachten zijn, waardoor ze negatief over zichzelf denken en zo in een negatieve spiraal terecht komen.
Deze neurotransmitters hebben allemaal andere informatie en doen dus andere dingen in de hersenen. Serotonine wordt bijvoorbeeld door de hersenen gebruikt voor stemming, eetlust, geheugen, slaap of lichaamstemperatuur. De neurotransmitter dopamine is erg belangrijk bij beloning, plezier en beweging.
Het duurt bijna twee maanden voordat de serotonine-emmer weer helemaal is aangevuld.