Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Zo werkt uien planten
Plant de pootuitjes op rijtjes, circa 8 cm uit elkaar. Zorg dat het bovenste puntje van het bolletje net boven de aarde uitsteekt. Houd tussen de rijen 30 cm ruimte over. Geef ze niet veel mest, anders schieten ze door en maken veel blad en zelfs bloemen.
Ui kan heel goed tegen vorst, dus het hoeft niet vorstvrij te zijn.
De wortelvlieg (die de wortels kan aantasten) verdrijft namelijk de uienvlieg (die graag uien aantast) en vice versa. Veel water hebben uien niet nodig maar op ons droge zandgrondje geven we de uien toch af en toe een gieter water.
Uien verspenen en uitplanten
Druk de aarde met je vingers aan en geef extra water. Na ongeveer 80 dagen kun je de uienplantjes uitplanten in volle grond. Houd een plantafstand van 15 cm en geef extra veel water. Let op: hoewel uienplantjes veel water nodig hebben, is een waterdoorlatende bodem essentieel.
Zaaien en oogsten
Zaai in de vollegrond kan in de maanden maart, april en mei. Houd rekening met een ideale zaaitemperatuur van 15 graden. Verder is het belangrijk om dun te zaaien, op regels met een regelafstand van 25 centimeter en plantafstand 15 centimeter. Ook moet je het gezaaide zaad goed afdekken.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Plant elke poot ui 2,5 tot 5 cm diep. In zandgrond kun je hem iets dieper plaatsen dan in kleigrond. Wanneer je bovenstaande stappen gevolgd hebt, heb je losse aarde en kun je de uitjes planten met hun topje net boven de grond.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Gewasrotatie voor uien is maximaal 1 keer per 5 jaar. Plantuien groeien vrijwel op elke grond, mits de structuur en de beluchting maar goed is.
De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. Rond deze tijd heb je vast wel wat ruimte in je bakken. Veel groentes zijn al geoogst en er is niet veel meer wat je kunt zaaien en planten.
Je kunt prei zaaien met tussenpauzen van januari tot april en preiplanten oogsten van eind augustus doorheen de winter tot februari. Zoals de meeste andere groenten, oogst je betere, mooiere preien in een zonnige positie met grond die propvol organisch materiaal, compost en humus zit.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
tuurschommelingen en droogte bevorderen het doorschieten. Om doorsc te voorkomen moet je bij aanvang van droge periodes de uien regelmatig ze slechts oppervlakkig wortelen. Zorg er wel voor dat ze niet met de 'voe , daar kunnen ze dan weer niet tegen.
De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. De buitenste rok droogt in tot een droge, strogele huid, die de bol tijdens de bewaring beschermt.
“Voor een vroeg uiengewas zijn meer planten per vierkante meter nodig. 80 planten per m2 is normaal, maar voor een vroeg ras en vroege aflandlevering is 100 planten per m2 beter. Bij een hogere plantdichtheid zullen de uien eerder gaan strijken en dus beter afrijpen, met als neveneffect dunnere nekken.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
Deel de uienstengels voorzichtig en zet ze in een vaasje met een klein laagje water om de wortels een beetje te laten groeien. Bijvoorbeeld in de vensterbank. Als de wortels een halve centimeter tot een centimeter lang zijn dan kan je de uien planten in de aarde.
Knoflook extract
Een extract met knoflook is dodelijk voor de meeste slakken. Doodt het ze niet, dan reduceert het in elk geval hun eetlust, waardoor uw planten minder aangetast worden. Slakkeneitjes die ermee geraakt worden komen bovendien niet meer uit.
Om een knoflook te laten groeien wordt 1 teen in de grond geplaatst. Deze teen zal uitgroeien tot een hele nieuwe bol vol tenen. Knofloken kunnen op twee momenten in het jaar worden geplant. Wanneer in oktober-november wordt geplant zal dit over het algemeen grote bollen opleveren.
De knoflook moet goed nat blijven om te kunnen groeien. Geef daarom water bij droogte. De knoflook kan ook wat extra kalium en stikstof gebruiken om nog beter te kunnen groeien. De knoflook groeit heel goed in het zonnetje, plant de tenen dus op een zonnige plek in de (moes)tuin.