De directe kosten van zittenblijven bedragen circa 500 miljoen euro per jaar. De berekening van dit bedrag zit als volgt in elkaar. Van de 89.000 leerlingen die in 2012 hun vmbo-diploma behaalden hadden er 41.000 minimaal een jaar vertraging opgelopen.
Zittenblijven heeft ook voordelen
Als je blijft zitten kun je je vaardigheden in de vakken verbeteren. Je staat daarna vaak steviger in je schoenen. Sommige vervolgopleidingen kijken niet alleen naar je eindexamencijfers, maar ook naar de cijfers in de jaren ervoor.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Gevolgen zittenblijven
Het gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. Een leerling in het basisonderwijs stroomt een jaar later door naar het voortgezet onderwijs. Een leerling in het voortgezet onderwijs stroomt een jaar later door naar het mbo, hbo of wo.
Een leerling is bevorderd wanneer: alle cijfers 6 of hoger zijn of als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: er zijn maximaal 3 onvoldoende cijfers. er zijn maximaal 4 tekortpunten toegestaan.
Samengevat zijn de opties als volgt: Het hele jaar overdoen: alle vakken opnieuw volgen en het examen opnieuw maken. Dit kan op een middelbare school, bij het vavo of op een privéschool. Deelcertificaten halen: het examen opnieuw maken voor de vakken die je onvoldoende hebt afgesloten.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
Wat kan ik doen tegen mijn C-attest? Wanneer je als leerling in het secundair onderwijs een C-attest krijgt, mag je niet overgaan naar een volgend jaar. Een C-attest kan men echter niet zomaar toekennen. Een paar tekorten volstaan niet.
We noemen ze buispunten. Er zijn wel strikte voorwaarden: Je mag voor maximum 3 B-vakken een tekort hebben. Het aantal punten dat je tekort hebt, mag niet meer zijn dan het aantal B-vakken dat je hebt.
Direct inschrijven bij een vavo-instelling
Bent u 18 jaar of ouder en zit u niet meer op een gewone middelbare school? Dan kunt u zich direct inschrijven voor het volwassenenonderwijs. Dat kan bij bij een mbo-instelling of een regionaal opleidingencentrum (roc).
De brugklas is de eerste klas van het voortgezet onderwijs. De term brugklas is geïntroduceerd met de invoering van de Mammoetwet (1963). In Nederland gaan de meeste leerlingen op 12-jarige leeftijd van de basisschool over naar de brugklas. Brugklassen verschillen van elkaar wat betreft 'breedte'.
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.
Vavo en Rutte-regeling
Leerlingen die 16 jaar zijn of ouder en die gezakt zijn, kunnen eventueel een diploma via het volwassenonderwijs (vavo) halen (voor vmbo-t, havo of vwo). Je kind doet dan alleen de vakken waar hij een onvoldoende voor heeft gehaald. De cijfers voor de behaalde vakken blijven staan.
Ook meldt de school dit schriftelijk aan ouders, voogden of verzorgers. De school spreekt met u af onder welke voorwaarden en wanneer uw kind definitief kan overgaan. Uw kind moet bijvoorbeeld een taak maken of proefwerken overdoen. Uiterlijk op 31 december moet duidelijk zijn of uw kind definitief over is of niet.
Vijfdejaars kunnen herexamen doen bij Examencommissie om alsnog over te gaan. Leerlingen die in het vijfde middelbaar buizen voor een vak zouden voortaan herexamen kunnen afleggen bij de Examencommissie en zo toch naar het volgende jaar kunnen overgaan. Dat heeft VRT Nieuws vernomen.
Je kind kan naar het 1ste leerjaar B. Daar krijgt het meer onderwijs op maat, zodat het bepaalde vaardigheden of kennis beter onder de knie krijgt. Na een geslaagd 1ste leerjaar B kan het nog naar het 1ste leerjaar A gaan, of - met een gunstige beslissing van de toelatingsklassenraad - naar het 2de leerjaar A.
Bij de Examencommissie heb je recht op drie examenkansen per jaar. Na een buis op je eerste examen kan je dus gewoon een herexamen maken. Als het nodig is, heb je zelfs nog recht op een tweede herexamen. Aan het begin van een nieuw jaar, op 1 januari, krijg je sowieso drie nieuwe examenkansen.
Je wordt niet voorbereid op een specifiek beroep. Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Na het KSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Het TSO besteedt aandacht aan algemene en technisch-theoretische vakken. Na het TSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Bij deze opleiding horen ook praktijktlessen.
Dan ben je niet geslaagd en moet je het leerjaar overdoen. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een C-attest krijgt.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Het havo duurt 5 jaar en is eigenlijk een voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wo (wetenschappelijk onderwijs).
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.