Nestkasten voor mussen De huis- en ringmus hebben zo ook hun eigen voorkeur. Deze vogels kiezen voor een invliegopening van 34 mm en deze mag ook ovaal van vorm zijn. Met deze nestkasten trek je naast mussen ook nog bonte vliegenvangers en gekraagde roodstaarten aan.
De doorsnede van de invliegopening moet 3,5 cm zijn. De afstand tussen bodem en invliegopening is ongeveer 20 cm. De aanbevolen houtdikte is 18 mm. Een nestkast kunt u het beste ophangen met de invliegopening naar het noord- oosten, zodat op het heetst van de dag de nestkast in de schaduw hangt.
Ophanghoogte: 2-3 meter Hang meer- dere kasten bij elkaar. Mussen houden van gezelligheid. Ophanghoogte: 1,5-3 meter.
Het mannetje en het vrouwtje bouwen samen een nest, waarin het vrouwtje vier tot zeven eitjes legt. De jongen worden kaal geboren en vliegen al na twee weken uit.
Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
De mus is sterk gebonden aan de mens. Hij bouwt zijn nest het liefst in muurspleten, op dakbalken of onder dakpannen en andere holtes in gebouwen, maar soms ook in bomen. De Huismus blijft het hele jaar in de buurt van het nest, dat in de winter als slaapplaats gebruikt wordt.
De meeste vogels houden er niet van als de wind door de opening naar binnenwaait. In de winter wordt het dan te koud in het kastje en als het regent te nat. Hang het kastje daarom met de vliegopening naar het noordoosten (de wind komt in Nederland namelijk meestal uit het zuidwesten).
Huismussen broeden in een los kolonieverband. Het nest wordt vooral gemaakt onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in mussenkasten. Het slordige nest bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen. Broedduur: 11-12 dagen.
Niet in de volle zon, dus liever niet op het zuiden. Beschut tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk.
De beste periode om een nestkast op te hangen is in het najaar tot en met maart. Dit is de maand waarin de meeste vogels beginnen met broeden. Het broedseizoen duurt doorgaans tot en met de maand juli. Het vroeg ophangen van de nestkast zorgt ervoor dat de vogels het vogelhuisje signaleren en eraan kunnen wennen.
Vogels zijn dol op ochtendzon, maar door de fellere kracht van de zon in de middag kan het nest oververhit raken. Heb je een huisje met invliegopening? Zorg dan dat je deze naar het oosten, zuiden of zuidoosten richt. Als je 'm naar het westen richt, kan er bij regen water in het vogelhuisje komen.
Begin met wat bijvoeren op een bakje of plankje aan de reling. Dat valt goed op en daar komen ze van ver op af. Kies dingen die ze extra lekker vinden, zoals meelwormen of verkruimelde vetbollen met insecten. Strooi er een zadenmengsel bij of hang er een voedersilo met zaden in de buurt.
Roofvogels zoals de sperwer, ransuil en kerkuil, kraaiachtigen zoals de ekster, kauw en gaai, spechten en zoogdieren zoals de kat zijn (min of meer) natuurlijke vijanden van de huismus. Ook meeuwen, reigers en soms zelfs kippen laten de kans een jonge mus te eten niet makkelijk voorbijgaan.
Soms moet een mannetje zijn nestplaats verdedigen tegen andere mannetjes. Als een mannetje een nestplaats heeft veroverd gaat hij luid zitten tjilpen voor die plek: dit is van mij! Zo maakt hij aan mussen- vrouwtjes duidelijk dat hij een vrijgezel is met een eigen huis. Leuk om te doen!
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze. Daar houden mussen van.
Bied het nestkastje leeg aan, maar voorzie in je tuin nestmateriaal waarmee de vogels aan de slag kunnen om zelf hun nestje te bouwen. Dat doen ze met dood hout (takjes en twijgjes) en bladafval, maar ze gebruiken ook katten- en hondenhaar, pluisjes, wol, stro, veren … Experimenteer zeker met het aanbod.
's Morgens is drinken een van de eerste dingen die een huismus doet wanneer deze van de slaapplaats af is gekomen. Vaak worden hiervoor vogelbadjes gebruikt, maar ook dakgoten waar water in blijft staan, visvijvers, slootkanten, regentondeksels, regenwaterplassen en meer van dergelijke plekken, worden benut.
Struiken waar de mussen dol op zijn; meidoorn, berberis, hulst, vuurdoorn,vlierbes, lijsterbes.