Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Het SBO is voor leerlingen die het op een reguliere basisschool (een gewone basisschool) niet redden. Deze leerlingen hebben een lichtere problematiek dan leerlingen op een SO-school.
Middelbare school kiezen voor uw kind
Kijk op welke niveaus de school lesgeeft, bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo. Lees hoe tevreden leerlingen zijn over de school en welke resultaten zij behalen. In de schoolgids staat informatie over bijvoorbeeld de lesmethode, lestijden, grootte van de klassen en kosten van de school.
Montessorionderwijs is voor elk kind geschikt. Het montessori-onderwijs besteedt veel aandacht aan de individuele begeleiding van leerlingen: elk kind krijgt de begeleiding die het nodig heeft. Een montessorischool probeert uit elk kind het beste te halen.
Jenaplanonderwijs is voor elk kind geschikt. Het is vooral belangrijk dat ouders zich kunnen vinden in de visie van jenaplanonderwijs. Ouders die veel waarde hechten aan methodes en een leerstofgebonden curriculum zijn waarschijnlijk niet zo enthousiast over jenaplanonderwijs.
De ondersteuningsbehoefte van deze leerlingen is niet ernstig, maar wel zodanig dat de leerling geen onderwijs (meer) kan volgen in het regulier basisonderwijs. De leerlingen in het speciaal basisonderwijs hebben meestal een IQ van 60 of hoger.
Het speciaal onderwijs is basisonderwijs voor kinderen met een zwaardere ondersteuningsbehoefte. Het gaat meestal om leerlingen met een beperking, ziekte of stoornis. Het speciaal onderwijs is onderverdeeld in vier clusters.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Tot 1985 werd het speciaal onderwijs in Nederland 'buitengewoon lager onderwijs' (BLO) genoemd. Onder het BLO vielen vele vormen van onderwijs, bijvoorbeeld ook dat voor kermis- en schipperskinderen.
Elke school krijgt een vaste som geld voor het onderwijs aan een kind. Dat geldt voor gewone scholen en voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarnaast krijgt een school via het samenwerkingsverband een deel van het landelijk budget voor (extra) ondersteuning.
Er is een groot verschil tussen Pro en VSO. Pro is een schoolsoort. VSO is een vorm van ondersteuning. Toelating tot Pro gebeurt op basis van leerniveau en basisschooladvies zoals in de andere schoolsoorten zoals VMBO, Havo en VWO.
Bijzondere scholen kunnen leerlingen soms weigeren. Dat kan bijvoorbeeld als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Voor aanmelding op een school voor voortgezet onderwijs moet de school zich baseren op het basisschooladvies.
De voordelen. Het belangrijkste voordeel van speciaal onderwijs is dat er extra aandacht is voor je kind, of dat nu een gedragsprobleem is of een psychische stoornis. Ook zijn de klassen een stuk kleiner en laat de docent de kinderen nooit alleen. De dochter van Michel – “een frietje moeilijk” – kwam “enorm tot rust”.
Ja, een basisschool mag uw kind soms weigeren. Bijvoorbeeld als de school vol is. U kunt bezwaar maken als een school uw kind weigert.
Voordelen van speciaal onderwijs:
Het onderwijs is goed afgestemd op uw kind. De klassen zijn klein. Uw kind maakt misschien makkelijker vriendjes. Uw kind kan onder schooltijd therapie volgen.
Een mytylschool is net als een tyltylschool een aangepaste school voor kinderen met een handicap. De namen Mytyl en Tyltyl zijn overgenomen van het sprookje l'Oiseau bleu, van Maurice Maeterlinck en soortnamen geworden voor lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen.
Praktijkonderwijs (afgekort PRO) is een opleiding binnen het voortgezet onderwijs (VO) waar je individueel en vooral praktisch les krijgt. PRO is echt een opleiding voor doeners. Op het praktijkonderwijs kun je branche-certificaten halen en je ontvangt ook een einddiploma.
Bij een intelligentietest behalen zeer makkelijk lerende kinderen een IQ-score hoger dan 130. Meestal bezoeken zij de reguliere basisschool.
In het algemeen is IQ nog steeds de beste voorspeller voor schoolsucces. Fossen vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van . 64) tussen IQ en schooltype in het voortgezet onderwijs in een gemengde steekproef van basisschoolleerlingen en leerlingen uit het speciaal (basis)onderwijs (Fossen, 2005).
Op een school voor sbo (speciaal basisonderwijs) leren leerlingen hetzelfde als op een reguliere school. Het sbo valt namelijk net als het reguliere basisonderwijs onder de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). In de WPO staan kerndoelen (Art. 9 lid 5 WPO).
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
In het jenaplanonderwijs staat het kind centraal. Ieder kind is uniek in zijn ontwikkeling, talenten en leerstijl. En omdat ieder kind uniek is, gaat het er bij jenaplan om dat kinderen leren van die verschillen en dat zij die respecteren. Het jenaplanonderwijs is gericht op de opvoeding van kinderen in de brede zin.
Het uitgangspunt van het montessorionderwijs is dat een kind een natuurlijke en noodzakelijke drang tot zelfontwikkeling heeft. De pedagogisch medewerker of leerkracht volgt deze ontwikkeling en speelt hierop in door de juiste omgeving en materialen aan te bieden.