Veel planten kunnen brandnetelgier goed gebruiken. Ze is zeer geschikt als bijvoeding voor veeleisende gewassen als prei, tomaten, kool, selderij en komkommer.Ook eenjarige zomerbloemen, vaste planten, rozen, bessenstruiken en vruchtbomen gedijen goed bij een scheutje brandnetelgier.
Waar toepassen? Brandnetelgier bevat enorm veel stikstof stikstof wat een bijzonder positief effect heeft op tomaten, komkommers, kool, selderie, prei, fruitbomen, bessenstruiken,…
Gebruik van brandnetelgier
Net zoals bij bladgewassen kunnen koolgewassen brandnetelgier goed gebruiken. Bladkolen zoals boerenkool, savooi, witte kool, spitskool en rode kool kan je goed voorzien van de meststof. Van zodra de kolen zich beginnen te vormen, stop je met het geven van brandnetelgier.
Bescherm je planten met DCM Brandnetelgier tegen o.a. bladluizen, rupsen van motten, spint(mijten), witziekte (meeldauw), valse meeldauw, aardappelplaag, bladvlekkenziekten en andere ziekten en plagen(i).
Brandnetelgier gebruiken
Eénmaal per week kan je vers water aanlengen met brandnetegelier om aan je planten geven. Ook hier is de verhouding 1 op 10. Bij 1 liter brandnetelgier moet je dus 10 liter water toevoegen. Je kan het gier gieten op de aarde rond de planten gieten of vernevelen op de bladeren.
Zet de emmer ergens in een hoekje van je tuin en houdt er rekening mee dat 1) het er wel een paar weken zal blijven staan en 2) ontzettend gaat stinken.
Dat was de korte versie, nu iets uitgebreider. Planten die in aanmerking komen om als gier te worden verwerkt zijn onder andere brandnetels, smeerwortel, heermoes (kattenstaarten in de volksmond), duizendblad, zuring en zelfs Tagetes of afrikaantjes worden gebruikt.
Jonge planten zijn goed weg te schoffelen, maar een volwassen plant verwijder je het best door de plant uit te trekken. Bij voorkeur voor de bloei. Het is belangrijk de plant met wortel en al te verwijderen, anders loopt de plant weer uit.
Zuiverend voor de bodem
Ook in de wat wildere tuin worden brandnetels vaak gewied, meestal omdat we de eigenschappen van dit kruid onvoldoende kennen. Brandnetels werken zuiverend, ook in de natuur. Ze duiken vaak spontaan op op plaatsen waar veel plantenresten, takken of bladeren liggen.
De plant zit namelijk boordevol vitamines (vitamine A en vitamine C), mineralen en doet wonderen bij onder andere bloedarmoede, voorjaarsmoeheid en verkoudheid. Daarnaast zijn brandnetels bloedzuiverend, anti-allergisch én vochtafdrijvend. Een perfect plantje dus om te omarmen.
Meststoffen met een relatief hoog stikstofgehalte zijn kippenmest, bloedmeel en hoornmeel (en er zijn uiteraard kunstmestsoorten waar veel stikstof in zit).
Gratis bescherming tegen schimmels en luizen
heermoes is niet allemaal kommer en kwel. Ven heermoes kun je heermoesgier trekken, net zoals je brandnetelgier en smeerwortelgier kunt maken. In heermoes zit silicium of kiezelzuur. Het legt een beschermlaagje waar schimmels en luizen het flink lastig mee hebben.
Brandnetelthee is vochtafdrijvend wat enorm helpt als je lichaam veel vocht vasthoudt. De werking van brandnetelthee is ook goed bij mensen met diabetes en het vermindert ontstekingen. Heb je veel last van vermoeidheid, menstruatiepijn of een misselijk gevoel? Ook dan werkt brandnetelthee heel goed.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Lavameel: de ideale mineralenbron
Bovendien bevat lavameel veel meer verschillende mineralen dan waarschijnlijk in je heermoes zitten. Let wel: het heermoes zal niet als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het zal ook op deze manier een paar jaar duren voordat je echt een volledig gezonde mineraalrijke bodem hebt.
Bodem bedekken
Heb je last van brandnetels in je borders, bedek dan de grond met bodembedekkers. Dit zorgt er namelijk voor dat brandnetels – maar ook elk ander onkruid – geen schijn van kans maakt. Je kan dit doen door bijvoorbeeld houtsnippers neer te leggen.
De grote brandnetel is een doorlevende plant met wortelstokken. Hij wortelt oppervlakkig maar kan ver vertakken. Hij groeit bij voorkeur op rijke, matig vochtige bodem, bijvoorbeeld als ondergroei in bossen of bosranden en aan de voet van heggen.
Brandnetels komen voor op stikstofrijke, humushoudende grond, vaak op plekken die half in de schaduw liggen. De grote brandnetel is vaak te vinden op afgelegen plekken, zoals afvalplaatsen en verlaten bouwplaatsen. Juist het feit dat de brandnetel veel stikstof bevat, trekt dieren aan.
Atalanta, Dagpauwoog, Landkaartje, Gehakkelde aurelia, Kleine vos, als rupsen hebben ze brandnetels als voedselplant nodig.
De beste onkruidverdelger met glyfosaat is 'Roundup'. Dit is een sterk middel die zo effectief is dat het bijna alle onkruiden volledig kan doden. De 'ouderwetse' Roundup met met glyfosaat mag in Nederland en België niet meer aan particulieren verkocht worden wegens mogelijk kankerverwekkende stoffen in de glyfosaat.
Doordat glyfosaat zich erg sterk verspreidt in de natuur en als schadelijk wordt gezien voor de gezondheid is het middel omstreden geworden en zelfs in België al verboden. Sinds oktober 2021 verkopen alle leveranciers in Nederland zoals Roundup bovendien ook alleen nog maar producten zonder glyfosaat.
Kalk maakt de grond kalkrijker en heermoes kan hier niet goed tegen. Heermoes bestrijden met azijn kun je het beste doen als azijn in een steeg groeit of een plek waar niet veel andere planten staan. Azijn tast namelijk alle groene planten in zijn omgeving aan.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk. De zuurtegraad in je moestuin grond kun je meten met een pH-meter.
Heermoes wijst namelijk op een verarmde bodem, of grond die te weinig mineralen bevat. Om die reden heeft heermoes ook zulke lange wortels, omdat de plant op deze manier toch nog mineralen van diep onder de grond kan opnemen. Heb je de heermoes eruit getrokken, dan kun je ze gerust een poosje in de tuin laten liggen.