De agonist is de spier die de belangrijkste arbeid verricht voor een beweging. De antogonist is een spier met een tegengestelde werking en een synergist is een spier met een gelijkgerichte werking.
Iets wat het tegenovergestelde van elkaar doet heet een antagonist. Een voorbeeld hiervan zijn spieren in je bovenarm. Als je je arm buigt worden de biceps kort en dik maar de triceps worden juist langen en dun.
De hamstrings aan de achterkant van het menselijke bovenbeen en de quadriceps aan de voorkant van het bovenbeen zijn elkaars antagonisten, dus volgens het bovenstaande principe zouden ze elkaar tegenwerken als ze tegelijk gespannen zouden worden.
Een agonist kan zijn: Agonistische spier, een spier die een agonistische, meestal buigende beweging veroorzaakt. Deze beweging is tegenovergesteld aan de antagonistische, strekkende beweging. Agonist (biochemie), een signaalmolecuul dat bij binding aan een receptor een biologisch proces activeert.
Agonisten zijn stoffen die binden aan een receptor en die het effect van de lichaamseigen stof nabootsen. Antagonisten zijn stoffen die binden aan een receptor en die de werking van de receptor blokkeren.
De biceps (musculus biceps brachii) en de triceps (musculus triceps brachii) als tegenstanders in de bovenarm, die buigen en strekken, zijn daar een goed voorbeeld van. Spieren die het tegenovergestelde doen worden ook wel antagonisten genoemd. Deze spieren antagoneren elkaar.
In de klassieke strijd tussen goed en kwaad is de protagonist gewoonlijk de 'held' van het verhaal en de antagonist is, of vertegenwoordigt, de kwade genius of de 'slechterik'. De antagonist van het verhaal probeert het de protagonist moeilijker, of onmogelijk, te maken zijn doel te bereiken.
Bij een dopamine-agonist worden de receptoren (ontvangers) in de hersenen gestimuleerd, waardoor er meer dopamine beschikbaar komt. Er kan verbetering ontstaan van bewegingstraagheid, spierstijfheid, beven en lusteloosheid. Bij langwerkende tabletten of pleisters kan er meer stabiliteit optreden gedurende de dag.
Met een partiële agonist is receptorverzadiging no- dig om het voor die stof maximale effect te verkrijgen, dus ontbreekt receptorreserve. De receptorreserve is afhankelijk van de aard van de receptor-effectorkop- peling, van de in het geding zijnde agonist en van het aantal beschikbare receptoren.
Antagonist (Oudgrieks: ἀνταγωνιστής, antagōnistḗs) betekent 'tegenstander' of een 'tegenstelling van meningen'. Een antagonist is een tegenpool, een tegenhanger of een tegenwerker. De woorden antagonisme en antagonistisch hebben betrekking op een antagonist.
De kaak heeft de sterkste spier, het oor de kleinste
Niet de grote spierbonken zoals bil en bovenbeen, maar de kaakspier is, gemeten naar kracht per vierkante centimeter, het sterkst. Volgens Van de Vijver kan dit spiertje wel 4000 newton in beweging brengen – dat is 400 kilo.
Goede voorbeelden hiervan zijn de plank en de crunch. Deze spreken de schuine, rechte en diepe buikspieren aan als hoofdverantwoordelijke (ofwel agonist) van de beweging. Daarnaast worden bij de plank ook de onderrug spieren geprikkeld, als tegenhanger (antagonist) van de buikspieren.
De antagonist van deze spier is de Musculus tibialis anterior, gelegen bij het scheenbeen.
Antagonist: de spieren aan de achterzijde van de dij heten de hamstrings.
De buigspier en de strekspier hebben een tegengestelde werking. Een dergelijk paar spieren noem je antagonisten.
Een agonist is in de biochemie een signaalstof die een receptor in een celmembraan activeert of de activiteit van een enzym verhoogt. De receptoren zijn meestal ionotrope ionkanalen die een belangrijke rol in de stofwisseling van cellen en organismen spelen.
De medicamenteuze behandeling van de ziekte van Parkinson bestaat vooral uit levodopa en dopamine agonisten. Deze medicijnen vullen het tekort van dopamine aan of stimuleren de dopamine receptoren.
Wat is de werking? Bèta-2 agonisten zorgen voor ontspanning van de luchtwegen. Hierdoor wordt ademhalen makkelijker. Daarnaast stimuleren bèta-2 agonisten het centrale zenuwstelsel, waardoor de hartslag verhoogt en de stofwisseling versnelt.
In het kort. Als u de ziekte van Parkinson hebt, krijgt u vaak een medicijn uit de groep dopamine-agonisten. Deze medicijnen hebben hetzelfde effect als dopamine. Dopamine is een stofje in de hersenen dat onder andere belangrijk is om soepel te kunnen bewegen.
In gezonde hersenen bevinden zich grote hoeveelheden dopamine in de basale ganglia, een hersengebied dat belangrijk is voor beweging. Dit hersengebied zorgt er onder andere voor dat bepaalde bewegingen makkelijker gedaan worden, of ongewenste bewegingen juist onderdrukt kunnen worden.
Aan de achterkant van het dijbeen liggen enkele grote spieren, antagonisten van de quadriceps. Dit zijn de m. biceps femoris (tweehoofdige dijspier), de m. semitendinosus (halfpeesachtigespier) en de m.
Wanneer verschillende elementen elkaar tegenwerken, noemen we dit een 'antagonistische werking'. Dit antagonisme wordt omschreven als een situatie waarin stoffen niet bij elkaar passen en dus worden afgestoten.
Een medicijn dat zowel de afgifte van LH tegengaat en een voortijdige eisprong voorkomt, noemen we een antagonist.