Bij erwtensoep kan zowel rode als witte wijn worden gedronken. Ik zou zeggen, maak een grote pan voor meerdere dagen en experimenteer met wijn. Probeer een Pinotage (Zuid-Afrikaans en is een combi van de druivenrassen pinot noir en cinsault) of een Grauburgunder.
Een echte snert vraagt om een frisse witte wijn met een beetje pit, net zoals het karakter van de soep zelf. Witte wijnen met pit zijn bijvoorbeeld wijnen van de sauvignon blancdruif, een grüner veltliner of een auxerrois.
Zo kun je bij bouillons of lichte soepen het beste kiezen voor een frisse witte wijn, zoals bijvoorbeeld de Plage Du Sud Blanc. Zware vettige witte wijnen matchen beter bij wat zwaardere soepen, zoals tomatensoep, uiensoep, champignonsoep of erwtensoep. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Manoir Grignon Chardonnay.
Klassieke combinatie bij een gewone Franse uiensoep is Pinot Blanc of rode Beaujolais. Maar deze rode uiensoep is veel intenser van smaak door de gekaramelliseerde rode ui. Ook de rode port geeft een licht zoetige touch. Dan past een rijpe rode wijn ook heel goed.
Bokbier kan heel goed maar daar heb je nu wel een beetje genoeg van. Gelukkig heb je nog een goede dubbel staan. Maak hem maar open: snert en dubbel gaan heel erg goed samen. De Dubbel is een beetje zoet en dat combineert heel erg goed met de vlezigheid van de soep.
In de bereiding zit nauwelijks verschil, zowel erwtensoep als snert wordt gemaakt van spliterwten, groenten en rookworst. Maar voor snert gebruik je ook nog varkensvlees, spek en botten. Snert heet officieel pas snert nadat de soep een dag 'gestaan' heeft.
Het grote probleem met erwtensoep is aanbranden, omdat de soep niet circuleert door de pan. Je kan het proberen te voorkomen door een goede pan te gebruiken die gelijkmatig verhit en door een vlamverdeler te gebruiken, op de kleinste pit.
Harmonie bereik je met een volle, soepele witte wijn, eventueel met wat houtrijping. Denk aan Mâcon, Chardonnay vanuit de hele wereld, Chenin uit Zuid-Afrika, droge Muscat, blends from anywhere. Comfort food! Wordt het je allemaal te rijk en rijp, kies dan een ronde wijn met frissere zuren die het geheel lichter maakt.
Ofwel: kies een rode wijn uit een noordelijk gebied, zoals de Loire; die zijn fris, fruitig en soepel te drinken. Gewoon een tourraine, of een Saumur Champigny; een Chinon of Cheverny kan ook; allemaal wijnen waarin de cabernet franc een grote rol speelt.
Wijn bij soep
Bij een lichtere soep, zoals een groentesoep of kippensoep, kunt u het best een droge witte wijn schenken. Witte wijnen van de Chardonnay, Muscat, Gewürztraminer, Sauvignon Blanc of Pinot Gris druif laat een groente- of kippensoep volledig tot zijn recht komen.
Door het urenlange trekken van de groenten en de botten, waarbij vooral de gelatine uit die botten zorgt voor een lekker vetje en een vol en filmend mondgevoel. Dat wijnen slecht combineren met deze vloeibare kost, komt omdat soep niet dol is op kou, stroefheid en zuren.
Volle rode wijn past goed bij rijk vlees; geroosterd, gerookt en gegrild (barbecue) vlees. Maar ook bij rund, lam, varken, wild, worsteen gedroogde ham. Welke wijnen: cabernet sauvignon, syrah, malbec, petite sirah, petit verdot, mourvedre, nero d'avola.
Robuuste rode wijn smaakt goed bij gerechten met gegrild vlees en ham. Met name varken, eend, lam, rund, gedroogde ham en worst matchen hier goed mee. Kies een wijn zoals Tempranillo of Merlot.
Pastinaak heeft een zoetige, behoorlijk uitgesproken smaak. Een fruitige, stevige witte past dan goed. Bijvoorbeeld een Viognier of een witte Bordeaux (blend sauvignon blanc en sémillon). Rode wijn kan ook, omdat het bittertje van de schil mooi samengaat met de tannines.
Rauw neigt knolselder naar radijs, en heeft hij een frisse, krokante witte wijn nodig, in de stijl van sauvignon blanc of riesling "kabinett". Gekookt krijgt hij een volle, aardse smaak en vraagt hij eerder om een gerijpte chardonnay en chenin blanc, of een gerijpte pinot noir en tempranillo.
Paddenstoelen en Chardonnay
Ga je voor een romig gerecht met paddenstoelen, zoals bijvoorbeeld een champignonsoep of champignon roomsaus, kies dan voor een houtgerijpte Chardonnay. Door de houtrijping krijgt de wijn een volle, ronde smaak.
Een ideale match is dan ook een wijn met uitgesproken tannines, zoals een krachtige bordeaux op basis van cabernet sauvignon. Of een stevige Spaanse rode wijn, op basis van tempranillo.
Iets verfijnder (en een goede keuze als je er zuurkool bij serveert) is een Pinot Gris uit de Elzas of een Duitse Riesling.
Als de uien mooi gekarameliseerd zijn voeg je een paar eetlepels bloem toe en bak je dit een paar minuten mee. De bloem zorgt ervoor dat de soep straks wat dikker is.
De typische smaak komt niet van de bouillon maar door het karamelliseren van de suikers in de uienringen die tijdens het fruiten vrijkomen. De soep werd al in de tijd van de Romeinen gegeten. In die tijd werd het gezien als een soep voor de arme bevolking, omdat uien goedkoop waren en veelvuldig voorkwamen.
Het afschuimen verbetert de smaak, omdat het schuim vaak een bittere smaak heeft.
Soep staat immers meerdere minuten te koken. Daardoor zijn de meeste bacteriën gedood, door het koken. Bij opwarmen kun je juist extra veel bacteriën in het gerecht krijgen. Daarom soep en andere gerechten slechts één keer opwarmen, en niet veelvuldig opwarmen.
Ja dat kan! Erwtensoep is dik en koelt langzaam af. Bacteriën en de sporen van deze bacteriën vinden dat geweldig en tieren welig in zo'n pan. Je kunt bederven gemakkelijk voorkomen.
Ín de erwtensoep gaat natuurlijk rookworst. Wil je er iets bij serveren? Ga dan voor de ultieme klassieker: snert met roggebrood en plakjes katenspek.