De samenstelling van Saturnus lijkt veel op die van Jupiter. De kern van Saturnus is wazig. Er is geen harde grens tussen een vaste kern en de rest van de planeet. IJs en gesteente van de kern mengen met helium en waterstof.
De vier grootste planeten - Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus, hebben ook ringen. Die bestaan uit brokken ijs en steen, sommige zo groot als een berg maar andere niet veel meer dan een gaswolk. De ringen zijn misschien overblijfselen van een uit elkaar gevallen maan of afgebroken stukken van manen in de buurt.
Hoewel Saturnus de duidelijkste en beroemdste ringen van het zonnestelsel heeft, zijn er nog drie reuzenplaneten — Jupiter, Uranus en Neptunus — die ook ringstelsels hebben.
De telescopen werden echter steeds beter, en zo ontdekten de sterrenkundigen dat de ringen bestaan uit miljoenen stukken ijs en rots. De openingen in de ringen zijn ontstaan onder invloed van de zwaartekracht van nabije manen.
De ringen van Jupiter bestaan uit vier hoofdcomponenten (van binnen naar buiten): Een dikke binnenste torus van deeltjes, ook wel bekend als een Halo, Een relatief lichte maar uitzonderlijke dunne hoofdring, De gossamerring: Amalthea.
Aan de evenaar wordt Uranus omgeven door een verzameling smalle ringen die in 1977 zijn ontdekt. In totaal heeft Uranus 15 ringen. Van de grote ringen is de Epsilon-ring het breedst (96 km). De meeste andere ringen zijn amper 10 km breed.
Jupiter is de allergrootste planeet in ons zonnestelsel. Hij is vanaf de zon gezien de vijfde planeet. Jupiter is zo groot dat onze aarde er wel 1300 keer in past. Omdat Jupiter zo gigantisch groot is, kun je hem soms met het blote oog vanaf de aarde zien.
Dit is niet het geval bij de planeten die verder weg van de zon liggen: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus bestaan grotendeels uit gassen. Ze zijn bovendien veel groter dan alle steenachtige lichamen samen. Daarom spreken we van "gasreuzen".
Mercurius is de kleinste planeet in het zonnestelsel. Maar zeker niet de minst interessante! Wat maakt Mercurius uniek? Mercurius is de eerste planeet in ons zonnestelsel en staat dus het dichtst bij onze zon.
Jupiter bevindt zich op 4,0 AE (591 miljoen km) van de Aarde, zo'n 20% dichterbij dan gemiddeld. De planeet oogt hierdoor 20% groter en staat 57% (0,5 magnitude) helderder dan gemiddeld aan onze hemel. Zie de pagina Vannacht aan de hemel om te zien wat er vannacht nog meer te zien is aan de sterrenhemel.
De lotgevallen van de komeet Shoemaker-Levy 9 toonden aan dat het niet noodzakelijk alleen planetaire manen zijn die fragmenteren. Deze theorie heeft als gevolg dat er zich rond alle hemellichamen ringen kunnen vormen. Mogelijk hadden of hebben Venus, Mars, de aarde, of zelfs de zon zeer dunne ringen!
De kleuren van de acht planeten in ons zonnestelsel zijn al langer bekend: Mercurius is grijs, Venus is beige, de aarde is blauw, Mars is rood, Jupiter is oranje-wit, Saturnus is geel en Uranus en Neptunus zijn blauw. De kleur wordt bepaald door de samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer.
Saturnus is op dit moment zichtbaar aan de vroege nachthemel. Bij helder weer kunnen we de planeet waarnemen vanaf ongeveer 20:15 uur, op het moment dat het voldoende donker wordt (de Zon is al om 19:45 uur ondergegaan) en de planeet op een hoogte van 11° boven de zuidoostelijke horizon staat.
Kleine planeten hebben meestal maar weinig manen: Mars heeft er twee, de aarde heeft er eentje, en Venus en Mercurius hebben er helemaal geen.
Met Jupiter behoort Saturnus tot de grootste planeten. Waar schijnlijk lijkt Saturnus wel wat op Jupiter, al zal Saturnus in tegenstelling tot Jupiter, waarschijnlijk wel een redelijk grote vaste kern hebben. Ook Saturnus wentelt opvallend snel rond haar as.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
Pluto wordt sinds augustus 2006 geen planeet meer genoemd. Pluto heeft veel hemellichamen om zich heen, waardoor hij een dwergplaneet genoemd wordt.
In augustus 2006, tijdens de driejaarlijkse algemene vergadering, besloot de Internationale Astronomische Unie dat Pluto niet langer als planeet door het leven kan gaan. Pluto, Eris, enkele andere grote ijsdwergen en de grootste planetoïde, Ceres, zijn nu officieel geclassificeerd als dwergplaneet.
In ons zonnestelsel is vrijwel zeker water op:
Enceladus (maan van Saturnus) Ganymedes (maan van Jupiter) Uranus. Neptunus.
Kepler-452b mag vanaf nu de boeken in als exoplaneet die het meest op de aarde lijkt. Dat maakte het team van Nasa's Kepler-missie vandaag bekend op een speciaal belegde persconferentie. De planeet bevindt zich op zo'n 1400 lichtjaar afstand van de aarde en draait om een ster die sterk lijkt op onze eigen zon.
VY Canis Majoris (VY CMa) is een type M superreus of hyperreus in het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major). Het is een van de grootste sterren die in het heelal zijn ontdekt. De straal van de rode ster is ongeveer 1420±120 maal zo groot als die van onze zon, waardoor onze zon er enkele miljarden malen in zou passen.
De onlangs ontdekte planeet, Proxima d genaamd, draait op een afstand van ongeveer vier miljoen kilometer om Proxima Centauri – minder dan een tiende van de afstand tussen Mercurius en de zon.
Vooruitzicht. Astronomen hebben, met behulp van gegevens afkomstig van de ruimtetelescoop Hubble, berekend dat de Melkweg waarschijnlijk over 4 miljard jaar zich zal samenvoegen met het Andromeda-sterrenstelsel. De zon raakt wellicht uit haar koers, maar dat zal verder geen gevolgen hebben voor het zonnestelsel.
Vroeger kenden we negen planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto. Door de beslissing van 24 augustus 2006 van de Internationale Astronomische Unie is Pluto gedegradeerd tot een dwergplaneet en draaien er "officieel" nog maar acht planeten rond de zon.