Norm: Als je een verkering hebt, ga je niet met een ander zoenen. Norm: Als je in de lift staat, laat je geen windjes. Norm: Als iemand bij het stoplicht even voor wil met de auto, dan laat je die persoon voor. Norm: Als iemand geld opneemt, hou je afstand.
Norm: Als je je aan iemand voorstelt, geef je die persoon een hand. Norm: Als je in de trein zit, draai je gaan harde muziek. Norm: Als je de kans hebt iemand te helpen, dan doe je dat. Norm: Als je hard werkt, verdien je geld en kun je lekker op vakantie.
Voorbeelden van normen: 1. Als de lift opengaat, wacht je even totdat iedereen eruit gestapt is alvorens zelf binnen te gaan. Mogelijke waarde(n): geduld, respect, beleefdheid…
Normen vormen de verbinding tussen de algemene waarden (zoals vrijheid, rechtvaardigheid) en concrete gedragingen; het zijn opvattingen over hoe men zich wel of niet zou moeten gedragen in concrete omstandigheden. Sommige normen komen in bijna alle samenlevingen voor, zoals "je doodt niet" en "je steelt niet".
Normen en waarden zijn begrippen die je veel hoort, maar voordat we ze uitleggen is het goed te weten dat normen en waarden gekoppeld zijn aan een persoon of aan een groep mensen (zie ook: Identiteit), we noemen deze ook wel de drager van de normen en waarden:Persoon. Gezin. Familie.
Normen zijn als het ware gedragsregels gefundeerd in waarden. Bijvoorbeeld: ik zal altijd mijn eigen geld verdienen (norm) want onafhankelijkheid (waarde) is belangrijk voor mij. Of: ik zal me nooit anders voordoen dan ik ben (norm) want ik vind authenticiteit (waarde) belangrijk.
Normen gaan over wat 'je moet' of wat je van jezelf 'niet mag'. Jouw persoonlijke normen zijn een soort van regelgeving die als persoonlijke drijfveer fungeren. Voorbeelden van normen zijn: Je mag niet huilen want dat is een teken van zwakte.
Sociale normen zijn invloeden uit de sociale omgeving (bijvoorbeeld ongeschreven regels) die het gedrag van mensen sturen. Voorbeeld: ““Zo gaan we niet met elkaar om.”
Bij de waarde eerlijkheid kun je bijvoorbeeld de norm bedenken dat je niet moet liegen. Normen kunnen positief of negatief geformuleerd worden. Positief zijn dingen die je juist wel moet doen, terwijl negatief gaat over dingen die je niet mag doen.
Norm: Als iemand je de weg vraagt, help je die persoon door het te uit te leggen. Norm: Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet gelijk schelden of slaan. Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook. Norm: Als iemand, een meerdere bijvoorbeeld, je opdraagt wat te doen, dan doe je dat.
Voorbeelden van kernwaarden zijn respect, vrijheid, groei, duurzaamheid. Het zijn woorden die beschrijven wat voor jou belangrijk is in het leven. Sommige kernwaarden zijn gericht op anderen – hoe jij vindt dat je je hoort te gedragen naar anderen toe.
Waarden zijn opvattingen die voor je belangrijk zijn. Normen zijn geschreven en ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen, een regel die je met elkaar afspreekt of die je binnen een groep wordt opgelegd.
Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen. Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep. Het is een veel gebezigde term tegenwoordig.
Gedragsnormen. Gedragsnormen zijn rechtsnormen die een gedraging gebieden, verbieden of toestaan. Rechtsnormen die een gedraging gebieden of verbieden rekenen we onder de verplichtende rechtsnormen. Rechtsnormen die een gedraging toestaan rekenen we onder de veroorlovende rechtsnormen.
Een norm is een vertaling van de onderliggende waardes van een groep of samenleving in concrete gedragsregels en voorschriften. Dit kan zijn vastgelegd in bijvoorbeeld rechtsregels, maar het kunnen ook ongeschreven regels zijn.
Het zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat je iets met sociale contacten en mensen wilt doen. In dat geval passen woorden bij je als: zorgzaam, gericht op de ander, maatschappelijke betrokkenheid, mentorschap of coaching, compassie of mededogen, dienstbaarheid, empathie, warmte, loyaliteit of toewijding.
Morele waarden in de gezondheidszorg zijn bijvoorbeeld eerlijkheid, weldoen, vertrouwen, privacy, respect voor autonomie, niet-schaden en rechtvaardigheid. Morele waarden vormen de fundamenten van de morele normen.
Normen zijn richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat. Het zijn ongeschreven gedragsregels die we als normaal, vanzelfsprekend betitelen. Als je met iemand hebt afgesproken, is het normaal dat je op tijd komt. Of als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan is het normaal dat je dat zegt.
Het uitgangspunt bij vertrouwen is dat iemand zijn afspraken nakomt. Vertrouwen is de bereidheid het risico te lopen dat iemand al dan niet bewust iets verkeerd doet. En als iemand dan toch iets onbewust verkeerds doet slaat vertrouwen meest niet direct om in wantrouwen.
Je behandelt de ander eerlijk en oprecht. Je bent genegen iets te doen of na te laten voor de ander. Je wilt graag dat het goed gaat met de ander en jouw gedrag is erop gericht om dat te bevorderen en te ondersteunen. Je bent toegewijd aan de ander.
Normen zijn afgeleid van waarden. De waarde is bijvoorbeeld respect, de afgeleide norm kan dan zijn: je moet wel beleefd zijn. Normen zijn geboden, normen zijn objectief.
Normen zijn regels die we met elkaar afspreken. Bijvoorbeeld via de wet, maar ook gedragsregels. Een norm hangt samen met een waarde. Vind je bijvoorbeeld gelijkheid erg belangrijk, dan ben je tegen discriminatie.